Daniel Naber
daniel.naber@t-online.de
David Rugge
davidrugge@mediaone.net
Michel Boyer de la Giroday
michel@klaralvdalens-datakonsult.se
&Tom.Albers;&Rinse.Devries;&Natalie.Koning;
2004-07-13 1.7
Hoe te beginnen Dit is een korte introductie van &kmail; zodat u er direct mee kunt gaan werken. Een uitgebreidere uitleg is te vinden in het hoofdstuk &kmail; gebruiken. De installatie van &kmail; is overigens beschreven in het gedeelte Bijlage A. Installatie. Wanneer u &kmail; voor de eerste keer start, wordt de map Mail in uw persoonlijke map aangemaakt. Hierin worden de standaardmappen voor "Postvak in", "Postvak uit", "Verzonden", "Prullenbak" en "Concepten" aangemaakt. Deze mappen heten respectievelijk inbox, outbox, sent-mail, trash en drafts). Kies het menu Instellingen &kmail; instellen... om enkele gegevens in te voeren zodat &kmail; e-mailberichten kan ophalen en verzenden. Het dialoogvenster "Instellingen" bestaat uit zes gedeelten: Identiteiten, Netwerk, Uiterlijk, Berichten opstellen, Beveiliging en Diversen. Om e-mail te kunnen verzenden en te ontvangen is het alleen nodig om enkele wijzigingen te maken in de gedeelten Identiteiten en Netwerk. Identiteit instellen De meeste instellingen binnen de Identiteiten zullen voor zich spreken. Klik op uw standaard identiteit en klik op de knop Wijzigen.... Vul Uw naam in met uw volledige naam (⪚ Jan Jansen) en optioneel het veld Organisatie met de naam van de organisatie waarvoor u deze identiteit wilt gebruiken. Vul daarna het veld E-mailadres in met uw e-mailadres (⪚ jan@jansen.nl. Indien u PGP of GnuPG gebruikt, kunt u uw &openpgp;-sleutels en/of &smime;-certificaten op het tabblad Cryptografie aangeven. Optioneel kunt u op het tabblad Ondertekening uw ondertekening aangeven. Dit is een korte tekst die automatisch onder uw berichten kan komen te staan. Dit heeft overigens niets van doen met de digitale ondertekening. Een account instellen Binnen het Netwerk-gedeelte kunt u aangeven hoe de e-mail opgehaald en verzonden moet gaan worden. Veel van deze instellingen hangen af van de configuratie van de computer en het netwerk waarmee de mail-server verbonden is. Indien een instelling onduidelijk is, is het raadzaam om de internetprovider (ISP) of systeembeheerder te raadplegen. Berichten verzenden Op het tabblad Verzenden zijn verschillende instellingen te vinden die te maken hebben met het versturen van e-mailberichten. Het eerstvermelde account in de lijst is de standaard verzendwijze. Nadat er gekozen is voor Toevoegen..., kan er gekozen worden uit twee verschillende verzendmethoden: SMTP of Sendmail. &Sendmail; is een programma dat op de computer geïnstalleerd en ingesteld moet worden. Tenzij u zeker weet dat u een werkende en goed geconfigureerde &Sendmail; hebt, is SMTP de beste keuze. Daarna kunt u dit account een naam geven in het Naam-veld (bijvoorbeeld Mijn mailaccount). Bij Host moet het adres van de SMTP-server worden opgegeven. Veelal is dit de SMTP-server van de provider die de internetverbinding regelt (bijvoorbeeld smtp.provider.nl). Waarschijnlijk is het niet nodig om de Poort-instelling te wijzigen (standaard is 25). Indien &Sendmail; gebruikt moet gaan worden én er wordt gebruik gemaakt van een inbelverbinding, lees dan even de desbetreffende vragen en antwoorden in het hoofdstuk &FAQ;. De manier waarop de verzending hier geregeld is, zal gebruikt worden voor alle identiteiten die geen speciaal transport hebben ingesteld. Indien een identiteit een ander verzendaccount moet gebruiken, dan kan dat worden ingesteld bij Speciaal transport op het tabblad geavanceerd van het gedeelte "Identiteit". Een beschrijving van de overige instellingen kan in het hoofdstuk Configuratie gevonden worden. Instellingen relevant voor <acronym >Kolab</acronym > Wanneer u een SMTP-account instelt voor een Kolab-server, dan dient u de instelling Server vereist authenticatie te activeren en uw Kolab-gebruikersnaam en wachtwoord in te vullen. Klik vervolgens op het tabblad Beveiliging op de knop Ondersteuning van de server controleren. De standaard is TLS/PLAIN, maar de Kolab-server ondersteunt ook SSL/Plain. Deze instellingen kunnen uiteraard ook handmatig worden ingesteld. Berichten ontvangen Om e-mail te ontvangen is het noodzakelijk om op het tabled Ontvangen op de knop Toevoegen... te kiezen. Er zal dan gevraagd worden om het soort account. De meeste gebruikers moeten hier kiezen voor POP3 of IMAP. Indien u een lokaal postvak wilt instellen, adviseren wij om de vragen en antwoorden over bestandsvergrendeling in het Veel gestelde vragen-hoofdstuk door te lezen. Nu zal het dialoogvenster Account toevoegen verschijnen. Allereerst moet voor het account een Naam ingesteld worden. Ook Gebruikersnaam, Wachtwoord en Host moeten worden gevuld met de desbetreffende gegevens. Eventueel kan de internetprovider of de systeembeheerder om advies gevraagd worden. Het is niet nodig om de Poort aan te passen (standaard voor POP3 is 110 en voor IMAP 143). Instellingen relevant voor <acronym >Kolab</acronym > Selecteer IMAP zonder verbinding wanneer u het Soort account opgeeft. Vul het e-mailadres en wachtwoord in als Login en Wachtwoord. Op het tabblad Beveiliging klikt u op de knop Controleren wat de server ondersteund voor het automatisch detecteren van de mogelijkheden. Standaard voor Kolab-servers is TLS/PLAIN, maar ook SSL/PLAIN wordt ondersteund. U kunt deze instelling uiteraard ook zelf maken. Als u de "Out of Office"-functionaliteit van de Kolab-server wilt gebruiken, activeer dan de Filter-instellingen van het dIMAP-account door de optie Server ondersteunt Sieve te activeren. U kunt de "Host- en aanmeldinformatie hergebruiken" en de beheerpoort moet op 2000 staan. Instellingen die alleen bij DIMAP aanwezig zijn (<acronym >Kolab</acronym >-server) Nadat u uw IMAP zonder verbinding-account hebt ingesteld, dient u de Groupware-functionaliteit te activeren in het gedeelte Diversen van de instellingen. In het gedeelte Diversen van het dialoogvenster, kiest u het tabblad Groupware. Activeer de optie Functionaliteit voor IMAP-gegevensbronnen activeren en selecteer Kolab (XML) als formaat voor de groupware-mappen. De "Gegevensbronnen bevinden zich in account"-instelling moet verwijzen naar het account waarop de mail binnenkomt. Instellingen die alleen bij <acronym >IMAP</acronym > aanwezig zijn Indien IMAP gebruikt wordt, kan een Pad naar mappen worden opgegeven. Dit is van belang zodat &kmail; de e-mailmappen op de server kan vinden. Indien u shell-toegang tot de server hebt, dan is het niet handig dat de e-mailmappen tussen de andere mappen in uw persoonlijke map staan. U kunt dan beter een Mail-map aanmaken en daar alle e-mail in bewaren. Bij het veld Pad naar mappen kan dan Mail worden ingevuld. Indien een en ander niet gewenst is, dan kan dit veld gewoon leeg gelaten worden. Als het keuzevakje Mappen automatisch comprimeren geselecteerd is, zal &kmail; de berichten definitief verwijderen zodra de map verlaten wordt. Indien het niet is geselecteerd, dan worden de berichten alleen als verwijderd gemarkeerd en moeten de berichten definitief verwijderd worden door het menu BestandAlle mappen comprimeren te kiezen. Als het keuzevakje Verborgen mappen tonen geselecteerd is, worden de mappen die beginnen met een punt ook getoond. Instellingen die alleen bij <acronym >POP3</acronym > aanwezig zijn Selecteer Laat ontvangen berichten op de server staan indien de berichten op de server moeten blijven staan, nadat de berichten zijn opgehaald. Selecteer Uitsluiten van "Controleren op nieuwe berichten" als dit account niet gecontroleerd moet worden op nieuwe berichten wanneer u het menu BestandControleren op nieuwe berichten kiest. De berichten kunnen wel worden opgehaald door het menu BestandControleren op nieuwe berichten bij te kiezen. Selecteer Berichtencontrole met interval inschakelen indien &kmail; dit account regelmatig moet controleren op nieuwe berichten. De Controle-interval kan direct daaronder worden aangegeven. Postvak in is de standaardmap voor binnenkomende berichten. Indien u dat om één of andere reden wilt wijzigen, dan kan dat bij Bestemmingsmap worden aangegeven. Meer gecompliceerde handelingen voor binnenkomende berichten zijn te maken bij de filters. Met Precommando kan een commando worden opgegeven dat &kmail; vlak voor het ophalen van de e-mail zal uitvoeren. Geef het volledige pad naar het commando op, gebruik daarbij geen ~ en hou er rekening mee dat &kmail; de berichten niet zal ophalen zolang het commando bezig is. Op het tabblad Extra's kan Gebruik pipelining voor sneller e-mail ophalen geselecteerd worden indien de server dat ondersteunt. Er moet dan wel gecontroleerd worden of deze functionaliteit goed en veilig werkt. Instellingen die zowel bij <acronym >POP3</acronym > als bij <acronym >IMAP</acronym > aanwezig zijn Als u Pop-wachtwoord opslaan in configuratiebestand of IMAP-wachtwoord opslaan in configuratiebestand selecteert, zal &kmail; het wachtwoord onthouden zodat het niet iedere keer ingetypt hoeft te worden wanneer er op nieuwe berichten gecontroleerd wordt. Let op dat &kmail; het wachtwoord niet echt goed versleuteld opslaat. Gebruikers van de computer die het configuratiebestand van &kmail; kunnen bekijken (bijvoorbeeld systeembeheerders) kunnen dus redelijk eenvoudig het wachtwoord achterhalen. &kmail; ondersteunt versleuteling via SSL en TLS (indien aanwezig heeft TLS de voorkeur). &kmail; ondersteunt bij POP3: Platte tekst, PLAIN, LOGIN, CRAM-MD5 (aanbevolen indienDIGEST-MD5 niet beschikbaar is), DIGEST-MD5 (aanbevolen) en APOP authenticatie. DIGEST-MD5, CRAM-MD5 en APOP zijn van zichzelf veilig, de andere opties zijn alleen veilig in combinatie met SSL of TLS. U moet Platte tekst alleen gebruiken indien de mailserver geen van de andere authenticatiemethoden ondersteunt. Bij IMAP wordt ook nogAnoniem ondersteund, maar APOP niet. Gebruik Ondersteuning van de server controleren op het tabblad Extra's respectievelijk op het tabblad Beveiliging om te controleren wat de veiligste methode is die door de server ondersteund wordt. U bent nu klaar om e-mail te versturen en te ontvangen. IMAP-gebruikers kunnen nu de mappen openen in de mappenlijst van &kmail;. &kmail; zal dan een verbinding maken met de server en de aangetroffen berichten tonen. POP3-gebruikers kunnen nu via BestandControleren op nieuwe berichten hun e-mail ophalen. Instellingen testen Alleerst zou u uzelf een e-mail kunnen sturen om de gemaakte instellingen te controleren. Om een bericht op te stellen, druk op &Ctrl;N, klik op het pictogram Nieuw bericht of kies het menu BerichtNieuw bericht.... Het venster Bericht opstellen zal dan verschijnen. Vul het Aan:-veld in met uw e-mailadres en typ iets in bij het Onderwerp-veld. Verstuur het bericht door te kiezen voor BerichtVerzenden. Om te controleren of er nieuwe berichten zijn kiest u het menu BestandControleren op nieuwe berichten. Rechtsonder in beeld is te zien hoeveel berichten er opgehaald zijn en hoeveel berichten er in totaal opgehaald moeten worden. Indien het bericht dat u net hebt verstuurd zich hiertussen bevindt, dan: gefeliciteerd! Indien u echter foutmeldingen krijgt, controleer dan of de internetverbinding werkt of controleer de gemaakte netwerkinstellingen bij Instellingen &kmail; instellen....