summaryrefslogtreecommitdiffstats
path: root/tde-i18n-nl/docs/tdeedu/kmplot/using.docbook
diff options
context:
space:
mode:
Diffstat (limited to 'tde-i18n-nl/docs/tdeedu/kmplot/using.docbook')
-rw-r--r--tde-i18n-nl/docs/tdeedu/kmplot/using.docbook414
1 files changed, 414 insertions, 0 deletions
diff --git a/tde-i18n-nl/docs/tdeedu/kmplot/using.docbook b/tde-i18n-nl/docs/tdeedu/kmplot/using.docbook
new file mode 100644
index 00000000000..f58e1021d45
--- /dev/null
+++ b/tde-i18n-nl/docs/tdeedu/kmplot/using.docbook
@@ -0,0 +1,414 @@
+<chapter id="using-kmplot">
+<title
+>Het gebruik van &kmplot;</title>
+
+<para
+>&kmplot; werkt met benoemde functies, in Cartesische coördinaten (<quote
+>expliciete functies</quote
+> genoemd), in poolcoördinaten, of gedefinieerd als parametrische functies. Kies <menuchoice
+><guimenu
+>Plotten</guimenu
+><guimenuitem
+>Plots bewerken...</guimenuitem
+> </menuchoice
+> als u een functie wilt opgeven. U kunt ook nieuwe functies invoeren in het tekstvak <guilabel
+>Functievergelijking</guilabel
+> in het hoofdvenster van &kmplot;.In dit tekstvak kunt u zowel expliciete functies als functies in poolcoördinaten invoeren. Elke functie die u invoert moet een eenduidige naam hebben (dit is een naam die nog niet gebruikt is voor een functie in de lijst). Als u geen functienaam opgeeft krijgt de functie automatisch een naam.</para>
+
+<para
+>Voor verdere informatie over functies in &kmplot;, zie <xref linkend="reference"/>. </para>
+
+<screenshot>
+<screeninfo
+>U ziet hier een afbeelding van het welkomstscherm va &kmplot;</screeninfo>
+ <mediaobject>
+ <imageobject>
+ <imagedata fileref="main.png" format="PNG"/>
+ </imageobject>
+ <textobject>
+ <phrase
+>Schermafbeelding</phrase>
+ </textobject>
+ </mediaobject>
+</screenshot>
+
+<sect1 id="function-types">
+<title
+>Functietypes</title>
+
+<sect2 id="explicit-functions">
+<title
+>Expliciete functies</title>
+<para
+> U kunt als volgt een expliciete functie (dit is een functie in de vorm y=f(x)) in &kmplot; invoeren,: <screen>
+<userinput
+><replaceable
+>f</replaceable
+>(<replaceable
+>x</replaceable
+>)=<replaceable
+>expressie</replaceable
+></userinput>
+</screen
+> Waarin: <itemizedlist>
+<listitem
+><para
+><replaceable
+>f</replaceable
+> de naam is van de functie, die elke rij van tekens en cijfers kan zijn die u wenst, als die maar niet met een x, y of een r begint (omdat deze worden gebruikt voor parametrische functies en functies in poolcoördinaten).</para>
+</listitem>
+
+<listitem
+><para
+><replaceable
+>x</replaceable
+> de x-coördinaat is, te gebruiken in de expressie rechts van het =-teken. Het is in feite een dummyvariabele, u kunt dus elke naam voor de variabele gebruiken die u wilt, het effect zal hetzelfde zijn.</para>
+</listitem>
+
+<listitem>
+<para
+><replaceable
+>expressie</replaceable
+> de expressie is die moet worden geplot, in de juiste syntax voor &kmplot;. Zie <xref linkend="math-syntax"/>. </para>
+</listitem>
+
+</itemizedlist>
+</para>
+<para
+>Bijvoorbeeld, om de grafiek te tekenen van y=x<superscript
+>2</superscript
+>+2x, voert u het volgende in in het functiesdialoogvenster van &kmplot;: <screen
+>f(x)=x^2+2x
+</screen>
+</para>
+</sect2>
+
+<sect2 id="parametric-functions">
+<title
+>Parametrische functies</title>
+<para
+>In parametrische functies worden de x- en de y-coördinaten als afzonderlijke functies gedefinieerd van een andere variabele (parameter), vaak t genoemd. Om in &kmplot; een parametrische functie in te voeren, volgt u dezelfde werkwijze als voor een expliciete functie, maar laat u de naam van de functie die de x-coördinaat beschrijft met de letter x beginnen, en die voor de y-coördinaat met de letter y. Zoals bij expliciete functies kunt u voor de parameter elke naam gebruiken die u wenst. Om de grafiek van een parametrische functie te tekenen gaat u naar <guimenu
+>Plot</guimenu
+><guimenuitem
+>Nieuwe parametrische plot...</guimenuitem
+>. Als u zelf geen naam voor de functie opgeeft krijgt die automatisch een naam.</para>
+<para
+>Bijvoorbeeld, , stel dat u een cirkel wilt tekenen, met de parametrische functies x=sin(t), y=cos(t). In het dialoogscherm van &kmplot; voor functies , doet u het volgende: <orderedlist
+> <listitem
+><para
+>Open de parametrische plotdialoog met <menuchoice
+><guimenu
+>Plotten</guimenu
+><guimenuitem
+>Nieuwe Parametrische Plot...</guimenuitem
+> </menuchoice
+>.</para
+> </listitem
+> <listitem
+><para
+>Voer een naam in voor de functie, zeg, <userinput
+>cirkel</userinput
+>, in het vak <guilabel
+>Naam</guilabel
+>. De namen van de x- en y-functies veranderen dan ook: de x functie wordt <guilabel
+>xcirkel(t)</guilabel
+> en de y-functie wordt <guilabel
+>ycirkel(t)</guilabel
+>.</para
+> </listitem
+> <listitem
+> <para
+>. Vul in de x- en y-vakken de vergelijkingen in van de beide functies, &ie; <guilabel
+>xcirkel(t)=</guilabel
+><userinput
+>sin(t)</userinput
+> en <guilabel
+>ycirkel(t)=</guilabel
+><userinput
+>cos(t)</userinput
+>.</para
+> </listitem
+> </orderedlist
+>Klik nu op <guibutton
+>OK</guibutton
+> om de functie te tekenen. </para>
+<para
+>U kunt in deze dialoog nog enkele andere opties voor de plot instellen: <variablelist>
+
+<varlistentry>
+<term
+><guilabel
+>Verbergen</guilabel
+></term>
+<listitem>
+<para
+>Indien deze optie wordt geselecteerd wordt de plot niet getekend maar onthoudt &kmplot; de definitie van de functie, zodat u die kunt gebruiken voor het definiëren van andere functies.</para>
+</listitem>
+</varlistentry>
+
+<varlistentry>
+<term
+><guilabel
+>Kleinste waarde parameter</guilabel
+></term>
+<term
+><guilabel
+>Grootste waarde parameter</guilabel
+></term>
+<listitem>
+<para
+>Indien deze optie wordt geselecteerd kunt u de grootste en kleinste waarde voor de parameter t instellen waarvoor de functie wordt geplot, in de vakken <guilabel
+>Min:</guilabel
+> en <guilabel
+>Max:</guilabel
+>.</para>
+</listitem>
+</varlistentry>
+
+<varlistentry>
+<term
+><guilabel
+>Lijndikte:</guilabel
+></term>
+<listitem>
+<para
+>Met deze optie kunt u de lijndikte instellen waarmee de grafiek wordt getekend, in eenheden van 0,1 mm.</para>
+</listitem>
+</varlistentry>
+
+<varlistentry>
+<term
+><guilabel
+>Kleur:</guilabel
+></term>
+<listitem>
+<para
+>Klik op het kleurenvak en kies een kleur in de dialoog die verschijnt. De grafiek wordt dan in deze kleur getekend.</para>
+</listitem>
+</varlistentry>
+</variablelist>
+</para>
+</sect2>
+
+<sect2 id="polar-functions">
+<title
+>Invoeren van functies in poolcoördinaten</title>
+
+<para
+>In poolcoördinaten wordt een punt gegeven door zijn afstand tot de oorsprong (meestal r genoemd), en de hoek die de lijn vanuit de oorsprong door het punt maakt met de (positieve) x-as (gewoonlijk met de Griekse letter theta aangeduid). Om functies in poolcoördinaten in te voeren gebruikt u <menuchoice
+><guimenu
+>Plotten</guimenu
+><guimenuitem
+>Nieuwe Polaire Plot...</guimenuitem
+> </menuchoice
+>. In het vak met de naam <guilabel
+>r</guilabel
+> vult u de functiedefinitie in met inbegrip van de naam van de theta-variabele die u wilt gebruiken. Bijvoorbeeld, om de spiraal van Archimedes te tekenen (r=theta) vult u in: <screen>
+<userinput>
+(theta)=theta
+</userinput>
+</screen
+> zodat de inhoud van de hele regel is <quote
+>r(theta)=theta</quote
+>. Merk op dat u voor de theta-variabele elke naam die u wilt kunt gebruiken, zodat u met <quote
+>r(foo)=foo</quote
+> precies hetzelfde resultaat krijgt. </para>
+
+</sect2>
+
+</sect1>
+
+<sect1 id="combining-functions">
+<title
+>Het combineren van functies</title>
+<para
+>Functies kunnen worden gecombineerd tot nieuwe functies. Voer gewoon de functies na het =-teken in in een expressie alsof de functies gewone variabelen zijn. Bijvoorbeeld, als u de functies f(x) en g(x) heeft gedefinieerd, kunt u de som van f en g plotten met: <screen
+><userinput>
+som(x)=f(x)+g(x)
+</userinput
+>
+</screen>
+</para>
+<para
+>Let er op dat u alleen functies van hetzelfde type kunt combineren, &bijv; een expliciete functie kan niet met een functie in poolcoördinaten worden gecombineerd.</para>
+</sect1>
+
+<sect1 id="function-appearance">
+<title
+>Het veranderen van het uiterlijk van de grafieken van functies</title>
+
+<para
+>Om het uiterlijk van de grafiek van een functie in het plotvenster te veranderen, kiest u de functie in de dialoog <guilabel
+>Plots bewerken</guilabel
+>, en klikt u op de knop <guibutton
+>Bewerken</guibutton
+>.In de dialoog die nu verschijnt kunt u de lijndikte veranderen in het tekstvak, en de kleur van de grafiek door op de kleur-knop onderaan te klikken. Als u een expliciete functie bewerkt ziet u een dialoog met drie tabbladen. Het tabblad <guilabel
+>Afgeleiden</guilabel
+> maakt het u mogelijk om de eerste en tweede afgeleide functies te tekenen. Met het tabblad <guilabel
+>Integraal</guilabel
+> kunt u de integraal tekenen van de functie welke wordt berekend met de methode van Euler. </para>
+<para
+>U kunt ook een functie bewerken als u rechtsklikt op de grafiek. U kiest dan <guibutton
+>Bewerken</guibutton
+> in het contextmenu dat verschijnt.</para>
+
+<para
+>Voor verdere informatie over het contextmenu, zie <xref linkend="popupmenu"/>. </para>
+</sect1>
+
+<sect1 id="popupmenu">
+<title
+>Contextmenu</title>
+
+<para
+>Als u rechtsklikt op de grafiek van een functie of van een parametrische plot van een punt verschijnt er een contextmenu. Hierin zijn zeven onderwerpen beschikbaar:</para>
+
+<variablelist>
+<varlistentry>
+<term
+><menuchoice
+><guimenuitem
+>Verbergen</guimenuitem>
+</menuchoice
+></term>
+<listitem>
+<para
+>Verbergt de geselecteerde grafiek. De andere grafieken van de functie blijven gewoon zichtbaar.</para>
+</listitem>
+</varlistentry>
+
+<varlistentry>
+<term
+><menuchoice
+><guimenuitem
+>Verwijderen</guimenuitem>
+</menuchoice
+></term>
+<listitem>
+<para
+>Verwijdert de functie. Alle grafieken die erbij horen worden gewist.</para>
+</listitem>
+</varlistentry>
+
+<varlistentry>
+<term
+><menuchoice
+><guimenuitem
+>Bewerken</guimenuitem>
+</menuchoice
+></term>
+<listitem>
+<para
+>Toont de dialoog voor het bewerken van de geselecteerde functie.</para>
+</listitem>
+</varlistentry>
+
+<varlistentry>
+<term
+><menuchoice
+><guimenuitem
+>Kopie</guimenuitem>
+</menuchoice
+></term>
+<listitem>
+<para
+>Maakt een kopie van de grafiek naar een andere parallel draaiende &kmplot;.</para>
+</listitem>
+</varlistentry>
+
+<varlistentry>
+<term
+><menuchoice
+><guimenuitem
+>Verplaatsen</guimenuitem>
+</menuchoice
+></term>
+<listitem>
+<para
+>Verplaatst de grafiek naar een andere parallel draaiende &kmplot;.</para>
+</listitem>
+</varlistentry>
+</variablelist>
+
+<para
+>Voor de functies die zijn geplot zijn ook de volgende vier onderwerpen beschikbaar:</para>
+
+<variablelist>
+<varlistentry>
+<term
+><menuchoice
+><guimenuitem
+>Bereken functiewaarde</guimenuitem>
+</menuchoice
+></term>
+<listitem>
+<para
+>Opent een dialoog waarin de y-waarde kan worden berekend die hoort bij een bepaalde waarde van x. De geselecteerde grafiek wordt in de dialoog gemarkeerd. Voer een waarde in voor x in het vak <guilabel
+>X:</guilabel
+>, en klik op de knop <guibutton
+>Berekenen</guibutton
+> (of druk op &Enter;). De functiewaarde voor x vindt u dan onder <guilabel
+>Y:</guilabel
+>. </para>
+</listitem>
+</varlistentry>
+
+<varlistentry>
+<term
+><menuchoice
+><guimenuitem
+>Minimum berekenen</guimenuitem>
+</menuchoice
+></term>
+<listitem>
+<para
+>Bereken het minimum van de functie binnen een bepaald interval. De geselecteerde grafiek wordt gemarkeerd in de dialoog die verschijnt. Vul de onder- en bovengrens in van het interval waarbinnen u het minimum wilt vinden en klik op <guibutton
+>Bereken</guibutton
+>. U ziet dan de x- en y-coördinaten van het minimum.</para>
+</listitem>
+</varlistentry>
+
+<varlistentry>
+<term
+><menuchoice
+><guimenuitem
+>Maximum berekenen</guimenuitem>
+</menuchoice
+></term>
+<listitem>
+<para
+>Dit is hetzelfde als <guimenuitem
+>Minimum berekenen</guimenuitem
+> hierboven, maar nu wordt het maximum in plaats van het minimum berekend. </para>
+</listitem>
+</varlistentry>
+
+<varlistentry>
+<term
+><menuchoice
+><guimenuitem
+>Integraal berekenen</guimenuitem>
+</menuchoice
+></term>
+<listitem>
+<para
+>Selecteer in de nu zichtbare dialoog de x-waarden waartussen de integraal van de functie moet worden berekend. Berekent de integraal en tekent de oppervlakte tussen de grafiek en de x-as tussen beide x-waarden, in de kleur van de grafiek.</para>
+</listitem>
+</varlistentry>
+</variablelist>
+
+
+</sect1>
+
+
+</chapter>
+<!--
+Local Variables:
+mode: sgml
+sgml-minimize-attributes:nil
+sgml-general-insert-case:lower
+sgml-indent-step:0
+sgml-indent-data:nil
+sgml-parent-document:("index.docbook" "BOOK" "CHAPTER")
+End:
+-->