Besturing van een Astronomisch apparaat met INDIINDI-besturingOverzichtKStars stelt een interface beschikbaar voor het instellen en besturen van astronomische instrumenten middels het INDI-protocol.Het INDI-protocol ondersteunt een verscheidenheid aan astronomische instrumenten zoals CCD-camera's en focussers. Op dit moment worden door KStars ondersteund:
Instellenvan INDIINDIInstellenKStars kan lokale en andere apparaten naadloos besturen via de INDI-server/clientarchitectuur. INDI-apparaten kunnen op drie verschillende manieren werken:Lokaal: De lokale modus is de meest gebruikelijke en wordt gebruikt om een lokaal apparaat te besturen (d.w.z. een apparaat dat direct met uw machine is verbonden).Server: In de servermodus wordt een INDI-server ingesteld voor een bepaald apparaat die op verbindingen wacht van clients op afstand. U kunt servers niet bedienen, u kunt ze alleen maar starten en stoppen.Client: De clientmodus (spreek uit klai-ent :) wordt gebruikt om verbinding te maken met INDI-servers op afstand waarop INDI-apparaten draaien. U kunt apparaten op afstand naadloos bedienen op dezelfde manier als lokale apparaten.U kunt lokale apparaten bedienen, INDI-servers instellen en verbinding maken met clients op afstand vanuit het Apparaatbeheer in het menu Apparaten.Hier ziet u een schermafbeelding van het venster van Apparaatbeheer:Het werken met het besturingsprogramma van een apparaatStarten besturingsprogramma voor een apparaatU kunt apparaten laten werken door die te kiezen uit een boomstructuur, en daarna op de knop Dienst uitvoeren te klikken. U kunt de werkmodus, lokaal of server, kiezen zoals hierboven beschreven.Om apparaten op afstand te bedienen zie Apparaatbesturing op afstand.Opzetten van de telescoopINDIInstellenDe meeste telescopen hebben een RS232-interface voor de bediening op afstand. Verbind de RS232-poort van uw telescoop met de seriële/USB-poort van uw computer. Gewoonlijk moet de RS232 poort worden aangesloten op de seriële poort van uw computer, maar omdat veel nieuwe laptops geen seriële poort meer hebben, en in plaats daarvan USB/FireWire-poorten, moet u misschien op zoek gaan naar een Serieel -> USB-adapter als u een nieuwe laptop gebruikt.Nadat uw telescoop op de seriële/USB-poort is aangesloten, zet u de telescoop aan. Het is erg belangrijk dat u de laatste "firmware" voor uw telescoopbesturing ophaalt en installeert.De telescoop moet worden uitgelijnd voordat die goed kan worden gebruikt. Lijn uw telescoop uit (met behulp van een of twee sterren) zoals dat in het handboek van uw telescoop wordt beschreven.Het is nodig dat &kstars; de tijd- en plaatsinstellingen verifieert voordat de telescoop wordt aangesloten. Hierdoor wordt goed volgen en een goede synchronisatie tussen de telescoop en &kstars; verzekerd. Met de nu volgende stappen kunt u een apparaat aansluiten met een directe verbinding met uw computer.Voor het aansluiten en besturen van apparaten op afstand, zie Apparaatbesturing op afstand.U kunt de Telescoopassistent voor de telescoop gebruiken, die ondertussen alle vereiste informatie zal verifiëren. De assistent kan alle poorten automatisch aflopen op zoek naar verbonden apparaten. U kunt de assistent inschakelen met Telescoopassistent in het menu Apparaten menu.Ook kunt u een lokale telescoop aansluiten met de volgende stappen:Stel uw geografische locatie in. Open het venster Geografische locatie instellen... door in het menu Instellingen het menuonderdeel Geografische locatie instellen... te kiezen, of door te klikken op het pictogram van een wereldbol in de werkbalk, of door de toetsen &Ctrl;g in te drukken.Stel uw lokale tijd en datum in. U kunt elke tijd en datum instellen door in het menu Tijd het menuonderdeel Tijd instellen... te kiezen, of door op het pictogram Tijd in de werkbalk te klikken. In het venster Tijd instellen wordt een standaard "Date Picker widget" van &kde; gebruikt, met drie spinvelden voor het instellen van de uren, minuten en seconden. Als het nodig is om de klok weer op de huidige tijd in te stellen, kies dan in het menu Tijd het menuonderdeel Actuele tijd instellen.Klik op het menu Apparaten en selecteer Apparaatbeheer....In de kolom Apparaat kiest u het model van uw telescoop.Rechts-klik op het apparaat en kiesDienst uitvoeren.Klik op OK om de dialoog van Apparaatbeheer af te sluiten.Frequente instellingenU hoeft niet iedere keer dat u een telescoop aansluit de geografische locatie en de tijd in te stellen. Verander de instellingen alleen als dat nodig is.U bent er nu klaar voor om de mogelijkheden van een apparaat te gebruiken. In &kstars; heeft u het gemak van twee GUI-interfaces voor het besturen van telescopen, die u door elkaar kunt gebruiken:Het besturen van uw telescoopBesturen vanuit hemelkaart: Voor elk apparaat inApparaatbeheer, zal in het contextmenu een ingang zijn, waarmee u de eigenschappen van dat apparaat kunt regelen. U kunt, direct vanuit de sterrenkaart, opdrachten geven als Verplaatsen, Sync, en Volgen. Hier is een schermafdruk van het contextmenu met daarin een actieve LX200 Classic-telescoop:Het besturen van apparaten vanuit de sterrenkaartINDI-besturingspaneel: Het paneel geeft de gebruiker toegang tot alle mogelijkheden die het apparaat heeft. Het paneel is in drie hoofdafdelingen verdeeld:Apparaattabbladen: Voor elk actief apparaat is er een tabblad in het INDI-paneel. Meerdere apparaten kunnen tegelijk worden bestuurd zonder dat zij door elkaar worden beïnvloed. Overzicht eigenschappen: Eigenschappen zijn het belangrijkst in de INDI-architectuur. Voor elk apparaat is er een verzameling van eigenschappen die aan het programma moeten worden medegedeeld. De huidige stand van de telescoop is een voorbeeld. Eigenschappen die bij elkaar horen worden gewoonlijk gegroepeerd in logische blokken of groepen. Logboeken: Apparaten rapporteren hun status en bevestigen opdrachten door het sturen van INDI-berichten. Bij elk apparaat hoort een logboek, en alle apparaten delen hetzelfde programma voor het bekijken van logboeken. Een apparaat stuurt gewoonlijk alleen berichten naar zijn eigen besturingsprogramma, maar kan ook algemene berichten sturen indien als dat zo uitkomt. INDI-besturingspaneelU kunt beide interfaces tegelijk gebruiken. Acties vanuit de Hemelkaart worden automatisch in het INDI-besturingspaneel weerspiegeld, en omgekeerd.Om uw telescoop aan te sluiten kunt u of Aansluiten kiezen vanuit het contextmenu van het apparaat, of u kunt op Aansluiten klikken in het tabblad INDI-besturingspaneel.Standaard zal KStars proberen verbinding te maken met de poort/dev/ttyS0. Wilt u een andere poort instellen, kies dan INDI-besturingspaneel in het menuApparaten en verander de poort in het tabblad van uw apparaat.&kstars; houdt automatisch de geografische lengte en breedte en de tijd van uw telescoop bij op basis van de instellingen van &kstars;. U kunt dit bijhouden aan-/uitzetten in de dialoog INDI instellen, in het menu Apparaten. Als de verbinding tussen &kstars; en de telescoop in orde is, zal &kstars; de huidige RK en Dec ophalen van de telescoop en deze als een draadkruis weergeven in de kaart om de positie van de telescoop aan te geven.Synchroniseren van uw telescoopAls u uw telescoop heeft uitgelijnd, en de laatste hiervoor gebruikte ster was, laten we zeggen, Wega, dan moet het draadkruis op Wega zijn gecentreerd. Als het draadkruis er naast zit, kunt u op Wega in de sterrenkaart rechts-klikken, en de opdracht Sync in uw telescoopmenu kiezen. Hierdoor zal de telescoop zijn coördinaten aanpassen aan die van Wega, en het draadkruis van de telescoop moet hierna op Wega zijn gecentreerd. Dat was het! Uw telescoop is nu klaar voor het grote werk.WAARSCHUWINGRicht nooit, maar dan ook NOOIT, de telescoop rechtstreeks op de zon. Hierdoor zou onherstelbare schade kunnen ontstaan aan uw ogen (u kunt blind worden) en aan uw apparatuur.Instellen van CCD en "Video Capture"CCD Video-besturingInstellenKStars ondersteunt de volgende apparaten voor het maken van afbeeldingen:Finger Lakes Instruments CCD'sApogee CCD's: Parallel, ISA, PCI, en USB modi worden ondersteund. U moet Apogee kernel drivers installeren voor de specifieke modus die u gebruikt (voor de USB-modus heeft u alleen libusb nodig).Apparaten die met Video4Linux compatibel zijn. De extra eigenschappen van de webcam van Philips worden ook ondersteund.U kunt CCD- en "Video Capture"apparaten laten werken vanuit Apparaatbeheer in het menu Apparaten. Zoals bij alle INDI-apparaten zijn enkele van de apparaatbesturingen toegankelijk vanuit de sterrenkaart. Het apparaat kan geheel worden bestuurd vanuit het INDI-besturingspaneelHet standaardformaat voor het opslaan van afbeeldingen is FITS. Als een afbeelding is opgeslagen en is opgehaald wordt die in het Hulpmiddel voor FITS van KStars getoond. Om een reeks van afbeeldingen op te slaan gebruikt u Afbeeldingenserie opnemen in het menu Apparaten. Dit hulpmiddel is alleen beschikbaar als u verbinding maakt met een apparaat voor het maken van afbeeldingen.Voor het apparaatbesturingsprogramma (driver) van FLICCD heeft u rootprivileges nodig om er goed mee te kunnen werken. Merk op dat het werken met het apparaatbesturingsprogramma als root als onveilig wordt beschouwdAfbeeldingenserie opnemenOpnemenAfbeeldingHet hulpmiddel voor het opnemen van een afbeeldingenserie kan worden gebruikt voor het verkrijgen van afbeeldingen uit camera's en CCD's in interactieve en stapel- (batch) modi. Verder kunt u eventueel kiezen welk filter u wilt gebruiken voor uw afbeeldingen. Dit hulpmiddel is uitgeschakeld totdat u een verbinding maakt met een afbeeldingsapparaat.Afbeeldingenserie opnemenOp de schermafbeelding hier boven ziet u een voorbeeld van een opnamesessie. Het hulpmiddel geeft de volgende opties:Camera/CCD Het apparaat dat u wilt gebruiken. Het voorvoegsel dat vóór elke naam van een opname wordt toegevoegd. Het aantal seconden belichting voor elke opname. Het aantal op te nemen afbeeldingen. De tijdsduur in seconden tussen de opnamen. Voeg het tijdstempel volgens ISO 8601 toe aan de naam van het bestand. (bijv. afbeelding_01_20050427T09:48:05).Filter Het gewenste filter. De gewenste filtersleuf. U kunt met het venster INDI instellen kleurwaarden toekennen aan sleufnummers (e.g. Sleuf #1 = Red (Rood), Sleuf #2 = Blue (Blauw)..etc).Nadat u de gewenste opties heeft ingevuld kunt u met de opnameprocedure beginnen door op de Start-knop te klikken. U kunt die op elk moment onderbreken met de Stop-knop. Alle opgenomen afbeeldingen worden opgeslagen in de standaard FITS-map die u kunt instellen in het venster INDI instellen.Indien u bijzondere wensen heeft voor de opnamen en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan wordt u aangeraden hiervoor een script te maken met behulp van het hulpmiddel Scriptbouwer in het menu Hulpmiddelen.INDI instellenInstellenINDIIn het venster INDI instellen kunt de de voor INDI specifieke opties aan de kant van de Client wijzigen. Het venster wordt onderverdeeld in vier hoofdcategorieën: Algemeen, Automatisch bijwerken van apparaat, Weergave en Filterwiel:Algemeen Geef de map op waarin alle opgenomen FITS-afbeeldingen moeten worden opgeslagen. Als er geen map is opgegeven worden de afbeeldingen opgeslagen in $HOME. Indien aangevinkt toont KStars FITS-opnamen in het hulpmiddel voor FITS van KStars. Indien u het hulpmiddel Afbeeldingenserie opnemen gebruikt worden onafhankelijk van deze optie alle opgenomen afbeeldingen op de schijf opgeslagen. De standaardpoort voor de telescoop. Wanneer u verbinding maakt met een lokale of andere telescoopdienst stelt KStars automatisch de poort van het telescoopapparaat in op de opgegeven standaardpoort. De standaard videopoort. Wanneer u verbinding maakt met een lokale of andere videodienst stelt KStars automatisch de poort van de webcam in op de opgegeven standaardpoort.Automatisch bijwerken van apparaat Indien ondersteund na verbinding automatisch bijwerken van de datum en de tijd van de telescoop. Indien ondersteund na verbinding automatisch bijwerken van de geografische locatie (huidige lengte en breedte) van de telescoop.Weergave Indien aangevinkt toont KStars het draadkruis voor de kijkrichting van de telescoop in de hemelkaart. Het draadkruis wordt na een succesvolle verbinding met de telescoop getoond en de positie wordt periodiek bijgehouden. Naast het draadkruis wordt de naam van de telescoop getoond. Voor elke aangesloten telescoop toont KStars één draadkruis. Om de kleur ervan te wijzigen opent u het venster KStars instellen. Selecteer het tabblad Kleuren en verander de kleur van Doelaanwijzer naar de kleur die u wenst. Indien aangevinkt toont KStars meldingen over de status van INDI in de statusbalk.Filterwiel: Ken kleurcodes toe aan de sleuven voor het filterwiel (bijv. sleuf #0 Red (Rood), sleuf #1 Blue (Blauw)... enz). U kunt tot aan 10 filtersleuven (0 tot 9) een kleurcode toekennen. Voor het toekennen van een kleurcode kiest u in de keuzelijst een sleufnummer waarna u de (Engelstalige voor zover ik het begrijp Vert.) kleurcode in het tekstveld intypt. Herhaal dit voor alle gewenste sleuven en klik daarna op OK.INDI-begrippenTelescoopbesturingBegrippenHet belangrijkste sleutelconcept in INDI is dat apparaten zichzelf kunnen beschrijven. Dit wordt bereikt door met behulp van XML een algemene hiërarchie te beschrijven van zowel standaard- als niet-standaardapparaten. In INDI kunnen alle apparaten een of meer eigenschappen hebben. Elke eigenschap kan een of meer elementen hebben. Er zijn vier typen van INDI- eigenschappen:Teksteigenschap.Numerieke eigenschapSchakeleigenschap (In de grafische interface vertegenwoordigd door knoppen en aankruisvakjes).Lichteigenschap (In de grafische interface vertegenwoordigd door gekleurde LEDjes).Bijvoorbeeld, alle INDI-apparaten hebben de standaard schakeleigenschap met de naam CONNECTION (verbinding). De eigenschap CONNECTION heeft twee elementen: de schakelaars CONNECT (verbinden) en DISCONNECT (ontkoppelen). In KStars wordt de algemene XML-beschrijving van eigenschappen gelezen en wordt aan de hand daarvan een grafische weergave opgebouwd die menselijke interactie mogelijk maakt.Het INDI-besturingspaneel geeft toegang tot veel eigenschappen van apparaten die niet beschikbaar zijn vanuit de hemelkaart. Deze eigenschappen zijn voor elk apparaat verschillend. Niettemin hebben alle eigenschappen gemeenschappelijke kenmerken die beperken hoe zij worden getoond en gebruikt:Toegangsrechten: bij alle eigenschappen kunnen alleen-lezen, alleen-schrijven, of zowel lezen als schrijven toegestaan zijn. Een voorbeeld van een eigenschap die zowel lezen als schrijven is, is de Rechte Klimming. U kunt een nieuwe Rechte Klimming invoeren, en de telescoop verplaatst of synchroniseert, op basis van de huidige instellingen, naar de nieuw invoerde positie. Verder, als de telescoop verplaatst zal het de gegevens over de nieuwe Rechte Klimming aanpassen en terug naar de computer sturen.Toestand: voor elke toestand is er een toestandsindicator (ronde LED). Bij elke eigenschap hoort een toestand en een daarmee overeenkomende kleurcode:
Kleurcode voor de INDI-toestandToestandKleurBeschrijvingRustGrijsApparaat doet niets wat deze eigenschap betreftOKGroenDe laatste handeling met betrekking tot deze eigenschap had succes en is actiefBezigGeelDe eigenschap is in uitvoeringAlarmRoodDe eigenschap is in kritieke toestand en er is onmiddellijk aandacht nodig
Het besturingsprogramma van het apparaat houdt zo nodig de toestand van de eigenschappen bij zodra daar een verandering in optreedt. Bijvoorbeeld, als de telescoop verplaatst naar een nieuwe kijkrichting zullen de RK/Dec-eigenschappen worden gekenmerkt als Bezig. Als dit proces klaar is zullen ze als OK worden gekenmerkt.Context: numerieke eigenschappen kennen getallen in twee verschillende vormen: decimaal en zestigtallig. Zestigtallige getallen zijn handig voor de tijd en voor equatoriale/ geografische coördinaten. U kunt getallen in de vorm gebruiken die u het beste uitkomt. Bijvoorbeeld, de volgende getallen zijn hetzelfde:-156.40 (enkele decimale punt (in plaats van komma))-156:24:00 (dubbele punten als scheidingsteken)-156:24 (dubbele punt als scheidingsteken)Tijd: de standaardtijd voor alle INDI-gerelateerde communicatie is de "Unversal TIME UTC"., in de vorm YYYY-MM-DDTHH:MM:SS, in overeenstemming met ISO 8601. &kstars; geeft de besturingsprogramma's van de apparaten automatisch de correcte UTC tijd. U kunt dit aan-/uitzetten in de dialoog INDI instellen in het menu Apparaten.
Noot vertaler: UTC betekent Universele Tijd geCoördineerd. Deze verfijning van de Universele Tijd wordt met behulp van atoomklokken bepaald, men houdt daarbij (achteraf) rekening met onregelmatigheden in de aswenteling van de aarde door de tijd soms met een seconde (schrikkelseconde) te corrigeren, wanneer dit nodig blijkt. Het besturen van apparaten op afstandTelescoopbesturingApparaten op afstandKStars heeft een eenvoudige doch krachtige laag voor de besturing van apparaten op afstand. Een gedetailleerde beschrijving vindt u in het INDI-"white paper".U moet zowel de server- als de clientcomputers instellen voor de besturing op afstand:Server: Om een apparaat voor te bereiden voor afstandsbesturing, volgt u dezelfde stappen als bij de lokaal/server-instelling. Als u de dienst voor een apparaat start in het menu Apparaatbeheer, wordt in de kolomPoort een poortnummer getoond. Naast het poortnummer heeft u ook de computernaam of het IP-adres van uw server nodig. Client (de andere computer): Kies Apparaatbeheer in het menu Apparaat en klik op het tabblad Client. U kunt in dit tabblad computers toevoegen, wijzigen, of wissen. Voeg een computer toe met de knop Toevoegen. Vul de computernaam/IP-adres van de server in in het veld Host, en vul het poortnummer in dat u verkregen heeft bij de instelling van de server, in stap 1. INDI-clientNa het toevoegen van een host rechtsklikt u op de host om te Verbinden, of op Verbinding verbreken. Als er een verbinding is, kunt u de telescoop besturen vanuit de Hemelkaart, of in het INDI-besturingspaneel, precies zoals beschreven bij de instelling van het deel lokaal/server. Zo gemakkelijk is het. Het laten werken van de INDI-server vanaf de opdrachtregelHoewel een INDI-server gemakkelijk vanuit &kstars; kan worden bediend, kunt u een INDI-server ook vanaf de commandoregel starten. Omdat INDI een onafhankelijk besturingsonderdeel is kunt u een INDI-server laten werken op een host zonder KStars. INDI kan afzonderlijk worden gecompileerd om op computers op afstand te draaien. Verder sturen aparaatbesturingsprogramma's hun berichten naar stderr, en dat kan nuttig zijn bij het zoeken van eventuele programmafouten. De syntaxis voor de INDI-server is als volgt:$ indiserver [opties] [besturingsprogramma ...]Opties:-p p : andere IP-poort, standaard is 7624-r n : max. aantal herstartpogingen, standaard is 2-v :uitvoeriger tekst naar stderrBijvoorbeeld, als u een INDI-server wilt starten met een besturingsprogramma voor een LX200 GPS, en luisterend op poort 8000, geeft u de volgende opdracht:$ indiserver -p 8000 lx200gpsVeilige bediening van een apparaat op afstandStel dat we een INDI-server en zijn clients op een andere computer willen draaien, genaamd andere_computer, en die met &kstars; die op de lokale computer draait willen verbinden.Meldt u vanuit de lokale computer aan op de andere computer, andere_computer, door te typen:$ ssh -L lokale_poort:andere_computer:poort van andere_computerDit verbindt de lokale_poort van de lokale machine met de andere_poort van de andere_computer. Na inloggen start u de server op de andere computer:$ indiserver -p andere_poort [besturingsprogramma...]Weer terug op de lokale computer start u &kstars;, opent u Apparaatbeheer en voegt u een host toe in het tabblad Client. De host moet zijn local host, (gewoonlijk 127.0.0.1), en het poortnummer de lokale_poort die in alle bovenstaande stappen is gebruikt. Rechtsklik op de host en kies Verbinden in het contextmenu. Hierna is &kstars; op een veilige manier met de andere INDI-server verbonden. De informatie over de host wordt bewaard voor volgende sessies.Veel voorkomende vragen over INDITelescoopbesturingFAQWat is INDI?INDI is het Instrument-Neutral-Distributed-Interface besturingsprotocol dat is ontwikkeld door ElwoodC. Downey van het ClearSky Institute. &kstars; gebruikt apparaatbesturingsprogramma's die compatibel zijn met het INDI-protocol. INDI heeft vele voordelen, waaronder een losse koppeling tussen de hardwareapparaten en de softwarebesturing. Programma's die de besturingsprogramma's gebruiken (zoals &kstars;) "weten" helemaal niets van de mogelijkheden van het apparaat. Als het draait communiceert &kstars; met de besturingsprogramma's van het apparaat, en bouwt een geheel dynamische GUI voor de diensten die het apparaat biedt. Dus kunnen besturingsprogramma's opnieuw worden geschreven of vernieuwd, terwijl KStars die zonder meer volledig kan gebruiken .Worden in de toekomst nog meer apparaten ondersteund? Ja. We willen de belangrijkste CCD-camera's en focussers gaan ondersteunen, en de ondersteuning uitbreiden voor meer telescopen. Als u wenst dat INDI een bepaald apparaat gaat ondersteunen, stuurt u dan een email naar indi-devel@lists.sourceforge.netWelke opdrachten kent KStars voor de besturing van de telescoop? Dit hangt af van de telescoop die u gebruikt, maar in ieder geval de opdrachten Slew (verplaatsen), Track (volgen), en Sync (synchroniseren) die direct vanuit de kaart werken. Voor het goed werken van deze opdrachten moet de telescoop eerst worden uitgelijnd. Bij enkele telescopen zijn er meer opdrachten beschikbaar zoals het beheer van de waarneemplaats, de manieren waarop er wordt verplaatst (kijkrichting veranderd), het scherpstellen, het parkeren en nog meer. U kunt de extra mogelijkheden bedienen vanuit het INDI-besturingspaneel in het menu Apparaten. Wat is precies het verschil tussen de opdrachten Slew, Track, en Sync? Met de opdracht Slew draait de telescoop naar een bepaald doel, en zodra dat doel is bereikt volgt de telescoop het met een siderische snelheid (d.w.z. de snelheid waarmee de sterren zich langs de hemel schijnen te bewegen). Dit is prima voor sterren, Messier-objecten, en voor zowat alles buiten ons eigen zonnestelsel. Maar objecten binnen ons zonnestelsel bewegen zich anders langs de sterrenhemel en dus moet de telescoop met de opdracht Track deze objecten volgen bij hun beweging. U moet dus een track-opdracht geven als u een object wilt volgen met een andere beweging langs de hemel dan die van de sterren. Aan de andere kant kunt u de opdracht Sync gebruiken om de interne coördinaten van de telescoop gelijk te maken (synchroniseren) aan die van een door u geselecteerd object. Kan ik mijn telescoop op afstand besturen? Ja. U kunt de INDI-server op de machine starten die met uw telescoop is verbonden, waarna die luistert naar de verzoeken van clienten waarop &kstars; draait. Zodra u verbonden bent kunt de telescoop vanuit de hemelkaart besturen. Deze procedure wordt uitvoerig beschreven in de sectie Apparaatbesturing op afstand Als ik op de knop Verbinden klik meldt &kstars; dat de telescoop niet is aangesloten op de seriële/USB-poort. Wat moet ik doen? U krijgt deze boodschap als &kstars; niet kan communiceren met de telescoop. Hier volgen een paar dingen die u kunt doen:U moet toegangsrechten hebben voor zowel lezen als schrijven voor de poort waarmee u probeert verbinding te maken.Controleer de verbindingskabel. Ga na of die in goede staat is, en test die met andere toepassingen.Controleer de elektrische aansluiting van uw telescoop. Ga na of de telescoop aan staat en voldoende vermogen krijgt.Stel de goede poort in in het INDI-besturingspaneel, in het menu Apparaten. Standaard is dit /dev/ttyS0Herstart &kstars; en probeer het nog eens.Volgens &kstars; is de telescoop aangesloten en er klaar voor, maar ik kan het draadkruis van de telescoop niet vinden. Waar is die gebleven?&kstars; krijgt de RK- en Dec-coördinaten van de telescoop zodra er een verbinding is. Als de telescoop goed is uitgelijnd, dan moet het draadkruis gecentreerd zijn op uw "doel" in de sterrenkaart. Maar: de door de telescoop gemelde coördinaten kunnen foutief zijn (en zelfs onder de horizon). U moet dan uw telescoop met de opdracht Sync naar uw huidige "doel" laten gaan. U kunt met het menu dat u krijgt met rechts-klikken de kruisdraad van uw telescoop in de hemelkaart centreren en volgen.De telescoop beweegt willekeurig, of beweegt helemaal niet. Wat kan ik er aan doen?Dit gedrag is meestal te wijten aan foutieve instellingen, controleer de volgende punten:Is de telescoop goed uitgelijnd?Is de uitlijnmodus van de telescoop in orde? Gebruik het INDI- besturingspaneel om deze instelling te controleren en eventueel te veranderen (Hgte/Az,Polair, Land).Zijn de tijd- en datuminstellingen van de telescoop goed?Zijn de geografische lengte- en breedteinstellingen van de telescoop goed?Is het tijdsverschil met UTC van uw telescoop goed ingesteld? (bijvoorbeeld in Nederland is dit in de zomer +2 uur, en in de winter +1 uur)Zijn de RK- en Dec-assen van uw telescoop wel goed vastgezet?Is de N/Z- (of N/S)-schakelaar van uw telescoop (indien aanwezig) ingesteld in overeenstemming met uw halfrond?Is de kabel tussen uw telescoop en de computer wel in orde?Als u vindt dat alle instellingen goed zijn, en de telescoop nog steeds willekeurig of helemaal niet beweegt, wilt u dit dan melden aan kstars-devel@kde.org?