Daniel Naber
daniel.naber@t-online.de
&Tom.Albers;&Rijk.van.Wel;&Sander.Koning;&Natalie.Koning;
2004-09-24 1.7.50
&kmail; gebruiken Het hoofdvenster Het hoofdvenster is het venster dat verschijnt direct nadat &kmail; gestart wordt. Het is verdeeld in drie vakken: Lijst met mappen (linkervak) In dit vak staan alle e-mailmappen (sommige e-mailprogramma's noemen dit mailboxen). Om naar een bepaalde map te gaan kunt u er op klikken. De berichten uit deze map worden nu in het berichtvak getoond. De mappenlijst kan getoond worden in een verkorte weergave die slechts een klein deel van de linkerkant in beslag neemt en een lange weergave die de volledige linkerkant in beslag zal nemen. De gewenste weergave kan gekozen worden bij Uiterlijk/Opmaak door het menu Instellingen&kmail; instellen... te kiezen. Bekijk ook het gedeelte over Mappen voor meer informatie over het gebruik van de mappen. Lijst met berichten (standaard rechtsboven) Dit vak toont enkele gegevens (markeringen, afzender, onderwerp, datum en optioneel de grootte, bijlage-vlag, belangrijk-vlag) van de e-mailberichten in de op dat moment geselecteerde map. Wanneer een e-mailbericht geselecteerd wordt, zal de inhoud getoond worden in het Berichtvoorbeeldvak. Er kunnen ook meerdere berichten geselecteerd worden door de &Ctrl;-toets ingedrukt te houden terwijl de berichten worden aangeklikt. De berichten kunnen gesorteerd worden door op de kolom te klikken waarop gesorteerd moet worden. Door meerdere keren op dezelfde kolom te klikken, kan er gewisseld worden tussen een oplopende of aflopende sortering. Berichtvoorbeeldvak (standaard rechtsonder) In dit vak wordt het op dat moment geselecteerde bericht weergegeven. Bijlagen worden onderaan het bericht getoond als pictogrammen of ingebed in het bericht, afhankelijk van de instellingen bij BeeldBijlagen. Bij complexe berichten wordt de structuur onderin het vak weergegeven. De positie van het berichtvoorbeeldvak en het berichtstructuurvak kunnen worden ingesteld bij Uiterlijk (tabblad Opmaak), in het dialoogvenster Instellingen&kmail; instellen.... U kunt hier ook het berichtvoorbeeldvak uitschakelen, en instellen in welke gevallen de berichtstructuur moet worden weergegeven. Er kan door middel van de Page Up- en Page Down-toetsen naar een volgende pagina gegaan worden, de Pijl omhoog- en Pijl omlaag-toetsen zorgen er voor dat het bericht één regel verschuift. Er kunnen ook Sneltoetsen gebruikt worden om door de berichten heen te bladeren, zodat de muis niet gebruikt hoeft te worden. Sneltoetsen De volgende sneltoetsen kunnen in het hoofdvenster gebruikt worden: Sneltoets Effect Spatie Bekijk de volgende pagina van het huidige bericht of ga naar het volgende ongelezen bericht indien de laatste pagina van het bericht reeds getoond wordt. Pijl rechts of N Ga naar het volgende bericht in de huidige map. Pijl links of P Ga naar het vorige bericht in de huidige map. + Ga naar het volgende ongelezen bericht in de huidige map. - Ga naar het vorige ongelezen bericht in de huidige map. &Ctrl;+ Ga naar de volgende map met ongelezen berichten. &Ctrl;- Ga naar de vorige map met ongelezen berichten. &Ctrl;Pijl omhoog Ga naar de volgende map in de mappenlijst (als de mappenlijst actief is). &Ctrl;Pijl omlaag Ga naar de vorige map in de mappenlijst (als de mappenlijst actief is). &Ctrl;Pijl links Ga naar de vorige map. Gebruik &Ctrl;Spatie om de map daadwerkelijk te openen. &Ctrl;Pijl rechts Ga naar de volgende map. Gebruik &Ctrl;Spatie om de map daadwerkelijk te openen. &Ctrl;Spatie Open de map die op dat moment geselecteerd is. Bijvoorbeeld doordat deze geselecteerd is door &Ctrl;Pijl links of &Ctrl;Pijl rechts te gebruiken. &Shift;Pijl links en &Shift;Pijl rechts Selecteer berichten in het berichtvak, te beginnen bij het huidige bericht. Kijk voor meer sneltoetsen naar InstellingenSneltoetsen instellen.... Het venster "Bericht opstellen" Het venster "Bericht opstellen" wordt gebruikt om nieuwe e-mailberichten te schrijven. Dit venster kan worden geopend door het menu BerichtNieuw bericht... te keizen of op het pictogram Nieuw bericht op de werkbalk te klikken. Een bericht opstellen Om een nieuw e-mailbericht op te stellen vult u allereerst enkele velden in. In het menu Beeld kunt u aangeven welke velden getoond moeten worden. Het Identiteit-veld heeft ook een Behouden-keuzevakje waardoor het mogelijk is om de op dat moment geselecteerde identiteit ook te gaan gebruiken voor toekomstige e-mailberichten. Er zijn verschillende sneltoetsen die het opstellen van een e-mailbericht eenvoudiger maken. De ...-knop achter het Aan:-, CC:- en BCC:-veld roept het adresboek op waarin u adressen kunt selecteren. Wanneer u een e-mailadres in het Aan:-, CC:- of BCC:-veld aan het invullen bent, verschijnt er een venster waarin e-mailadressen vermeld staan die beginnen met de getypte letters. De vermelde e-mailadressen zijn recentelijk gebruikt of komen voor in het adresboek. De inhoud van het getoonde venster kan aangepast worden door te klikken op de &RMB; en een andere aanvulmethode te kiezen. Wanneer meerdere e-mailadressen in één veld opgenomen worden, moeten de e-mailadressen door een komma gescheiden worden. Afhankelijk van de systeemconfiguratie kan het dan wel noodzakelijk om ook voor lokale gebruikers het volledige e-mailadres (bijvoorbeeld: jan@jansen.com) te gebruiken. Wanneer een e-mailbericht klaar is, kunt u op het pictogram Verzenden (envelop met pijl omhoog) klikken om het bericht direct te verzenden. Door op het pictogram In wachtrij plaatsen te klikken wordt het bericht in "postvak uit" geplaatst. Als het bericht nog niet klaar is, kunt u BerichtOpslaan in conceptenmap kiezen. Berichten versleutelen en digitaal ondertekenen Indien u een versleuteld- of digitaal ondertekend-bericht wilt versturen, klik dan op het pictogram Bericht ondertekenen of Bericht versleutelen. Daarnaast kunt u ook aangeven welk protocol gebruikt moet worden. Afhankelijk van de geselecteerde backend kunt u kiezen uit: Alles &kmail; zal dan een formaat gebruiken dat door alle ontvangers van het bericht gelezen kunnen worden. Het voorkeursformaat van de ontvangers kan worden aangegeven in het Adresboek van KDE. OpenPGP ingebed (afgeraden) Dit formaat is achterhaald. Indien u dit formaat wilt gebruiken zal alleen de tekst van het bericht versleuteld of digitaal ondertekend worden. Bijlagen worden niet digitaal ondertekend of versleuteld. HTML-berichten kunnen worden ondertekend met dit formaat. Dit formaat kunt u beter alleen gebruiken als u geen andere optie hebt, bijvoorbeeld als u een bericht verstuurt naar iemand die een mailclient gebruikt die geen andere formaten ondersteunt. PGP/MIME Dit formaat is de opvolger van "OpenPGP Ingebed". Indien u dit formaat gebruikt, dan zullen zowel de tekst als alle bijlagen ondertekend en/of versleuteld worden. Dit formaat is het aanbevolen formaat voor OpenPGP. S/MIME Dit formaat is een alternatief voor PGP/MIME. Indien u dit formaat gebruikt, dan zullen de tekst van het bericht en alle bijlagen worden ondertekend of versleuteld. Dit formaat wordt veel gebruikt binnen bedrijven. S/MIME opaque Dit formaat is een variant op het S/MIME-formaat. Dit kunt u beter alleen gebruiken als het echt noodzakelijk is. HTML-berichten opstellen Let er wel op dat HTML-berichten vaak hinderlijk worden gevonden. Indien mogelijk zou u het moeten vermijden. Zeker naar een mailinglijst moet u geen HTML-berichten sturen, tenzij het nadrukkelijk is toegestaan. Om HTML-berichten te kunnen maken moet u eerst de hulpmiddelen activeren. Om dit te doen kiest u Opmaak (HTML) in het menu Opties. Een werkbalk met diverse functies om het bericht op te maken wordt zichtbaar. In de keuzelijst kunt u kiezen uit standaardtekst en zes andere varianten (drie lijsten met verschillende opsommingstekens en drie genummerde lijsten met verschillen in de manier van nummering). U kunt ook het lettertype, de grootte er van, de stijl (vet, cursief, onderstreept) en de kleur. U kunt ook de uitlijning van de tekst instellen (links, rechts en gecentreerd). Het maken van tabellen en het invoegen van afbeeldingen is op dit moment niet mogelijk. Bijlagen toevoegen U kunt op de volgende manieren bijlagen meesturen met e-mailberichten: Klik op het pictogram Bestand bijvoegen (paperclip) en selecteer het bestand dat bijgevoegd moet worden; Sleep het bestand van het bureaublad, of vanuit een andere map, naar het venster waar het bericht wordt opgesteld; Sleep een bericht vanuit de berichtenlijst naar het venster "Bericht opstellen". Dit bericht wordt dan bijgevoegd; Gebruik één van de mogelijkheden uit het menu Bijlage. Nadat een bijlage toegevoegd is aan een e-mailbericht, verschijnt het bijlagenpaneel onderaan het venster. Door met de &RMB; op de bijlage te klikken kunt u Tonen, Opslaan als... of Verwijderen kiezen. Gebruik Eigenschappen om het venster Eigenschappen van bijlagen te openen. Het eerste veld geeft het &MIME;-type aan. Net als het Naam-veld wordt dit automatisch gevuld. Soms is het &MIME;-type onjuist. Als dat het geval is kunt u een ander &MIME;-type uit de lijst kiezen. Indien het gewenste type niet voorkomt in de lijst kunt u dit ook intypen. In dit venster kunt u ook de codering van de bijlage aangeven (doorgaans werkt de ingestelde codering prima). Door Automatische weergave voorstellen te selecteren wordt er bij de ontvanger geprobeerd om dit gedeelte ingebed te tonen in plaats van pictogrammen te laten zien. Of dit lukt hangt af van de mailclient van de ontvanger. Publieke sleutels kunnen ook als bijlage bij een bericht gevoegd worden door de desbetreffende menukeuze in het menu Bijlage te kiezen. PGP-sleutels worden op dezelfde manier ingevoegd als andere bijlagen. De spelling van het e-mailbericht controleren &kmail; zal automatisch de spelling controleren van het bericht (dit werkt overigens op dit moment niet in de HTML-modus). Onbekende woorden worden rood weergegeven. Indien er te veel onbekende woorden voorkomen, zal &kmail; de spellingcontrole stoppen. Om de taal in te stellen, kiest u het menu Beeld Woordenboek. U kunt de spellingcontrole uitschakelen in het menu Opties. Gebruik HulpmiddelenSpeling... om de spelling van een opgesteld bericht te controleren. &kmail; gebruikt &tdespell;, dit is een &kde;-frontend voor ispell- of aspell, om de spelling te controleren. De spellingcontrole moet eerst worden ingesteld bij InstellingenSpellingcontrole.... Berichtmappen Berichtmappen worden gebruikt om de e-mailberichten te ordenen. Alle e-mailberichten worden standaard opgeslagen in de map $TDEHOME/share/apps/kmail/. Wanneer &kmail; voor de eerste keer gestart wordt, worden de mappen postvak in, postvak uit, verzonden, prullenbak en concepten aangemaakt. Elke map heeft een bepaalde functie: postvak in: In deze map worden de opgehaalde e-mailberichten standaard door &kmail; geplaatst. postvak uit: Hier worden de berichten bewaard die klaar zijn voor verzending. Het is niet de bedoeling dat berichten naar deze map gesleept worden. Om de e-mail na het opstellen te verzenden kunt u beter het pictogram Verzenden gebruiken. verzonden: Bevat een kopie van elk verzonden bericht. prullenbak: Bevat alle berichten die naar de prullenbak verplaatst zijn. concepten: Bevat de berichten waarbij bij het opstellen ervan is gekozen voor het opslaan in deze map, in plaats van het bericht te versturen. In de meeste gevallen zijn deze mappen voldoende voor het indelen van alle e-mailberichten. Na een tijdje kan het echter handig zijn om meer mappen te creëren om een betere indeling te kunnen maken. Een nieuwe map kan gemaakt worden door het menu MapNieuwe map... te kiezen. Het dialoogvenster Map aanmaken wordt dan geopend, zodat de benodigde gegevens ingevuld kunnen worden. Als u de eigenschappen van een map later wilt wijzigen, selecteer dan de betreffende map en kies het menu MapEigenschappen.... Om berichten te verplaatsen van de ene naar de andere map, selecteert u één of meer berichten en drukt u op de M (u kunt ook het menu BerichtVerplaatsen naar kiezen). Een lijst van mappen zal verschijnen. Selecteer de map waarheen de berichten verplaatst moeten worden. Een andere mogelijkheid is om het bericht vanuit het berichtenvenster aar de nieuwe map te slepen. Als u alle e-mailberichten in een map wilt verwijderen, kunt u het menu MapAlle berichten naar de prullenbak verplaatsen kiezen. Aks u de map ook wilt verwijderen (tezamen met de berichten), kunt u het menu MapMap verwijderen kiezen. Mapeigenschappen In het dialoogvenster Eigenschappen voor map kunt u de map hernoemen of verplaatsen. Hier kunt u ook enkele andere instellingen voor de map wijzigen. De meeste instellingen kunnen alleen gewijzigd worden voor de niet-standaard mappen. De standaardmappen zoals postvak in kunnen niet hernoemd of verplaatst worden. Algemeen Bij Naam: kunt u de naam van een map wijzigen. Een map kan als submap van een andere map worden ingesteld door de betreffende map te selecteren in de selectielijst Behoort aan. In het gedeelte Mappictogrammen kunt u een ander pictogram voor de map selecteren. Bekijk het gedeelte Opslagformaat voor meer informatie over het Postbusformaat In het gedeelte Identiteit kunt u aangeven welke identiteit er standaard gebruikt zal worden voor het opstellen van nieuwe berichten. Wanneer er echter een bericht beantwoord wordt dat gestuurd is aan een Aan:-adres dat opgegeven is in een andere identiteit, dan zal die identiteit gebruikt worden voor de beantwoording. In het gedeelte Zender/ontvanger tonen kunt u aangeven of het e-mailadres van de afzender of van de ontvanger getoond zal worden in het berichtenvenster. Dit is handig indien er een alternatieve map voor de verzonden berichten wordt gebruikt. Schakel Nieuwe berichten in deze map negeren in als u niet op de hoogte gehouden wilt worden van nieuwe berichten in deze map. Dit is bijvoorbeeld handig voor mappen waar spamberichten in worden bewaard. Schakel Antwoorden in deze map houden in, indien u de antwoorden die u schrijft op berichten in deze map wilt opslaan in dezelfde map. Normaalgesproken worden deze berichten opgeslagen in de map "Verzonden". Oude berichten-verloop Hier kunt u aangeven wat er moet gebeuren met oude berichten in deze map. Indien u Berichten met verlopen bewaartijd in deze map voor verwijderen markeren activeert, dan zal &kmail; regelmatig controleren of er verouderde berichten in de map staan. Indien deze worden aangetroffen, dan worden deze verwijderd of verplaatst naar een andere map. U kunt ook instellen wanneer een bericht in uw ogen verouderd is. Via MapVerlopen berichten verwijderen en via BestandVerlopen berichten verwijderen kunt u de geselecteerde map of alle mappen controleren op verlopen berichten en deze laten verwijderen of verplaatsen. Berichten met een verlopen bewaartijd worden verwijderd. Zij worden dus niet verplaatst naar de prullenbak. Wees dus erg voorzichtig met deze instelling. Mailinglijst Als u de map gaat gebruiken voor een mailinglijst, kunt u Map bevat een discussiegroep selecteren om de map te koppelen aan de mailinglijst. Wanneer u op Automatisch detecteren klikt, zal &kmail; proberen om bepaalde eigenschappen van de mailinglijst te achterhalen vanuit het op dat moment geselecteerde bericht. Indien &kmail; niet alle eigenschappen kan achterhalen, dan kunt u de ontbrekende gegevens met de hand aanvullen. Om dit te doen kiest u eerst bij Adrestype welk adres u wilt ingeven. U kunt kiezen uit: Stuur naar lijst Dit adres wordt gebruikt om berichten naar de mailinglijst te sturen. Meestal is dit een e-mailadres. Voor lijst inschrijven Dit adres wordt gebruikt om lid te worden van de mailinglijst. Meestal is dit een e-mailadres, maar er kan ook een internetpagina worden opgegeven. Van lijst uitschrijven Dit adres wordt gebruikt om u als lid uit te schrijven van de mailinglijst. Meestal is dit een e-mailadres, maar er kan ook een internetpagina worden opgegeven. Lijstarchieven Op dit adres is een archief van de mailinglijst te vinden. Meestal is dit een internetpagina. Lijsthulp Dit adres wordt gebruikt om hulp te krijgen bij het gebruik van de mailinglijst. Meestal is dit een e-mailadres. Nadat u een adrestype geselecteerd hebt, kunt u het e-mailadres of het adres van de internetpagina aangeven en op de knop Toevoegen klikken. Met Verwijderen kunt u een adres verwijderen. Indien alle adressen zijn opgegeven, kunt u een actie uitvoeren, u kunt bijvoorbeeld naar het archief gaan door het betreffende Adrestype te selecteren en vervolgens op Toepassing aanroepen te klikken. Indien er een internetadres en een e-mailadres is opgegeven, dan moet u aangeven wat uw Voorkeurstoepassing is voordat u op Toepassing aanroepen klikt. Selecteer KMail indien u een bericht wilt versturen naar het e-mailadres en selecteer Browser indien u naar de webpagina wilt gaan. U kunt ook de Stuur naar lijst aanroepen door in het menu BerichtNieuw bericht naar mailinglijst... te kiezen of door met de middelste muisknop op de map in de mappenlijst te klikken. Toegangcontrole (alleen &imap;) Hier kunt u de toegangcontrole van &imap;-mappen instellen. Dit worden ook wel access control lists of kortweg &acl;´s genoemd. De op dit moment actieve &acl; wordt in de lijst getoond. Het bestaat uit een kolom Gebruikers-ID en een kolom Toegangsrechten. Op elke regel worden voor een bepaalde gebruiker de rechten aangegeven. Bedenk dat een bepaalde gebruikers-id in werkelijkheid voor meedere gebruikers zou kunnen staan. Afhankelijk van de gebruikte &imap;-server en de configuratie daarvan, is het mogelijk dat de gebruikers-id voor een groep gebruikers staat of voor bijvoorbeeld anonieme gebruikers. Raadpleeg de handleiding van de &imap;-server voor meer informatie. &acl;'s zijn per map in te stellen. Zoals in alle andere gevallen, wanneer u gebruikt maakt van &imap; zonder verbinding, dient u te synchroniseren met de server voordat de veranderingen worden doorgegeven aan de server. &imap;-&acl;'s regelen veel specifieke rechten die u aan gebruikers kunt toekennen of weigeren. Voor de duidelijkheid zal &kmail; deze tonen in vijf verschillende categorieën waaruit u kunt kiezen (bekijk voor details indien u bekend bent met &imap;-&acl;'s): Geen Kent gebruikers die geïdentificeerd zijn door Gebruikers-id geen enkel recht toe. Dit is ook de standaardinstelling voor gebruikers die niet expliciet (of impliciet als groep) genoemd worden in de &acl;. Deze gebruikers zullen deze map niet in de mappenlijst zien. Lezen Kent gebruikers die geïdentificeerd zijn door Gebruikers-id leesrechten toe voor deze map. Hiermee kunnen de mailclients e-mails als gelezen markeren en deze informatie opslaan op de server. Elke gebruiker heeft zijn eigen lijst van gelezen mail, dus uw ongelezen berichten zullen in geen geval als gelezen gemarkeerd worden, ook niet wanneer iemand anders ze gelezen heeft. Deze gebruikers zullen deze map in de lijst van &imap;-mappen zien. Gebruik dit om een gedeelde map te maken, die andere gebruikers wel kunnen lezen maar niet kunnen wijzigen. U kunt bijvoorbeeld de nieuwsbrief van een bedrijfin een speciale map opslaan, waar iedereen leestoegang heeft, in plaats van het via email te versturen. Toevoegen (ook bekend als Posten) Kent gebruikers die geïdentificeerd zijn door Gebruikers-id lees- en postrechten toe voor deze map. Op deze manier kunt u een gedeelde map maken waarin anderen berichten kunnen lezen en posten. Als u bijvoorbeeld een forum van een bedrijf op wilt zetten, kunt u in plaats van een forum op internet, of een aparte usenet-server, een paar mappen aanmaken (voor elk onderwerp één) waartoe u iedereen lees- en postrechten geeft. Op deze manier kunnen mensen door e-mail te sturen naar de map van het onderwerp deelnemen aan de discussie. Schrijven Kent gebruikers die geïdentificeerd zijn door Gebruikers-id lees-, post- en schrijfrechten toe voor deze map. Het recht om te schrijven naar een map houdt in dat de gebruikers berichten kunnen verwijderen, submappen kunnen aanmaken, en andere attributen dan gelezen/ongelezen kunnen instellen (⪚ beantwoord). Gebruik dit om iedereen (bijna; zie ) dezelfde rechten te geven voor een map. In het voorbeeld in , kunt u schrijfrechten toekennen aan een groep gebruikers, die kunnen optreden als moderators. Deze gebruikers kunnen off-topic berichten verwijderen en submappen maken voor mappen met veel berichten. Alles Verleent de gebruikers (die geïdentificeerd zij door Gebruikers-ID) alle rechten; zowel lees-, post- en schrijfrechten, als adminstratierechten (bijvoorbeeld het recht om de &acl; van deze map aan te passen). Dit zijn de rechten die de eigenaar van een map standaard heeft. somt de &imap; &acl; rechten op die geassocieerd zijn met elk niveau. Samenvatting van &acl;-rechten &acl; recht Opzoeken x x x x Lezen x x x x Status gelezen opslaan x x x x Invoegen x x x Posten x x x Schrijfrechten x x Aanmaken x x Verwijderen x x Beheren x
Opslagformaat In een berichtmap kunnen de berichten in het mbox- of in het maildir-formaat worden opgeslagen. Bij het mbox-formaat worden alle berichten in één bestand opgeslagen, terwijl in het het maildir-formaat elk bericht in een apart bestand opgeslagen wordt. Het maildir-formaat is het standaardformaat van &kmail; en wordt in het algemeen beschouwd als het stabielere formaat van de twee. Bij sommige bestandssystemen kan het echter wel een fractie langzamer zijn. Bij twijfel kan het beste gekozen worden voor het maildir-formaat. Er is momenteel in &kmail; geen mogelijkheid om een map automatisch te laten omzetten van het ene naar het andere formaat. Wel is het mogelijk om alle berichten van een map in het oude mbox-formaat te verplaatsen naar een map in het nieuwe maildir-formaat of omgekeerd.
Berichtfilters Wanneer u &kmail; een tijdje gebruikt hebt, kan er een situatie ontstaan waarin u het overzicht in "postvak in" verliest door het grote aantal berichten. Berichtfilters kunnen dan één en ander weer overzichtelijk maken door bepaalde acties uit te voeren op berichten in een map. De filters die hier beschreven worden, worden toegepast op berichten nadat deze opgehaald zijn van de server. Indien de berichten gefilterd moeten worden terwijl zij nog op de server staan, kan er gebruik gemaakt worden van POP-filters. Filters bestaan uit twee delen. Allereerst de filtercriteria: dit zijn een verzameling zoekpatronen die bepalen of de filterhandelingen moeten worden uitgevoerd. Daarnaast de filterhandelingen, die bepalen wat er met een bepaald bericht gedaan wordt als de filtercriteria van toepassingen zijn. Lees meer over zoekpatronen en filterhandelingen op de volgende pagina's. De beschikbare filters worden na elkaar uitgevoerd, beginnend met het eerste filter. Bij het eerste filter waarbij de filtercriteria van toepassing zijn worden de filterhandelingen uitgevoerd. Nadat deze filterhandelingen zijn uitgevoerd wordt er gewoonlijk niet gekeken of er nog andere filters in aanmerking komen om uitgevoerd te worden. Is dit wel gewenst, dan kunt u dit aangeven. Gebruikelijk is dat de filters worden toegepast op binnenkomende berichten, maar ze kunnen ook worden toegepast op verzonden berichten, afzonderlijke berichten of groepen berichten. Om bepaalde berichten te filteren selecteert u deze en drukt u op &Ctrl;J of u kiest in het menu BerichtFilters toepassen. Alle filters waarbij de optie dat deze ook van toepassing zijn op handmatige filterhandelingen geselecteerd is, worden nu toegepast. Snel filters instellen Er zijn twee manieren waarop een filter gecreëerd kan worden. De snelste manier is om te kiezen voor BerichtFilter aanmaken. Vervolgens wordt het dialoogvenster "Filterregels" geopend waarin het eerste filtercriterium (afhankelijk van de gekozen menuoptie) en de eerste filterhandeling (naar map verplaatsen) al ingevuld zijn. In de meeste gevallen is het dus alleen nodig om de map aan te geven waarnaar het e-mailbericht verplaatst moet worden, maar uiteraard kan het filter ook nog aangepast worden. Een interessant voordeel van deze methode is dat &kmail; bij het creëren van een filter voor een discussiegroep een poging zal doen om een criterium te vinden dat uniek is voor de berichten van de discussiegroep. Indien dat criterium gevonden is, zal de afgeleide naam van de discussiegroep getoond worden bij BerichtFilter aanmakenFilteren op discussiegroep.... De tweede manier om een filter aan te maken is door alle gegevens van het benodigde filter zelf in te typen. Dit kunt u doen door het menu InstellingenFilters instellen... te kiezen. Het dialoogvenster "filterregels" wordt hierna uitgebreid besproken. Het dialoogvenster "filterregels" In dit dialoogvenster kunnen filters worden aangemaakt en gewijzigd. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u het menu BerichtFilter aanmaken of InstellingenFilters instellen... kiest. Het dialoogvenster is verdeeld in vier gedeelten: Beschikbare filters Dit gedeelte bevat de huidige filters en enkele knoppen. Door middel van de knoppen kunt u nieuwe filters aanmaken, de volgorde waarin de filters worden toegepast wijzigen en filters verwijderen of hernoemen. Wanneer u een filter selecteert, verschijnen de eigenschappen van het filter in het rechterdeel van het dialoogvenster. Filtercriteria In dit gedeelte kunt u het zoekpatroon opgeven waaraan het e-mailbericht moet voldoen voordat de filterhandelingen worden uitgevoerd. U kunt aangeven of een e-mailbericht aan één van de criteria of aan alle criteria moet voldoen voordat de filterhandelingen uitgevoerd gaan worden. Later volgt een uitgebreide beschrijving van de verschillende zoekpatronen. Wanneer u op Meer klikt, kunt u meer zoekpatronen opgeven, bijvoorbeeld als het identificeren van een bepaald bericht gecompliceerd is. Klik op Minder om het laatste zoekpatroon te verwijderen. Klik op Beginwaarde om alle zoekpatronen, behalve de eerste twee, te wissen. Deze worden dan weer ingesteld op de beginwaarden. Ongeldige of lege zoekpatronen worden niet toegepast. Filterhandelingen In dit gedeelte kunt u de lijst met handelingen instellen die uitgevoerd moeten worden zodra de filtercriteria van toepassing zijn. Hierna volgt een gedetailleerde uitleg over de verschillende Filterhandelingen. U kunt op Meer klikken om een extra handeling op te geven. Klik op Minder om de laatste handeling te verwijderen. Klik op Beginwaarde om alle handelingen, behalve de eerste, te wissen. Deze wordt dan weer ingesteld op de beginwaarde. Ongeldige of lege handelingen kunnen niet worden uitgevoerd. Uitgebreide opties In dit gedeelte kunt u enkele aanvullende instellingen maken voor het betreffende filter. De eerste rij keuzevakjes geeft aan waarop het filter toegepast mag worden. Selecteer het keuzevakje op inkomende berichten om de filters toe te passen op inkomende berichten (bijvoorbeeld bij Controleren op berichten bij), het keuzevakje op verzonden berichten om dit te doen voor de verzonden berichten (Bijvoorbeeld na Verzenden) en het keuzevakje op handmatige filterhandelingen om de filters handmatig toe te passen (Bijvoorbeeld via BerichtFilters toepassen). Selecteer het keuzevakje Als dit filter overeen komt, verwerking hier stoppen om volgende filters niet meer toe te passen als de filtercriteria van dit filter van toepassing zijn. Als u het menu Dit filter toevoegen aan het menu "Filter toepassen" kiest, wordt dit filter opgenomen in het submenu van Bericht Filter toepassen. U kunt dan een bericht filteren op basis van één specifiek filter. Om Alle filters op een bericht toe te passen moet u het menu Bericht Filters toepassen kiezen. Uiteraard stopt dit, als er een filter wordt gevonden waarvan de filtercriteria voldoen en Als dit filter overeen komt, verwerking hier stoppen geactiveerd is. Filters krijgen automatisch een naam. U kunt een andere naam aan het filter geven door op de knop Hernoemen te klikken. &kmail; blijft de naam van het filter bijwerken zolang de filternaam begin met <. Als u een filterhandeling opslaat door op OK of Toepassen te klikken, dan worden alleen de geldige filters naar het interne filterbeheer gekopieerd. De lege zoekpatronen en handelingen worden uit de filtercriteria en filterhandelingen verwijderd voordat het filter bewaard wordt. Zoekpatronen De meeste filters worden ingesteld om de berichten van een bepaalde afzender er uit te filteren. Dit kunt u doen door het From-veld te kiezen. Bij een filter voor een discussiegroep kunt u het beste kiezen voor het <geadresseerden>-veld. Uiteraard zijn er meerdere velden beschikbaar waarop het criterium gebaseerd kan zijn. Overigens wordt er bij het zoeken niet gekeken naar het verschil in hoofdletters en kleineletters: <Bericht> Doorzoekt het volledige bericht (berichtkoppen, berichtinhoud en, indien aanwezig, bijlagen); <berichtinhoud> Doorzoekt de tekst van het bericht (dus alles behalve de berichtkoppen); <enig berichtkop> Doorzoekt de berichtkoppen van het bericht; <geadresseerden> Doorzoekt de berichtkoppen Aan: en CC: van het bericht; <grootte in bytes> Bekijkt of het bericht groter of kleiner is dan de opgegeven waarde; <leeftijd in dagen> Bekijkt of het bericht ouder of jonger is dan de opgegeven waarde; <status> Plaatst restricties op de status van het bericht; Elke andere naam Doorzoekt de opgeven berichtkop met de opgegeven naam. De inhoud van de lijst met beschikbare regels hangt af van wat u in de eerste keuzelijst hebt geselecteerd. De beschikbare regels zijn: Regel Beschikbaar voor Beschrijving bevat/bevat niet alle tekstuele zoekopdrachten Controleert of een item de opgegeven tekst wel/niet bevat. is gelijk aan/is ongelijk aan meeste tekstuele zoekopdrachten Controleert of een item gelijk/ongelijk is aan de opgegeven tekst. overeenkomstig met regexp./niet overeenkomstig met regexp. alle tekstuele zoekopdrachten Controleert of een item de opgegeven reguliere expressie bevat. Indien de reguliere expressie-bewerker is geïnstalleerd, kunt u op de knop Bewerken... klikken om de reguliere expressie te bewerken. heeft bijlage/heeft geen bijlage <Bericht> Controleert of een bericht wel/geen bijlage bevat. staat in adresboek/staat niet in adresboek meeste tekstuele zoekopdrachten Controleert of een item een e-mailadres bevat uit uw adresboek. Deze regel is natuurlijk alleen van toepassing op adresvelden, zoals Van, CC of <geadresseerden> zit in categorie/zit niet in categorie meeste tekstuele zoekopdrachten Controleert of een item een e-mailadres bevat uit de opgegeven categorie in uw adresboek. Ook deze regel is natuurlijk alleen van toepassing op adresvelden. is gelijk aan/is niet gelijk aan numerieke zoek-items Vergelijkt of de waarde van een item gelijk/ongelijk is aan de opgegeven waarde. is kleiner dan numerieke zoek-items Controleert of de waarde van een item kleiner is dan de opgegeven waarde. is groter dan numerieke zoek-items Controleert of de waarde van een item groter is dan de opgegeven waarde. is kleiner dan of gelijk aan numerieke zoek-items Controleert of de waarde van een item kleiner dan of gelijk is aan de opgegeven waarde. is groter dan of gelijk aan numerieke zoek-items Controleert of de waarde van een item groter dan of gelijk is aan de opgegeven waarde. is/is niet <status> Kijkt of een bericht de opgegeven status wel/niet heeft. Filterhandelingen De meeste filters worden ingesteld om binnenkomende berichten te filteren naar bepaalde mappen. Dit kan gedaan worden door te kiezen voor naar map verplaatsen. Een totaaloverzicht van alle mogelijke handelingen: Naar map verplaatsen Slaat het bericht op in een andere map. Het bericht wordt dus verwijderd uit de huidige map. Momenteel kan de map waarheen het e-mailbericht verplaatst moet gaan worden geen IMAP-map zijn. Naar map kopiëren Kopieert het bericht naar een andere map. U kunt momenteel geen &imap;-mappen als doel opgeven. Identiteit instellen op Zorgt er voor dat een bepaalde identiteit gebruikt gaat worden wanneer u het bericht gaat beantwoorden. Markeren als Markeert het e-mailbericht als gelezen, belangrijk (vlag-pictogram), doorgestuurd, beantwoord, &etc; Valse MDN verzenden Dit verstuurt een valse lees- en ontvangstbevestiging naar de verzender van het bericht. Transport instellen op Stelt de transportmethode in (bijvoorbeeld SMTP) wanneer u het bericht gaat beantwoorden. Antwoordadres instellen op Verandert de berichtkop Reply-To. Dit kan van pas komen bij berichten van discussiegroepen waarbij het antwoordadres u niet aanstaat. Doorsturen naar Dit stuurt het bericht ingebed door naar een ander e-mailadres. Dit gebeurt op dezelfde manier als wanneer u het menu BerichtDoorsturen Ingebed... kiest. Omleiden naar Leidt het bericht om naar een ander e-mailadres. Aflevering bevestigen Verstuurt een bevestiging naar de afzender dat het bericht is aangekomen. Dit gebeurt alleen als de afzender om een ontvangstbevestiging heeft gevraagd. Dit filter maakt het mogelijk om selectief ontvangstbevestigingen te versturen. Indien er naar iedereen een ontvangstbevestiging verstuurd mag worden, kan dat worden ingesteld bij &kmail; instellen... ( in het gedeelte Beveiliging). Het advies is echter om niet aan iedereen zomaar een ontvangstbevestiging te versturen omdat het op die manier wel erg makkelijk is voor afzenders van bijvoorbeeld spam om te controleren of e-mailadressen geldig zijn. Geldige e-mailadressen worden vervolgens weer verspreid aan anderen die spam versturen, waardoor u uiteindelijk bedolven wordt onder ongewenste e-mail. Commando uitvoeren Voert een programma uit, het bericht zal echter niet worden gewijzigd. Geef het volledige pad op naar het programma. &kmail; zal wachten totdat het programma afgerond is. Indien u dat niet wilt, kunt een & toevoegen aan het commando. Het e-mailbericht kan worden meegegeven aan het programma: %0, %1, &etc;. Het getal staat voor een bepaald deel van het bericht. Normaliter is %0 de tekst, %1 de eerste bijlage en zo verder. Daarnaast wordt het volledige bericht aan stdin meegegeven. Daarbij wordt elke %{foo} vervangen door de inhoud van de foo-berichtkop. Momenteel werkt dit alleen als het e-mailbericht tenminste één bijlage heeft. In andere gevallen zal zelfs %0 in het algemeen niet werken! Zelfs complexe commando's kunnen worden opgegeven omdat &kmail; een subshell gebruikt om het commando uit te voeren. Zodoende zal zelfs het volgende commando uitgevoerd worden: uudecode $(mktemp kmail-uudecoded.XXXXXX) && echo $'\a' Doorsluizen via Dit haalt de tekst door een bepaald programma heen. Indien het programma uitvoer teruggeeft, zal het volledige e-mailbericht (inclusief berichtkoppen) vervangen worden door deze uitvoer. Als het programma geen uitvoer teruggeeft of met een andere dan status 0 eindigt, zal het bericht niet gewijzigd worden. Geef het volledige pad op naar het programma. Ook hier zullen %n,%{foo}, etc., vervangen worden zoals dat gebeurt bij commando uitvoeren. Wees er op bedacht dat deze filterhandeling er voor kan zorgen dat berichten onleesbaar worden als het aangeroepen programma geen goede uitvoer teruggeeft. Berichtkop verwijderen Verwijdert alle berichtkoppen met de opgegeven naam uit het e-mailbericht. Dit kan bijvoorbeeld van pas komen om ongewenste Reply-To-berichtkoppen te verwijderen. Berichtkop toevoegen Voegt een berichtkop met de opgegeven naam en waarde toe aan het e-mailbericht. Indien er reeds een berichtkop bestaat met de opgegeven naam, zal deze worden overschreven met de nieuwe waarde. Indien er meerdere berichtkoppen met de opgegeven naam bestaan (bijvoorbeeld de Received:-berichtkoppen), zal één van hen overschreven worden en de anderen zullen niet veranderd worden. Dit is een bekende beperking van deze handeling. Indien dit ongewenst is, kan deze handeling voorafgegaan worden door de handeling berichtkop verwijderen, zodat er geen berichtkop met deze naam meer zal voorkomen. Berichtkop herschrijven Zoekt de opgegeven berichtkop en wijzigt de waarde. De opgegeven zoekopdracht zal beschouwd worden als een hoofdlettergevoelige reguliere expressie. De opgegeven waarde zal letterlijk worden gebruikt, maar \n, $n en ${nn} (waarbij n een enkel getal is, behalve de laatste variant) zullen worden vervangen door zoekdelen die in de reguliere expressie tussen haakjes staan.Analoog aan de opmerkingen bij het berichtkop toevoegen-veld geldt hier dezelfde beperking. Geluid afspelen Speelt het geselecteerde geluid af. Voorbeelden van filters Stel dat ik geabonneerd ben op de (algemene) &kde;-mailinglijst, dan zou ik een aparte map kunnen maken (bijvoorbeeld KDE-Algemeen) waarin de berichten van de discussiegroep komen te staan. Ik kan nu een filter aanmaken dat de berichten van de discussiegroep automatisch verplaatst van "postvak in" naar de map KDE-Algemeen. Dit kan op de volgende manier: Een discussiegroep filteren Kijk of bij BerichtFilter aanmakenFilteren op discussiegroep... de naam van de discussiegroep vermeld staat. Als dat het geval is, dan wordt er direct een goed filtercriterium getoond, bijvoorbeeld: List-Id bevat <kde@mail.kde.org>. Bij de Filterhandelingen hoeft dan alleen nog te worden aangegeven naar welke map de berichten verplaatst moeten worden. Als dat niet werkt, dan moet u bedenken hoe de berichten van de discussiegroep het best geïdentificeerd kunnen worden. Bijvoorbeeld: bij bijna alle berichten van de discussiegroepen van &kde; staat de naam van de discussiegroep in de berichtkop Onderwerp (bijvoorbeeld [KDE-i18n-nl]). Kies nu in het menu voor InstellingenFilters instellen.... Klik nu op de knop Nieuw om een nieuw, leeg filter aan te maken. Dit filter zal voorlopig de naam <onbekend> hebben. selecteer In het gedeelte Filtercriteria Subject uit de lijst, selecteer vervolgens in het volgende veld bevat en vul in het derde veld [KDE-i18n-nl] in. In de eerste kolom van de Filterhandelingen kunt u nu naar map verplaatsen kiezen. Daarnaast verschijnt een nieuwe keuzelijst waaruit de map gekozen kan worden waarnaar de berichten verplaatst moeten worden. In dit voorbeeld is dit dus KDE-Algemeen. Misschien wilt u complexere filters creëren. Als u bijvoorbeeld alleen de berichten van uw goede vriend Jan Jansen <jan.jansen@provider.nl>, gericht aan de discussiegroep, wilt filteren naar een speciale map. Hier komende de extra filtercriteria van pas: Het filter uitbreiden Open het dialoogvenster Filterregels en selecteer het zojuist aangemaakte filter. Omdat u alleen de berichten die [KDE-i18n-nl] in de Subject-berichtkop hebben en die afkomstig zijn van Jan Jansen wilt filteren, selecteert u allereerst komt overeen met al het volgende. Vervolgens kunt u bij het tweede criterium in de eerste kolom From selecteren, gevolgd door bevat en daarnaast tikt u jan.jansen@provider.nl in. U hebt nu een filter dat alle berichten van Jan Jansen gericht aan de discussiegroep verplaatst naar de map KDE-Algemeen. Filteroptimalisatie Het is belangrijk om te weten dat bijvoorbeeld de volgorde van de filters invloed hebben op de snelheid van het filterproces. Nu volgen wat opmerkingen die het goed en snel filteren kunnen bevorderen: Stop het filterproces zo snel mogeijk: Indien u weet dat een filter een bepaalde groep berichten heeft gefilterd, dan kunt u met de keuzevak Als dit filter overeen komt, verwerking hier stoppen voorkomen dat alle andere filters nodeloos worden doorlopen (bekijk ook de geavanceerde instellingen van het dialoogvenster Filter). Een voorbeeld hiervan is het filteren van de berichten van discussiegroepen via de berichtkop List-Id. Zodra een bericht van Discussiegroep A is gevonden en gefilterd, dan is het niet zinnig om nog te testen of het afkomstig is van Discussiegroep B. Bedenk welke filterregels bij het evalueren ervan veel tijd zullen kosten: De tijd die nodig is om de filtercriteria te testen hangt af van de manier waarop de criteria zijn opgebouwd. Zo zal het bekijken of iets een bepaalde tekst bevat sneller gaan dan overeenkomstig met regexp.. Wat ook in beschouwing genomen moet worden is de hoeveelheid gegevens die getest moeten worden in de criteria. Indien het filter gebaseerd is op een berichtkop, dan zou dit veel sneller moeten zijn dan een filter dat de inhoud van het volledige e-mailbericht evalueert. Probeer het filter zo simpel mogelijk te houden. Controleer de volgorde van de filters: De meest tijdrovende filters zijn de filterhandelingen Doorsluizen via en Commando uitvoeren. Deze roepen namelijk externe programma's aan. Plaats deze filters als het even kan dus achter de filters die het aantal berichten verminderen of pas de criteria aan zodat de handeling alleen wordt uitgevoerd op de berichten waarvoor dit echt nodig is. Een voorbeeld is het filteren van berichten van discussiegroepen en het detecteren van spamberichten. Voor spamdetectie hebt u waarschijnlijk een filter doorsluizen via gemaakt. Voor de discussiegroep hebt u waarschijnlijk een filter gebaseerd op de berichtkop List-Id ingesteld. Indien u de berichten van de discussiegroep niet hoeft te controleren op spam, dan is het beter om het filter voor de discussiegroep vóór het filter van de spamdetectie te plaatsen. Dit voorkomt het tijdrovende filteren van berichten van de discussiegroep. Filterlog Indien u wilt controleren of de filters op de juiste manier werken, kunt u het filterlog openen door het menu Hulpmiddelen Filterlog bekijken... te kiezen. In de logweergave kunt u het doorlopen van de verschillende filters volgen. U kunt aangeven tot in welk detail u dit wilt doen, u kunt het logvenster leegmaken of de gegevens opslaan in een bestand. De logweergave kan waardevolle informatie geven indien berichten niet op de juiste manier gefilterd worden. POP-filters POP-filters kunnen gebruikt worden om e-mailberichten al op de POP-server te filteren, dus nog voordat deze opgehaald worden. U kunt deze filters instellen om bijvoorbeeld te voorkomen dat &kmail; buitensporig grote berichten op gaat halen, en zodoende tijd besparen. In het dialoogvenster om het POP-account in te stellen kunt u aangeven dat de filters moeten worden toegepast voor berichten die groter zijn dan een bepaalde grootte door de optie Berichten filteren als ze groter zijn dan te selecteren. De grootte kunt u in het vakje ernaast instellen. De standaardwaarde is 50.000 Bytes. Bij berichten die groter zijn dan de opgegeven waarde zal er gecontroleerd worden of de filtercriteria voldoen. Indien er geen filter voldoet, zal er gevraagd worden wat er met het bericht gedaan moet worden. 50.000 Bytes is een goede grootte zodat de berichtkoppen op zich niet het filteren zullen activeren. Elk bericht dat gefilterd moet worden genereert wat extra verkeer doordat de berichtkoppen twee keer opgehaald worden; het is dus niet wenselijk dat elk bericht gefilterd wordt. De filterhandeling die standaard toegepast zal worden is Berichten ophalen om te voorkomen dat berichten verloren gaan. Wees voorzichtig met de optie Berichten van server verwijderen, aangezien het onmogelijk is om de verwijderde post terug te halen. Met een stel goede filters is het mogelijk dat alle berichten, die door het filter gehaald moeten worden, goed worden afgehandeld (dus: ophalen, later ophalen of verwijderen). Dan verschijnt dus nooit het dialoogvenster waarin u moet aangeven wat er met een bericht moet gebeuren. Let er wel op dat zodra de filtercriteria wel van toepassing zijn, er geen betrouwbare manier meer is om de bijbehorende filterhandeling nog te veranderen. Alleen als er geen toepasselijk filter is gevonden zal het dialoogvenster getoond worden. Het dialoogvenster <guilabel>POP-filterregels</guilabel> Regels toevoegen gaat hetzelfde als bij de berichtfilters. Op de linkerhelft kunt u de bestaande filters selecteren zodat deze gewijzigd kunnen worden. Klik op het pictogram Nieuw om een nieuw filter te maken. Aan de rechterkant kunt u aangeven wanneer het filter van toepassing is. Bij de Filterhandelingen kunt u vervolgens aangeven wat er vervolgens met het bericht moet gebeuren. De beschikbare opties zijn: Berichten ophalen De berichten die voldoen aan de criteria worden opgehaald, net als berichten die onder de drempelwaarde voor het filteren van berichten zitten. Berichten later ophalen De berichten die voldoen aan de criteria bijven op de server. Deze berichten kunt u op een later tijdstip ophalen, nadat u de filterhandeling handmatig hebt veranderd. Berichten van de server verwijderen De berichten die voldoen aan de criteria worden van de server verwijderd. Zodra een e-mail van de server is verwijderd, is er geen mogelijkheid meer om dat bericht terug te halen. Let er op dat er dus geen berichten verwijderd worden die u toch eigenlijk wel zou willen lezen. Als het keuzevakje Overeenkomstige berichten die gemarkeerd zijn als "Later ophalen" altijd tonen in het dialoogvenster geselecteerd is, wordt het dialoogvenster geopend wanneer de e-mail opgehaald wordt en er minimaal één bericht gemarkeerd staat als bericht dat later opgehaald moet worden. Dit dialoogvenster verschijnt zelfs wanneer alle berichten boven de drempelwaarde door een filter afgehandeld kunnen worden. Het kan namelijk gebeuren dat er een tijd lang geen berichten boven de drempelwaarde uitkomen, zodat het dialoogvenster niet verschijnt. Zonder dat dialoogvenster is het niet mogelijk om de filterhandeling voor de berichten waarvan is aangegeven dat ze later moeten worden opgehaald, te wijzigen. Het dialoogvenster "Bevestigen" Dit dialoogvenster verschijnt wanneer POP-filters geactiveerd zijn en er berichten op de server gevonden zijn die groter zijn dan de ingestelde drempelwaarde voor het POP-account. Nu kunt u aangeven wat er met de e-mailberichten gedaan moet worden. Hiervoor zijn de volgende opties: Ophalen (groen), Later ophalen (geel, met zandloper) of Verwijderen van de server (rood kruis). Wees verzichtig met het verwijderen van berichten, omdat er geen mogelijkheid is om dit ongedaan te maken. Het gedeelte Regelinstelling gefilterde berichten kan uitgeklapt worden door Berichten tonen die overeenkomen met een filterinstelling en zijn gemarkeerd als 'Ophalen' of 'Verwijderen' te selecteren. Het keuzevakje is alleen beschikbaar als er berichten zijn die voldoen aan de filtercriteria. In het uitgeklapte gedeelte kunt u de opgegeven filterhandeling die bij de filtercriteria hoort veranderen in een andere filterhandeling. Houd er rekening mee dat er, als er voor alle berichten die boven de opgegeven drempelwaarde liggen filtercriteria van toepassing zijn, geen dialoogvenster zal verschijnen. Uitzondering op deze regel is wanneer u de optie Overeenkomende berichten die gemarkeerd zijn als "Later ophalen" altijd tonen in het dialoogvenster geselecteerd hebt bij Globale opties van de POP-filterinstellingen. In dat geval wordt het dialoogvenster ook getoond wanneer er minimaal één bericht op de server gemarkeerd staat voor Later ophalen. Meerdere accounts gebruiken U kunt meerdere accounts instellen, zodat u e-mail van verschillende adressen of bij verschillende mailservers op kunt halen. Kies het menu Instellingen&kmail; instellen... en klik op het pictogram Netwerk om een account toe te voegen of te wijzigen. Bekijk het hoofdstuk Hoe te beginnen voor uitleg over de verschillende instellingen. Om de e-mail van een specifiek account op te halen, kiest u het menu BestandControleren op berichten bij.... Vervolgens selecteert u het gewenste account waarvan de nieuwe e-mail opgehaald moet worden. Een andere mogelijkheid is om met de muisknop enige tijd ingedrukt te houden boven het pictogram Controleren op berichten bij. Er verschijnt dan een lijst met accounts waaruit u het gewenste account kunt selecteren. Berichten versleutelen of digitaal ondertekenen met behulp van <application>PGP</application> of <application>GnuPG</application> Er zijn enkele aanzienlijke veranderingen gemaakt in de manier waarop &kmail; ondertekenen en versleutelen gebruikt. De introductie die hierop volgt, is gemaakt voor vorige versies van &kmail;; u kunt deze nog steeds lezen als algemene inleiding voor het ondertekenen en versleutelen van berichten, maar de (technische) details zullen iets afwijken van deze versie. Dit is een korte uitleg over het gebruik van PGP (Pretty Good Privacy) binnen &kmail;. Ook worden er enkele tips gegeven over het gebruik van PGP. De uitleg is bedoeld voor beginners, Indien u bekend bent met PGP, dan kunt u grote delen van de uitleg overslaan. De uitleg (en over het algemeen ook binnen &kmail;) wordt alleen gesproken over PGP, maar het is van toepassing op zowel PGP als op GnuPG (Gnu Privacy Guard). Voor GnuPG geldt echter wel dat de opgegeven parameters bij de commandoregels enigszins kunnen verschillen. Bekijk ook de Veel gestelde vragen over PGP. Wanneer u gebruik maakt van "OpenPGP Ingebed", zullen bijlagen niet versleuteld worden. Om bijlagen te versleutelen moet u GnuPG en de bijbehorende bibliotheken installeren. U kunt dan per bijlage beslissen of de bijlage ondertekend en/of versleuteld dient te worden. &kmail; maakt gebruik van de uitvoer van PGP. Doordat de uitvoer van verschillende versies ven PGP niet altijd hetzelfde is, kan &kmail; de uitvoer niet op juistheid controleren. U moet zelf dus eerst testen of deze uitvoer goed is, voordat u deze functionaliteit serieus gaat gebruiken. Het kan dus gebeuren dat &kmail; u niet waarschuwt terwijl er wel iets misgaat. U kunt het beste de optie Versleutelde/ondertekende tekst tonen na het opstellen aanzetten. Om ondersteuning van PGP in &kmail; te activeren is het noodzakelijk dat PGP geïnstalleerd en geconfigureerd is. Uiteraard is dit niet de aangewezen plek om een volledige uitleg over PGP te geven. Wel beschrijven we de noodzakelijke stappen om PGP te kunnen gebruiken. Voor meer informatie verwijzen wij naar het uitstekende handboek van PGP en naar de website The GNU Privacy Handbook. Het is een goed idee om deze documentatie door te lezen, net als de inleiding tot cryptografische publieke sleutels (inbegrepen in het PGP 6.5.x pakket). Hierin staan de basisprincipes uitgelegd, zodat u beter begrijpt wat er daadwerkelijk gebeurt. Ook worden diverse veiligheidsaspecten nader onder de loep genomen. Laten we beginnen. Voorwaarden &kmail; gaat ervanuit dat PGP met het commando pgp aan te roepen is. Ook bij GnuPG zal het commando pgp gebruikt worden. Als de toepassing niet onder die naam aangeroepen kan worden moet u een zogenaamde symbolische koppeling (symlink) aanmaken. Als u dit nog niet eerder gedaan hebt, moet u een sleutelpaar (geheime en publieke sleutel) voor uzelf aanmaken. Dit moet op de commandoregel gebeuren met behulp van de commando's: pgp , respectievelijk gpg . &kmail; zelf biedt geen ondersteuning voor het aanmaken van sleutelparen met behulp van PGP. De identiteit (normaal gesproken uw naam gevolgd door uw e-mailadres tussen de tekens < en >, dus bijvoorbeeld Jan Jansen <jan.jansen@provider.nl>) en uw wachtwoord (passphrase) zijn belangrijk voor de samenwerking tussen &kmail; en PGP. <application>PGP</application>-gerelateerde instellingen Selecteer het tabblad OpenPGP bij de instellingen voor de Beveiliging. Daar vindt u de volgende opties: Versleutelingsgereedschap Hier kunt u selecteren of u PGP, GnuPG of geen versleutelingstoepassing wilt gebruiken. Uiteraard moet de desbetreffende toepassing wel geïnstalleerd zijn. Ook is het belangrijk dat u de juiste versie van de toepassing selecteert. Wachtwoord (passphrase) in geheugen bewaren Als deze optie niet is geselecteerd zal &kmail; bij het ondertekenen van ieder bericht (vlak voor het verzenden) of het selecteren van een versleuteld bericht vragen om het wachtwoord. Als u de optie wel selecteert, zal &kmail; het wachtwoord vanaf de eerste keer dat u het succesvol intypt tot &kmail; wordt afgesloten onthouden. Het wachtwoord wordt in het geheugen bewaard en niet op de harde schijf weggeschreven. Indien u één van de crypto-plugins gebruikt of GnuPG met de gpg-agent, dan zal een extern programma vragen om het wachtwoord en deze optioneel een bepaalde tijd onthouden. Berichten ook ondertekenen met eigen sleutel Als deze optie niet is geselecteerd, dan is het niet meer mogelijk om verzonden berichten nog te ontcijferen nadat u deze hebt versleuteld. Selecteer deze optie om het bericht ook te ondertekenen met uw eigen sleutel, zodat het mogelijk is om verzonden berichten weer te ontcijferen. Versleutelde/ondertekende tekst tonen na het opstellen Het resultaat van de versleuteling en ondertekening kan bekeken worden voordat het bericht daadwerkelijk verzonden wordt. Als de versleuteling faalt dan kunt u er op deze manier voor zorgen dat het bericht niet verzonden wordt. Het is aan te bevelen om deze optie te activeren. Altijd de cryptografische sleutels voor goedkeuring tonen Als deze optie geselecteerd is, wordt er altijd een dialoogvenster geopend waarin u kunt kiezen welke sleutel er van iedere ontvanger gebruikt moet worden voor het versleutelen van het e-mailbericht. Indien u deze optie niet selecteert zal &kmail; het dialoogvenster alleen tonen als er geen sleutel van een bepaalde ontvanger gevonden kan worden of als er meerdere sleutels beschikbaar zijn. Berichten automatisch met OpenPGP ondertekenen Selecteer deze optie om standaard alle berichten digitaal te ondertekenen. Uiteraard blijft het mogelijk dit incidenteel uit te schaken door op het desbetreffende pictogram in het venster "Bericht opstellen" te klikken. Berichten automatisch versleutelen, wanneer mogelijk Als u deze optie selecteert, zal &kmail; automatisch alle berichten versleutelen met de ingebouwde OpenPGP-ondersteuning of met de PGP/MIME-Plugin. Dit gebeurt alleen wanneer er voor elke ontvanger een vertrouwde PGP-sleutel in de sleutelbos gevonden kan worden of wanneer er voor die ontvanger is aangegeven dat het bericht niet versleuteld hoeft te worden. Wanneer het voor &kmail; niet geheel duidelijk is zal er aan u gevraagd worden of het bericht versleuteld moet worden of niet. Nu het versleutelingsgereedschap is ingesteld moet er nog worden aangegeven welke OpenPGP-sleutel &kmail; moet gebruiken voor het digitaal ondertekenen en versleutelen van de berichten. Dit doet u door naar uw Identiteit te gaan en daar op het tabblad Geavanceerd uw sleutel te selecteren. Nu kunt u uitgaande e-mailberichten digitaal ondertekenen. Om het voor andere mensen mogelijk te maken u versleutelde berichten te sturen of uw digitale handtekening te controleren op echtheid, is het noodzakelijk om uw publieke sleutel toe te voegen aan een openbare PGP-sleutelserver. Dit is een grote verzameling publieke sleutels die door iedereen kan worden geraadpleegd. Om iemand versleutelde berichten te kunnen versturen of de digitale ondertekening op echtheid te controleren moet u zijn of haar publieke sleutel hebben. U kunt uw publieke sleutel(s) bewaren op een openbare PGP-sleutelserver zoals http://www.cam.ac.uk.pgp.net/pgpnet/. Berichten digitaal ondertekenen Stel uw e-mailbericht zoals gebruikelijk op in &kmail;. Voordat u het bericht verzendt klikt u op het pictogram Bericht ondertekenen op de werkbalk. Vervolgens kunt u het bericht verzenden. Bij de identiteit die u gebruikt hebt tijdens het opstellen van de e-mail moet bij de instellingen een OpenPGP sleutel aangegeven zijn. Om berichten digitaal te ondertekenen moet &kmail; het PGP-wachtwoord (passphrase) weten. Indien u de optie Wachtwoord (passphrase) in geheugen bewaren in het gedeelte Beveiliging niet hebt geactiveerd, zal &kmail; het wachtwoord bij ieder bericht dat digitaal ondertekend verzonden moet worden vragen. Dit zal slechts één keer gebeuren als de optie wel is geselecteerd. Berichten versleutelen Om een versleuteld bericht aan iemand van wie u de publieke sleutel bezit te versturen, stelt u uw e-mailbericht zoals gebruikelijk op. Voordat u het bericht verstuurt, klikt u op het pictogram Bericht versleutelen op de werkbalk. U hoeft wellicht niet op het pictogram te klikken indien de optie Berichten automatisch versleutelen, wanneer mogelijk geselecteerd is in de Instellingen van &kmail; (zie boven). Vervolgens kunt u het bericht versturen. Als u het pictogram Bericht versleutelen geselecteerd hebt en &kmail; kan de sleutel van de beoogde ontvanger niet vinden, zal een lijst met alle beschikbare sleutels getoond worden in het dialoogvenster Selectie van cryptografische sleutel. Indien &kmail; meerdere vertrouwde sleutels van de beoogde ontvanger vindt, zullen de verschillende sleutels van die ontvanger getoond worden. In beide gevallen kunt u de sleutel kiezen waarmee het e-mailbericht versleuteld moet gaan worden. Door middel van het keuzevakje Keuze onthouden kunt u de gemaakte keuze voor toekomstige berichten vastleggen. Wanneer u een sleutel voor de eerste keer gebruikt, wanneer er conflicterende instellingen zijn, of wanneer Altijd de cryptografische sleutels voor goedkeuring tonen is geselecteerd in het gedeelte Beveiliging van de instellingen van &kmail;, zal het dialoogvenster Goedkeuring van cryptografische sleutel getoond worden. Hier kunt u de verschillende sleutels wijzigen en de Versleutelingsvoorkeur voor iedere ontvanger vastleggen. De standaardoptie Berichten automatisch versleutelen, wanneer mogelijk zorgt ervoor dat het bericht automatisch versleuteld wordt wanneer er voor iedere ontvanger een vertrouwde sleutel beschikbaar is. Zoals hierboven reeds vermeld staat, is het niet mogelijk om door uzelf opgestelde, verzonden berichten terug te lezen als u Bericht ook ondertekenen met mijn eigen sleutel niet geselecteerd hebt in het gedeelte Beveiliging. Publieke sleutel versturen Stel een bericht op voor de persoon die u uw publieke sleutel wilt toesturen. Vervolgens kiest u in het menu BijlagePublieke sleutel bijvoegen. Nu zal uw publieke sleutel die bij de gebruikte identiteit hoort als bijlage toegevoegd worden aan het e-mailbericht. Het bericht kan nu verzonden worden. Bedenk dat het niet verstandig is om te denken dat de ontvanger van uw publieke sleutel aan de hand van uw digitale ondertekening de echtheid van de sleutel kan vaststellen. Er kan een zogenaamde 'man-in-the-middle-attack' uitgevoerd worden. Iemand die het bericht onderschept kan de publieke sleutel veranderen en vervolgens met die sleutel het bericht weer ondertekenen zodat het authentiek lijkt. Dit is de reden dat de authenticiteit van de sleutel op een andere manier (bijvoorbeeld post, telefoon of fax) geverifieerd moet worden. Bedenk dat dit de basis is van versleuteling en dat hier dus niet lichtvaardig mee omgesprongen moet worden. Bekijk de PGP-documentatie voor meer informatie hierover. U ontvangt een versleuteld bericht Alles wat u hoeft te doen is het bericht selecteren. &kmail; zal nu vragen om uw wachtwoord (passphrase). &kmail; zal dan proberen het bericht te ontcijferen en u de tekst tonen indien het bericht met uw publieke sleutel is ondertekend (zoniet, dan kunt u het bericht niet lezen). &kmail; bewaart de berichten versleuteld zodat iemand die uw wachtwoord niet kent de berichten niet kan lezen. U ontvangt een publieke sleutel U kunt een publieke sleutel ontvangen als bijlage, via http, ftp of een floppy. Voordat u deze sleutel kunt gebruiken om een bericht te versleutelen moet u eerst de sleutel verifiëren (controleer de "fingerprint" of bekijk vertrouwde handtekeningen). Daarna kan, als u PGP gebruikt, deze sleutel worden toegevoegd aan uw sleutelbos door middel van het volgende commando: PGP bestandsnaam. Indien u GnuPG gebruikt is dit het juiste commando: gpg bestandsnaam. Indien de echtheid van de sleutel niet op basis van andere handtekeningen achterhaald kan worden, kunnen er alleen berichten versleuteld worden met deze sleutel indien u de sleutel met uw eigen sleutel ondertekent. De Antispam-assistent Beginselen &kmail; heeft geen ingebouwde spamdetectie: de ontwikkelaars vinden dat een extern, gespecialiseerd hulpmiddel een betere aanpak is. &kmail; kan wel gebruik maken van het flexibele filtersysteem om deze hulpmiddelen aan te spreken. De antispam-assistent helpt u met de basisinstellingen van de filters. Waar kan de assistent mee helpen? U kunt kiezen uit verschillende manieren waarop u het spamfilter wilt instellen. Daarna creëert de assistent automatisch de benodigde filterregels. Wat zijn de beperkingen van de assistent? Er kunnen alleen basisinstellingen voor filters gemaakt worden en er zijn alleen standaardinstellingen beschikbaar. Het is niet mogelijk bestaande filters te wijzigen. Om de assistent te starten kiest u Hulpmiddelen Antispam-assistent.... De assistent controleert of er bekende antispam-toepassingen geïnstalleerd zijn. Het is mogelijk om de spamcontroles van uw provider te hergebruiken. Vaak wordt er door de provider een berichtkop toegevoegd aan het bericht. U kunt via de assistent &kmail; instellen om één of meer applicaties te gebruiken. Bedenk echter wel dat het gebruik van antispam-toepassingen tijd kosten. &kmail;kan trager reageren zolang het bericht door deze toepassingen behandeld wordt. Als dat het geval is, kunt u het beste de regels aanpassen of verwijderen. Bogofilter Bogofilter is een bayesiaans filter. Dat betekent dat het filter leert. Het leert van de binnenkomende berichten en van de berichten waarvan u expliciet aangeeft dat zij spam of juist geen spam zijn. Maar het is wel een zeer snel filter. Dit weegt vaak op tegen de fouten die het in het begin zal maken in de beoordelingen. SpamAssassin SpamAssissin is een complexe applicatie die tegen spam vecht. De snelheid is erg afhankelijk van de instellingen, maar het is zonder training goed in staat spam te detecteren. Het is minder snel dan een puur bayesianfilter. Enige achtergrondinformatie is vereist om hier goed mee te kunnen werken. Annoyance-Filter Dit hulpmiddel wordt nog niet veel gebruikt. Dit zal gaan veranderen als distributies het pakket gaan opnemen. Het is een hulpmiddel voor specialisten. GMX Spam Filter Als u uw mail via de GMX-mailserver laat lopen, dan worden de berichten reeds gecontroleerd op spam. Het resultaat van dat proces is beschreven in een speciale berichtkop in ieder bericht. Het is mogelijk om deze informatie te gebruiken. Bij het gebruik van dit hulpmiddel zal er geen vertraging binnen KMail merkbaar zijn tijdens het filteren. Uitgebreide opties Nu volgen de details over de werking van de assistent: &kmail; kan samenwerken met een aantal externe hulpmiddelen die spam detecteren. Het probeert om de geinstalleerde hulpmiddelen automatisch op uw computer te vinden. U kunt vervolgens aangeven welk hulpmiddel geactiveerd moet worden binnen &kmail;. Het is uiteraard mogelijk de assistent te sluiten, hulpmiddelen te installeren en vervolgens opnieuw de assistent op te starten. Indien u de mogelijkheid wilt hebben om berichten te markeren als spam of geen spam (ham), dan moet u het keuzevakje Berichten handmatig als spam markeren selecteren. Het lijkt mogelijk om hetzelfde te bereiken door simpelweg de status van het bericht te wijzigen, maar als één van de hulpmiddelen Bayesianfilters gebruikt, dan wilt u dit hulpmiddel laten weten dat een bericht onterecht gemarkeerd is. Een Bayesianfilter baseert zich namelijk op een statistische analyse van alle inkomende berichten, de waardering van het bericht wordt dus ook bepaald door de geschiedenis, u wilt in dit geval dus dat het Bayesianfilter de waardering aanpast, zodat in het vervolg de onterechte markering misschien voorkomen kan worden. Indien u minimaal één hulpmiddel geselecteerd hebt, kunt u instellen welke handelingen uitgevoerd moeten worden met betrekking tot het tegengaan van spamberichten. Indien &kmail; spamberichten moet detecteren, kunt u Berichten markeren met behulp van antispam-hulpprogramma's; indien berichten verplaatst moeten worden naar een bepaalde map, kunt u de map aangeven en kiezen voor Verplaats gevonden spamberichten naar de geselecteerde map; indien u het bericht ook als gelezen gemarkeerd wilt hebben, kiest u ook voor Markeer gevonden spamberichten als gelezen. Wanneer u een keuze hebt gemaakt, dan kunt u de assistent de filters laten aanmaken. De assistent houdt geen rekening met de bestaande filters, maar voegt de filters simpelweg toe. Bekijk na afloop de filters nog even in het dialoogvenster Filter om te zien of bijvoorbeeld de volgorde goed is ingesteld. Indien u het keuzevakje Berichten handmatig als spam of ham markeren geselecteerd hebt, dan zullen er op de werkbalk pictogrammen verschijnen zodat u berichten snel als ham (gewenste) of spam (ongewenst) kunt markeren. Bedenk dat als u een bericht als spam markeert, dit wellicht verplaatst wordt naar de eerder opgegeven map. Meer details voor de experts De assistent gebruikt de gegevens die in een speciaal configuratiebestand zijn opgeslagen. Dit bestand heeft de naam kmail.antispamrc en bevindt zich in de globale of individuele KDE configuratie map). Het controleert eerst het globale configuratiebestand en vervolgens het individuele bestand. Indien het individuele configuratiebestand een hoger versienummer heeft per ingesteld antispam-hulpmiddel, dan wordt deze gebruikt en anders het globale bestand. Zo hebben zowel beheerders als gebruikers toegang tot de configuratie van de assistent. De detectie van spamberichten wordt gedaan via een doorsluizen via filterhandeling per antispam-hulpmiddel. Een ander filter controleert of de berichten daardoor gemarkeerd worden als spam en (afhankelijk van de gekozen instelling in de assistent) verplaatst ze naar een bepaalde map. Beide filters worden zo ingesteld dat ze zowel toegepast worden op binnenkomende berichten, als op handmatig gestarte filtering. Twee filters zijn nodig voor de markering van ham en spam. Ze bevatten handelingen om de berichten als zodanig te markeren. Zoals hierboven vermeld, is er nog een filter nodig om de berichten te verplaatsen naar een andere map. Indien het geselecteerde hulpmiddel een Bayesianfilter bevat, dan worden er additionele filters (op basis van commando uitvoeren) aangemaakt om de berichten die handmatig als spam of ham gemarkeerd worden weer terug te geven aan het Bayesianfilter om hiervan te leren. Indien u het filterproces wilt beïnvloeden, dan kunt u in het hoofdstuk hierover meer informatie vinden. De Antivirus-assistent Beginselen &kmail; heeft geen ingebouwde virusdetectie; de ontwikkelaars vinden dat een extern, gespecialiseerd hulpmiddel een betere aanpak is. &kmail; kan gebruik maken van het flexibele filtersysteem om deze hulpmiddelen aan te spreken. De antivirus-assistent helpt u met de basisinstellingen van de filters. Waar kan de assistent mee helpen? U kunt kiezen uit verschillende manieren waarop u het virusfilter wilt instellen. Daarna zal de assistent de benodigde filterregels automatisch voor u creëren. Wat zijn de beperkingen van de assistent? Er kunnen alleen basisinstellingen voor filters gemaakt worden en er zijn alleen standaardinstellingen beschikbaar. Het is niet mogelijk bestaande filters te wijzigen. Om de assistent te starten kiest u Hulpmiddelen Antivirus-assistent.... Uitgebreide opties De Antivirus-assistent werkt in principe hetzelfde als de Antispam-assistent. Nu volgen details over de werking van de assistent: &kmail; kan samenwerken met een aantal externe hulpmiddelen die berichten controleren op virussen. Het probeert om de geinstalleerde hulpmiddelen automatisch op uw computer te vinden. U kunt vervolgens aangeven welk hulpmiddel geactiveerd moet worden binnen &kmail;. Het is uiteraard mogelijk de assistent te sluiten, hulpmiddelen te installeren en vervolgens opnieuw de assistent op te starten. Indien u minimaal één hulpmiddel hebt geselecteerd, kunt u instellen wat er gedaan moet worden met berichten die een virus bevatten. Indien &kmail; berichten moet controleren op virussen, moet u Berichten controleren met behulp van antivirus-programma's selecteren; indien geïnfecteerde berichten verplaatst moeten worden naar een bepaalde map, moet u de map selecteren en kiezen voor Verplaats gevonden geïnfecteerde berichten naar de geselecteerde map; indien u wilt dat het bericht ook als gelezen gemarkeerd wordt, kiest u ook voor Markeer gevonden geïnfecteerde berichten als gelezen. Wanneer u een keuze hebt gemaakt, dan kunt u de assistent de filters laten aanmaken. De assistent houdt geen rekening met de bestaande filters, maar voegt de filters simpelweg toe. Bekijk na afloop de filters nog even in het dialoogvenster Filter om te zien of bijvoorbeeld de volgorde goed is ingesteld. Details De assistent gebruikt de gegevens die in een speciaal configuratiebestand zijn opgeslagen. Dit bestand heeft de naam kmail.antivirusrc en bevindt zich in de globale of individuele KDE configuratie map). Het controleert eerst het globale configuratiebestand en vervolgens het individuele bestand. Indien het individuele configuratiebestand een hoger versienummer heeft per ingesteld antivirus-hulpmiddel, dan wordt deze gebruikt en anders het globale bestand. Zo hebben zowel beheerders als gebruikers toegang tot de configuratie van de assistent. Het detecteren van geïnfecteerde berichten wordt gedaan via een doorsluizen via filterhandeling per hulpmiddel. Een ander filter controleert of de berichten daardoor gemarkeerd worden als geïnfecteerde berichten en (afhankelijk van de gekozen instelling in de assistent) verplaatst ze naar een bepaalde map. Beide filters worden ingesteld dat ze zowel toegepast worden op binnenkomende berichten als op handmatig gestarte filtering.