Copyright © 2002, 2003, 2004, 2005 Quanta Plus ontwikkelteam
Het is toegestaan dit document te kopiëren, te verdelen en/of te wijzigen onder de voorwaarden van de GNU vrije-documentatie-licentie, versie 1.1 of een latere versie, gepubliceerd door de Free Software Foundation; zonder invariante paragrafen, zonder vooromslagteksten, en zonder achteromslagteksten. Een kopie van de licentie vindt u hier: de paragraaf "GNU vrije-documentatielicentie".
Quanta Plus is een web-IDE die ontwikkeld is om neutraal te zijn en voor elke opmaaktaal gebruikt te kunnen worden, en in het bijzonder om populaire web-gebaseerde scripttalen, CSS en andere door W3C® aanbevolen talen te ondersteunen.
Inhoudsopgave
Quanta Plus is een gereedschap voor webontwikkeling voor de K Desktop Environment. Quanta Plus is ontworpen voor snelle webontwikkeling en is snel een volwassen editor met een aantal grote mogelijkheden aan het worden. Ons doel blijft om het allerbeste gereedschap voor webontwikkeling te maken. We beseffen ons dat we veel meer mensen nodig hebben om dit te bereiken, dus zijn we bezig met het maken van uitbreidingen om het voor webontwikkelaars gemakkelijk te maken om Quanta Plus aan te passen, uit te breiden en te verbeteren. Verder vragen we aan u alswebontwikkelaars om uw toekomstige uitbreidingen te doneren. We zullen deze indelen opdat webontwikkelaars precies die bronnen, uitbreidingen en plugins voor Quanta Plus kunnen vinden die ze nodig hebben, om op die manier de beste ontwikkelaars te worden. | ||
--Eric Laffoon at http://quanta.sourceforge.net |
In hun streven om de beste HTML-editor te maken, kregen de ontwikkelaars van Quanta Plus een ander idee: “Wat als Quanta Plus nu eens een algemene, uitbreidbare editor voor opmaaktalen zou worden?” Dat zou het de beste omgeving voor webontwikkeling maken voor KDE! En zo gebeurde het.
Niet langer gebonden aan HTML is Quanta Plus op weg om een omgeving voor algemene webontwikkeling te worden. In feite zou Quanta Plus een IDE moeten zijn voor alles wat u in XML kunt definiëren.
Nu we dat gezegd hebben: Quanta Plus is uitgegroeid dankzij de geweldige bijdragen die door de hele KDE-ontwikkelgemeenschap geleverd zijn. Met 'open source' in het achterhoofd gebruikt Quanta Plus het idee “Waarom iets schrijven dat iemand anders al geschreven heeft?” Dankzij het raamwerk van KDE is dit niet alleen mogelijk, maar biedt het gebruikers en ontwikkelaars ook de mogelijkheid om Quanta Plus uit te breiden volgens hun eigen wensen.
Quanta Plus biedt webontwikkelaars een intuïtieve en krachtige'multiple document interface' (MDI) en kan zo uw productiviteit verbeteren. Door het gebruik van aangepaste acties, scripts en werkbalken kunt u bijna elke taak automatiseren. Als u dan ook nog eens Kommander gebruikt, kunt u Quanta Plus dusdanig uitbreiden dat u nooit meer de syntaxis van uw scripttaal hoeft te onthouden. (Meer hierover in Hoofdstuk 7, Quanta Plus uitbreiden.)
Quanta Plus kent enkele hoofdconcepten. Om Quanta Plus te begrijpen en er optimaal gebruik van te maken, zult u eerst deze concepten, de basis, moeten begrijpen. Dit hoofdstuk beschrijft deze concepten, zonder welke Quanta Plus erg primitief zou zijn.
De werkruimte in Quanta Plus is verdeeld in drie zichtbaarheidsgebieden: Globaal, Lokaal en Project. Dit verschil is op diverse plaatsen in Quanta Plus van belang.
Globale items zijn beschikbaar voor iedereen die Quanta Plus gebruikt. Van werkbalken tot acties, alles dat als globaal is aangegeven, wordt opgeslagen in de gemeenschappelijke mapstructuur van Quanta Plus. Hierdoor kan een groep beheerders bepaalde werkbalken, acties en sjablonen in de globale boomstructuur opslaan, die vervolgens door iedereen gebruikt kunnen worden. Zo kan een installatie voor meerdere gebruikers gemakkelijk voor iedereen hetzelfde gehouden worden.
Lokale items vormen samen een persoonlijke verzameling van bronnen voor webontwikkeling. Deze bestaat uit de persoonlijke sjablonen en werkbalken van een gebruiker. Lokale items worden in de persoonlijke map van een gebruiker opgeslagen. Hierdoor zijn deze altijd voor persoonlijk gebruik beschikbaar.
Projectitems zijn alleen voor een specifiek project beschikbaar. Een projectitem kan een CSS-sjabloon zijn of een werkbalk met acties die een speciale handeling op de bestanden van dat project uitvoeren. Dit is het meest beperkte zichtbaarheidsgebied. Alle items die in de project-werkruimte worden opgeslagen komen in de mapstructuur van het project. Hierdoor kunt u uw gespecialiseerde hulpmiddelen en sjablonen delen met iedereen die ook aan het betreffende project werkt.
Quanta Plus bewerkt het document dat u nu leest.
De MDI van Quanta Plus is verdeeld in een aantal delen: het editorvenster, de snelinfo-bomen, informatietabs en de werkbalken. Zie de paragraaf “Het editorvenster”, de paragraaf “De hulpmiddelenweergaven.”, de paragraaf “De informatietabs” en de paragraaf “De werkbalken” voor meer informatie over deze delen.
Het editorvenster van Quanta Plus.
In het editorvenster van Quanta Plus' kunt u meerdere bestanden tegelijk open hebben. Als er slechts één bestand open is, vult het document het gehele editorvenster. Zodra een tweede bestand geopend wordt, wordt een klein deel van de onderkant van het editorvenster afgenomen voor het weergeven van tabs en een statuspictogram. De bovenstaande afbeelding toont een diskette-pictogram naast de bestandsnaam, dat aangeeft dat het bestand gewijzigd is en opgeslagen dient te worden.
U kunt met de muis rechtsklikken op de tabbladen om een contextmenu te krijgen met items die van toepassing zijn op het huidige document, zoals het huidige, andere, of alle tabbbladen sluiten; naar andere tabbladen overschakelen; het document herladen, verwijderen of uploaden; naar een regel met bladwijzer overschakelen; CVS-opdrachten op het huidige document uitvoeren.
Rechtsklikken in het editorgebied geeft u een ander contextmenu met betrekking tot de inhoud van het bewerkte document, zoals eenvoudige bewerkacties (knippen/kopiëren/plakken), de tag onder de cursor bewerken, het gebied selecteren dat door de tag onder de cursor wordt bestreken, contexthulp verkrijgen over het woord onder de cursor of een bestand openen als de tekenreeks onder de cursor naar een bestand verwijst.
Bovenaan het editorvenster vindt u de editor-werkbalken. De standaard binnen Quanta Plus is momenteel HTML 4.01 Transitional, waarvoor standaard een aantal werkbalken geladen wordt. Bij nieuwe versies van Quanta Plus zullen de werkbalken bijgewerkt worden om aan de wensen van gebruikers tegemoet te komen en om nieuwe mogelijkheden te benutten.
Het gebruik van de werkbalken is vrij eenvoudig. Als u een basistag als <p> in uw document wilt invoegen, klikt u op het pictogram dat die tag representeert. Nu kunt u de gegevens invoegen bij de tag die u zojuist hebt ingevoegd. Als u een tag wilt invoegen die attributen vereist (zoals een anker), verschijnt er een dialoogvenster waarin u de diverse velden kunt invullen.
Het dialoogvenster voor een anker (<a>).
De hulpmiddelenweergaven.
Met de hulpmiddelenweergaven of de snelinfobomen (QIT) kunt u binnen Quanta Plus navigeren en informatie openen en verzamelen. De tabs geven u toegang tot een aantal boomstructuren: Bestanden, Project, Sjablonen, Documentstructuur, Scripts, Attributen en Documentatie.
Hoe QIT werkt
Hier kunt u door uw bestandssysteem bladeren. Er worden twee hoofdmappen getoond. De eerste is uw persoonlijke map en de tweede is de hoofdmap van het bestandssysteem - /. Gebruik deze om reeds bestaande bestanden op uw machine te vinden die u wilt bewerken of aan een actief project toe wilt voegen. Als u met de rechter muisknop op een bestand klikt verschijnen er diverse opties. Ook kunt u hiermee het bestand in een actief project toevoegen en wisselen tussen boomstructuur- en lijstweergave.
Projectbeheer is een van de vele krachtige hulpmiddelen die Quanta Plus u biedt. Deze tab toont alle bestanden binnen uw project en door met de te klikken kunt u de bestanden binnen uw project beheren. Acties zoals toevoegen, verwijderen, uploaden of van schijf verwijderen kunnen in dit menu uitgevoerd worden.
Verder biedt Quanta Plus u de mogelijkheid sjablonen te gebruiken. Sjablonen kunnen van alles zijn. Afbeeldingen, codefragmenten, een gehele webpagina, enzovoort. De keuze is aan u.
Sjablonen worden onderverdeeld in drie categorieën, afhankelijk van hun zichtbaarheidsgebied en de context waarin ze gebruikt worden. Deze zichtbaarheidsgebieden zijn gelijk aan die van de werkruimte van Quanta Plus. Globale sjablonen zijn altijd bruikbaar, lokale sjablonen alleen door de huidige gebruiker en projectsjablonen alleen in een specifiek project. Zie voor meer informatie over sjablonen de paragraaf “Sjablonen”.
Hier vindt u informatie over de diverse scripts die u kunt gebruiken. Het 'Globaal/Lokaal/Project'-concept geldt hier ook. Door met de
op een item te klikken, krijgt u de beschikbare informatie over het script te zien. Door klikken met de kunt u enkele acties uitvoeren, zoals het script uitvoeren, bewerken, of per e-mail opsturen.Deze tab toont de interne representatie van uw document binnen de parser. Door met de
op een element te klikken, wordt de cursor verplaatst naar de positie van dat element binnen uw document. Door met de te klikken kunt u een aantal acties uitvoeren die van toepassing zijn op het navigeren binnen de boomstructuur en het verversen ervan.Deze boomstructuur verschijnt onder alle andere QIT's. Hierbinnen kunt u snel attributen en namespaces bewerken. Omdat het invoersysteem zich op inhoud richt, kunt u alle beschikbare attributen met slechts enkele muisklikken bewerken.
Attributen-boomstructuur
Hier kunt u complete documentatie over webtechnologieën vinden om u te helpen bij het ontwikkelen. U kunt documentatie voor Quanta Plus downloaden vanaf de documentatie-website van Quanta Plus en u kunt uw eigen documentatie maken. Verder kunt u door een map "doc" aan uw project toe te voegen, projectspecifieke documentatie toevoegen, wijzigen en bekijken.
De informatietabs van Quanta Plus.
Quanta Plus bevat standaard twee tabs onderaan het venster, waarin nuttige informatie gevonden kan worden. Dit zijn het Berichtenvenster en het Problemenvenster.
Deze tab toont informatie van scripts die in quanta uitgevoerd worden, zoals de DTD die voor het huidige document gebruikt wordt en wijzigingen aan die DTD.
Deze tab toont fouten in de opmaak van het huidige document. Scripts die binnen Quanta Plus worden uitgevoerd plaatsen hun foutmeldingen ook in deze tab.
De HTML-werkbalken van Quanta Plus.
De werkbalken in Quanta Plus zijn sterk uitgebreid en zijn gemakkelijk te begrijpen. U klikt op een knop en de daarmee geassocieerde actie wordt uitgevoerd. Het mooie aan werkbalken is dat u uw eigen acties grafisch kunt definiëren in Quanta Plus.
Werkbalken in Quanta Plus beheren is eenvoudig. Door het menu te openen, staan u opties ter beschikking voor het laden, opslaan, toevoegen, verwijderen, en per e-mail opsturen van werkbalken. Als u een werkbalk laadt, kunt u kiezen uit een van de drie werkruimtes in Quanta Plus. Als u een zojuist aangemaakte werkbalk opslaat, kunt u het in het lokale zichtbaarheidsgebied of in het zichtbaarheidsgebied van een project opslaan. Als u een nieuwe werkbalk globaal beschikbaar wilt maken, vraagt u uw beheerder of hij deze in de globale werkbalkenmap van Quanta Plus wil plaatsen.
Een andere mogelijkheid binnen Quanta Plus is het e-mailen van uw werkbalken. Quanta Plus stuurt de werkbalk als een ge-'gzipped' tar-archief via KMail. Als u een werkbalk via e-mail ontvangt, kunt u deze opslaan en in Quanta Plus laden als elke andere werkbalk!
Dit hoofdstuk beschrijft de delen van Quanta Plus waar u het meeste mee zult werken. Deze maken u niet alleen productiever, maar zorgen er ook voor dat u Quanta Plus aan uw eigen manier van werken aan kunt passen.
Zoals al eerder beschreven, worden werkbalken in Quanta Plus vooral beheerd via het menu . Aanmaken en gebruiken gaan op een net andere manier. Het aanmaken van werkbalken wordt later beschreven in de sectie “Werkbalken aanmaken”.
Het gebruik van werkbalken is eenvoudig. Als u op een pictogram van een element of actie klikt, kunnen er drie dingen gebeuren. Er kan een element ingevoegd worden (eventueel met een sluit-element), er kan een dialoogvenster verschijnen waarin u attributen voor een element in kunt vullen, of er kan een actie uitgeveord worden die iets handigs met uw huidige bestand of project doet. Als u merkt dat u herhaaldelijk vervelend typewerk doet om een bepaald element dat niet in Quanta Plus zit goed in uw code te krijgen, kunt u dat toevoegen. Zie de paragraaf “Document Type Editing Package (DTEP)” voor meer informatie.
Werkbalken en hun elementen instellen kunt u doen door het contextmenu te gebruiken (rechtsklik op een werkbalk) waar u een Nieuwe actie kunt aanmaken, een Nieuwe werkbalk, en andere acties kunt uitvoeren als Werkbalk verwijderen, Werkbalk hernoemen of Werkbalken instellen. Het laatste geeft u het dialoogvenster waar u kunt opgeven welke acties op deze of andere werkbalken zichtbaar moeten zijn.
Door het contextmenu op een actie (pictogram) op een werkbalk te activeren, ziet u naast de bovengenoemde acties ook Actie verwijderen en Actie bewerken, die voor zichzelf spreken.
De werkbalken en de acties erop kunnen worden ingesteld met de menu-items -> en ->.
Over gebruikergedefinieerde acties kunt u lezen in de paragraaf “Gebruiker-gedefinieerde acties”.
Een tag-dialoogvenster ziet er als volgt uit:
Een voorbeeld van een tag-dialoogvenster.
De bovenstaande afbeelding geeft het dialoogvenster voor de anker-tag weer. Als u HTML of XHTML kent, ziet u dat alle attributen die in een anker-element kunnen voorkomen, beschikbaar zijn in het dialoogvenster. De tabs bovenaan voor Algemeen, Kern en i18n, Gebeurtenissen en Focus bevatten alle andere attributen die beschikbaar zijn voor het anker-element. U hoeft slechts de attributen in te vullen die u in uw element wilt terugzien. Als u OK kiest krijgt u een goedgevormd anker op de huidige cursorpositie in uw document.
De Quanta Plus projectassistent (->) maakt het aanmaken van projecten eenvoudig.
De projectassistent.
De velden zijn redelijk zelfverklarend. U kunt ze het handigste van boven naar onder invullen. Het invullen van een projectnaam zorgt ervoor dat de mapstructuur voor de rest van het project automatisch ingevuld wordt. Alle paden en auteursinformatie kunnen later ingesteld worden met -> (Shift+F7).
Algemene projectinstellingen
Hier vult u de naam van uw project in. We nemen hier als voorbeeld “foo
”. Wanneer u Naam invult, wordt Bestand automatisch ingevuld.
Dit is de naam van uw Quanta Plus-projectbestand. Normaal gesproken is dit de naam van uw project, in kleine letters en zonder spaties. Verder wordt de extensie webprj
aan de naam toegevoegd (bijv. foo.webprj
). Dit bestand wordt opgeslagen in de hoofdmap van uw project.
Hier kiest u het protocol dat u gebruikt om uw project te benaderen. Als uw project zich op dezelfde machine bevindt als waar u Quanta Plus gebruikt, laat u de instelling op Lokaal staan. De lijst van protocollen is afhankelijk van hoe uw systeem ingesteld is, maar beschikbaar zijn onder andere SSH, FTP, NFS, SMB en WebDAV. De lijst wordt ingevuld door KDE's krachtige KIOSlave-architectuur. Dit werkraam biedt elke KDE-toepassing eenvoudig toegang tot externe informatie als ware die opgeslagen op de lokale machine.
Hier vult u het adres in van de machine die u wilt benaderen, tenzij u met het protocol Lokaal werkt. Hier kan een hostnaam (host.voorbeeld.com) of een IP-adres (127.0.0.1) ingevuld worden.
De gebruikersnaam om u aan te melden op de server. Dit veld is hoofdlettergevoelig.
Het wachtwoord voor het aanmelden. Dit veld is hoofdlettergevoelig.
Laat dit veld leeg om de standaardpoort voor het gebruikte protocol te gebruiken. Verander dit als uw serverinstellingen dat vereisen.
Dit is de hoofdmap waarin alle projectbestanden en -mappen opgeslagen worden.
Dit is de map waarin de sjablonen voor dit project worden opgeslagen. Dit is een relatief pad ten opzichte van het project en standaard wijst dit naar templates
. Als u een gemeenschappelijke verzameling bestanden hebt die u voor meerdere projecten gebruikt, kan het nuttig zijn om dit veld daarnaartoe te laten wijzen, in plaats van naar de standaard.
Dit is de map waarin de werkbalken voor dit project worden opgeslagen. Dit is een relatief pad ten opzichte van het project en wijst standaard naar toolbars
. Als u een standaardset werkbalken heeft die u voor een aantal projecten gebruikt, is het wellicht handig om dit veld daarheen te laten verwijzen in plaats van naar de standaard.
Hiermee kunt u bestanden uit uw lokale bestandssysteem toevoegen. U kunt meerdere bestanden of zelfs gehele mappen kiezen.
Deze optie is nuttig als u statische webgegevens heeft die u wilt downloaden en aanpassen. Voor server-side scripting (bijv. PHP, Python, etc.) zult u de bestanden op een andere manier moeten verkrijgen.
Bestanden in project invoegen
Schakel dit veld in als u bestanden wilt invoegen die zich in de hoofdmap van uw project bevinden. Laat dit uitgeschakeld als u uw project vanaf de grond wilt opbouwen.
Kies deze optie om alleen opmaak-, script- en afbeeldingsbestanden in uw project in te voegen.
Kies deze optie om alle bestanden en mappen in de hoofdmap van het project weer te geven en een specifiekere keuze te maken.
Dit geeft een lijst met bestanden in de projecthoofdmap weer. U kunt de gewenste bestanden kiezen die u wilt invoegen door deze te selecteren. Deselecteer een bestand om het niet in uw project in te voegen.
Meer projectinstellingen
Voer hier uw naam of alias in.
Het adres waar u e-mailberichten over dit project wilt ontvangen.
Kies de opmaaktaal waarmee u het meeste binnen dit project zult werken.
Kies de tekensetcodering waarmee u de bestanden in uw project wilt openen en opslaan.
Hiermee kunt u een prefix voor uw voorbeeldweergaven gebruiken. U kunt een andere map dan een op uw lokale bestandssysteem invoeren. Hiermee kunt u pagina's met dynamische inhoud die door een server verwerkt moeten worden (PHP, JSS, Python etc.) handig bewerken. Voer het eerste deel van het adres zoals dat op de server gebruikt wordt in, en het laatste deel van het bestandspad wordt aangevuld door Quanta Plus. Bijvoorbeeld: als u het domein foo.bar.com
heeft, en u het bestand index.html
aan het bewerken bent, kunt u dit op de externe machine (foo.bar.com
) bewerken, uploaden naar de server en F6 drukken om de resultaten op www.bar.com
te zien in plaats van die op uw lokale bestandssysteem.
Voer hier het prefix (voorvoegsel) in dat u wilt gebruiken.
Dit maakt een kopie van uw globale sjablonen binnen de mapstructuur van het project.
Dit maakt een kopie van de lokale sjablonen in de mapstructuur van uw project.
Het laatste scherm van de projectassistent bevat 3 instellingen die uw leven gemakkelijker kunnen maken. Deze instellingen kunt u wijzigen via de menuboomstructuur -> op de tab Profielen uploaden of met de sneltoets Shift+F7.
Het dialoogvenster voor projecteigenschappen ziet er als volgt uit:
De pagina "Algemene opties"
Sommige items zijn hetzelfde als in de projectassistent en worden beschreven in de paragraaf “Nieuwe projecten”. De extra items worden hieronder beschreven.
Algemene projectinstellingen
Een lijst bestanden (jokertekens kunnen gebruikt worden) die genegeerd moeten worden als u project-gerelateerde operaties doet als .
Een aanvullende optie aan de bovengenoemde, sluit ook bestanden die in het bestand .cvsignore genoemd worden uit van het project.
De projectweergave die geladen wordt als het project geopend wordt. U kunt meer over projectweergaven lezen in de paragraaf “Projectweergaven”.
Kies de debugger die u wilt gebruiken. Op het moment wordt alleen Gubed ondersteund. U kunt meer informatie over Gubed vinden op http://gubed.sourceforge.net. De debugger-plugin kan ingesteld worden met de knop Opties. Lees de paragraaf “Debuggen in Quanta Plus” om meer over debugging te leren.
De projectweergave die geladen wordt als het project geopend wordt. U kunt meer over projectweergaven lezen in de paragraaf “Projectweergaven”.
Op de pagina Uploadprofielen kunt u de uploadprofielen instellen (zie de paragraaf “Uploadprofielen”) en de weergave van een boomstructuur met de inhoud van de server voor elk profiel inschakelen door het keuzevakje Boomstructuur tonen voor elk profiel in te schakelen.
Op de pagina Teaminstellingen kunt u projectleden toevoegen, wijzigen en verwijderen en een mailinglijst definiëren. Lees de paragraaf “Teamontwikkeling” voor details.
Op de pagina Gebeurtenis-instellingen kunt u Gebeurtenisacties inschakelen en deze acties toevoegen, wijzigen en verwijderen. Gebeurtenisacties worden uitgevoerd als een vooraf ingestelde gebeurtenis optreedt, zoals het opslaan van een bestand. Zie de paragraaf “Gebeurtenisacties” voor details.
Standaard opent Quanta Plus het laatst gebruikte project bij het opstarten. Op het moment kunt u dit niet wijzigen.
Om een ander project te openen, kiest u uit het menu of het pictogram Project openen op de werkbalk. Het dialoogvenster project openen verschijnt en u kunt het project kiezen dat u wilt openen. Projecten hebben de extensie webprj
.
Als u Quanta Plus afsluit wordt uw projectbestand automatisch opgeslagen. Als er bestanden gewijzigd zijn zal Quanta Plus u vragen om deze op te slaan. Ditzelfde gebeurd als u een nieuw project opent.
De projectboomstructuur-weergave geeft u gemakkelijk toegang tot de bestanden in uw project. Hier kunt u de bestanden in het huidige project beheren.
Bij bestanden krijgt u door met de
te klikken het volgende menu:Deze items zijn zelfverklarend en het wordt aan de lezer overgelaten om deze te verkennen.
Bij mappen verkrijgt u een soortgelijk menu, maar zonder de items en :
Deze items worden ook ter verkenning aan de lezer overgelaten.
Het dialoogvenster Project uploaden:
Het dialoogvenster Project uploaden.
Hier kunt u diverse profielen kiezen. Het profiel bevat informatie over waar de ge-uploade bestanden geplaatst moeten worden. Zie ook de paragraaf “Uploadprofielen”.
Met deze knop kunt u een nieuw uploadprofiel maken.
Met deze knop kunt u het huidig geselecteerde uploadprofiel bewerken.
Hiermee kunt u het huidige profiel verwijderen. Als er slechts één profiel aanwezig is, is de knop uitgegrijsd zodat u dat niet kunt verwijderen.
Het wachtwoord wordt onthouden in het geheugen en wordt verwijderd zodra het programma wordt afgesloten. Deze optie is nuttig als u frequent bestanden wilt uploaden en u niet de onveiligere optie “Wachtwoord op schijf opslaan” wilt gebruiken.
Alle bestanden in uw project uploaden.
Alle gewijzigde bestanden uploaden.
Deselecteert alle bestanden in de lijst.
Selecteert/deselecteert alle bestanden in de lijst.
Vouwt alle mappen uit.
Vouwt alle mappen in.
Ververst de lijst.
Start het uploaden.
Dit annuleert de overdracht of sluit het dialoogvenster als het uploaden nog niet is begonnen.
Met Quanta Plus kunt u meerdere uploadprofielen definiëren en op deze manier (delen van) uw project naar verschillende servers uploaden. Als u een profiel aanmaakt of bewerkt ziet u het volgende dialoogvenster:
Voer hier de naam in die u aan uw profiel wilt geven.
Dit is de hostnaam van de server waar u uw bestanden naartoe kopieert. Vul een volledige domeinnaam of een IP-adres in.
Het overdrachtsprotocol dat u voor de upload wilt gebruiken. Deze lijst bevat waarschijnlijk minstens FTP, bestand (bijv. lokaal) en NFS, de rest is afhankelijk van de versie van KDE die u gebruikt.
Poort voor de overdracht. Dit hoeft normaal gesproken niet veranderd te worden tenzij uw netwerkbeheerder een service op een andere poort draait dan gebruikelijk is.
Gebruikersnaam voor de authenticatie.
Wachtwoord voor de authenticatie.
Afhankelijk van uw paranoia-niveau is dit een tijdsbesparende optie of een gevaar. Gebruik deze optie met verstand. Het wachtwoord wordt op schijf opgeslagen als versleutelde tekst. Het kan dus niet zomaar gelezen worden, maar iemand met programmeerkennis kan het eenvoudig ontcijferen.
Dit is het basispad op de externe host waar u de bestanden naartoe wilt kopiëren.
Hiermee kunt u het huidige profiel als standaard instellen.
Een projectweergave is een verzameling bestanden en werkbalken. U kunt meerdere weergaven in een project hebben, dit betekent eenvoudigweg dat u door van weergave te veranderen, een aantal bestanden en werkbalken laadt die de huidige geopende bestanden en werkbalken vervangen.
Weergaven kunnen worden opgeslagen, geopend en verwijderd via het menu of de Projectwerkbalk die u kunt bereiken via ->->.
U kunt een standaardweergave hebben die wordt geladen als het project geopend wordt. Zie de paragraaf “Projecten instellen”.
Sjablonen zijn raamwerkdocumenten, codefragmenten en verwijzingen naar bestanden. Quanta Plus gebruikt sjablonen als basis voor het interne bestandssysteem met verbeterde organisatie en uiterlijk. U kunt elke repository die zich op uw systeem bevindt, naar de sjabloonboomstructuur kopiëren, verplaatsen of koppelen.De grens aan sjablonen in Quanta Plus kunt u als dezelfde zien als dat van uw bestandssysteem: waar uw verbeelding ophoudt.
Sjablonen kunnen in geneste mappen voorkomen. Er is geen vaste limiet aan hoe diep u ze kunt nesten, maar binnen elke map verwacht Quanta Plus een consistente actie voor het basissjabloon. Verder kunnen sjablonen kop- en voettekst aan niet-documentsjablonen toevoegen. Dit maakt het aanmaken van tags gemakkelijker. Het plan voor de volgende versie na de vrijgave is om variabelen toe te voegen waarmee bijvoorbeeld de afbeeldingsgrootte ingelezen kan worden, om zo meer informatie aan de tag toe te kunnen voegen.
Ons doel met sjablonen is om ze uit te breiden naar “concept”-sjablonen die meerdere bestanden kunnen bevatten, voor het plaatsen van een bestelling of het maken van een overzichtssectie. Idealiter wordt dit een gereedschap om uw werk productiever en dynamischer te maken. Een van onze uiteindelijke doelen is om een gestructureerde sjabloonontwerpmodus te maken om site-opmaak en -structuur te kunnen bewerken, die u kunt gebruiken om uw websites te ontwerpen en interactief bij te werken. Wilt u hieraan bijdragen, kijk dan op onze "help wanted"-pagina.
Enkele bij Quanta Plus meegeleverde sjablonen hebben bepaalde gebruiksvoorwaarden. Lees deze goed door voordat u een sjabloon gebruikt.
Quanta Plus ondersteunt diverse soorten sjablonen:
Binaire sjablonen |
Documentsjablonen |
Tekstfragmenten |
Site-sjablonen |
Binaire bestanden zijn alle bestanden die niet puur uit tekst bestaan. Dit kan dus alles zijn behalve tekstbestanden: afbeeldingen, PDF's, flash-bestanden, enzovoort. Binaire sjablonen worden normaal gesproken in een document ingevoegd via links (bijv. afbeeldingen met <img src=/url>
). U vindt enkele voorbeelden in de Sjablonen-boomstructuur onder Globale sjablonen. Zie de paragraaf “De hulpmiddelenweergaven.” voor meer informatie over de Sjablonen-boomstructuur.
Hier valt elk soort tekstdocument onder. U kunt nieuwe documenten maken die gebaseerd worden op deze sjablonen. Waarschijnlijk wilt u specifiekere of afwijkende documenten in submappen onderverdelen. Hier kunt u een basisraamwerk maken voor wat u wilt doen en het op een gestructureerde manier aan uw werk geven, om zodoende meer effici�tie te realiseren. U vindt enkele voorbeelden in de Sjablonen-boomstructuur onder Globale sjablonen. Zie de paragraaf “De hulpmiddelenweergaven.” voor meer informatie over de Sjablonen-boomstructuur.
Dit sjabloontype is handig als u niet een document wilt maken dat op een sjabloon is gebaseerd, maar als u steeds dezelfde tekst in uw documenten wilt invoegen. Dit kan van alles zijn, van een enkele regel commentaar tot een compleet JavaScript-menu of een Perl-script. U vindt enkele voorbeelden in de Sjablonen-boomstructuur onder Globale sjablonen. Zie de paragraaf “De hulpmiddelenweergaven.” voor meer informatie over de Sjablonen-boomstructuur.
Zoals de naam al aangeeft zijn deze sjablonen nuttig om een hele website te maken uitgaande van een sjabloon. Dit is een verzameling van diverse documenten die in een mapstructuur kunnen worden bewaard, het geheel kan worden opgeslagen als gecomprimeerd tar-archief. Quanta Plus biedt op het moment geen voorbeelden van site-sjablonen.
De beschikbaarheid van sjablonen is afhankelijk van de vastgesteldewerkruimte in Quanta Plus.
Maak uw favoriete documentstructuur aan (XML, HTML, DocBook, etc.) en kies ->->.
Als u dit gedaan hebt, verschijnt het sjabloon niet in de project-tabweergave, zelfs niet als u het als projectsjabloon hebt opgeslagen. Ga naar de sjabloonweergave en zoek uw sjabloon op in de tab Projectsjablonen.
Selecteer wat tekst in uw document en kies ->->. U kunt ook slepen-en-loslaten gebruiken om de selectie naar de Sjablonen-boomweergave te slepen.
Het aanmaken van een binair sjabloon is eenvoudig: kopieer het bestand naar een sjabloonmap. U kunt standaard bestandsbeheerfuncties gebruiken om dit te doen: slepen-en-neerzetten of kopiëren en plakken vanuit Konqueror of de Bestandenboom.
Rechtsklik op een map in een van de boomstructuur-weergaves Bestandenboom of Projectbestanden en kies Sitesjabloon maken, kies een naam voor het sjabloon en sla op. Standaard wordt het sjabloon in de projectsjablonenmap opgeslagen, maar u kunt het natuurlijk ook als een lokaal of globaal sjabloon opslaan.
Projectsjablonen zorgen ervoor dat u uw aandacht beter op het feitelijke werk kunt richten. U kunt kop- en voetteksten maken of PHP-invoegbestanden koppelen. Verder zijn er nog een paar andere erg leuke dingen die we overwogen toen we deze functie maakten.
Als u een project aanmaakt kunt u ervoor kiezen om alle bestaande globale en gebruikerssjablonen naar uw lokale project te kopi�en. Projecten krijgen normale sjabloonmogelijkheden zodat u niets verliest. U kunt keizen waar uw sjabloonbestanden opgeslagen moeten worden, bijvoorbeeld in de hoofdmap van uw server zodat uploaden gemakkelijk is, of juist in een submap zodat ze veilig stan. Als u naar een bestand koppelt dat zich niet in de projectsjablonen bevindt, wordt u gevraagd of u dit bestand naar uw projectsjablonen wilt kopi�en voordat de koppeling gemaakt wordt. Dit voorkomt ongeldige koppelingen bij het uploaden. U kunt altijd bepalen waar u uw sjablonen opslaat, dus verplaatsen is mogelijk. Quanta Plus onthoudt dit echter niet, u zult bestaande koppelingen moeten aanpassen.
De sjabloonstructuur op de sjablonentab is gebaseerd op de bestanden in $
en KDEDIR
/share/apps/ quanta/templates $
. Voor beide mappen wordt een containertype vastgesteld zoals hierboven beschreven. HOME
/.kde/share/apps/quanta/templates
Om het gedrag van een map te wijzigen, klikt u met de . Het volgende dialoogvenster verschijnt:
in de sjabloonweergave op de map en kiest uHet dialoogvenster Eigenschappen.
Keuzelijst met de drie eerder beschreven types: bestanden, tekst, sjabloon. Deze lijst is niet beschikbaar als u het keuzevakje Hoofdattributen overnemen ingeschakeld heeft.
<foo>
)Is standaard ingeschakeld en behalve voor de mappen op het hoogste niveau van de sjablonenboomstructuur is dit een goede keuze. Als dit ingeschakeld is op het hoogste niveau, heeft dit als gevolg dat sjablonen, tenzij op lagere niveaus andere keuzes gemaakt worden, gedeactiveerd worden. Voor een map die niet op het hoogste niveau zit, zal de <bla>
iets vermelden als Tekstfragment
. Als er niets vermeld wordt, bevindt u zich waarschijnlijk op het hoogste niveau.
Maakt pre- en posttekst mogelijk voor sjablonen in deze map. Dit is bijvoorbeeld een gemeenschappelijke kop-/voettekst voor alle sjablonen van een bepaald project.
De tekst die voor de eigenlijke inhoud van uw sjabloon ingevoegd moet worden.
De tekst die na de eigenlijke inhoud van uw sjabloon ingevoegd moet worden.
Verder kunt door met de
te klikken toegang krijgen tot bestandsbeheerfuncties om mappen te maken of te kopi�en, of sjablonen te kopiëren en te plakken.Met de Visual Page Layout (VPL)-editor (ook wel WYSIWYG (What you see is what you get: Wat u ziet is wat u krijgt) kunt u een HTML- of XHTML-document bewerken terwijl u de veranderingen direct verwerkt ziet worden. Net als in uw favoriete tekstverwerker kunt u in uw document klikken, en op de plaats van de cursor tekst en afbeeldigen invoegen, tekstopmaak bepalen, etc.. Het doel van VPL is dat u mooie en geldige webpagina's maakt zonder dat u per se over kennis van opmaaktalen moet beschikken.
Quanta Plus biedt twee modi: VPL editor enVPL & broncode-editors. Deze kunt u openen via het menu . De eerste vervangt de broncode-editor door de VPL-editor, de tweede verdeelt het venster in twee delen, de broncode-editor en deVPL-editor.
De VPL-editor werkt als volgt: Een document wordt als een gewone HTML- of XHTML-pagina geladen. U kunt het dan bewerken, en als u terugschakelt naar de broncode-editor ziet u dat de veranderingen die u in de VPL-editor hebt gemaakt, toegepast zijn in de broncode-editor.
Als u in de VPL-editor aan een document werkt dat PHP bevat, ziet u op de plaats van de PHP-code een groen pictogram. Deze code kunt u niet in de VPL-editor wijzigen. Om PHP te wijzigen zult u terug moeten keren naar debroncode-editor.
De tweede modus werkt net als de eerste, met dien verstande dat u direct het gevolg van uw wijzigingen ziet, zowel in de broncode-editor als in de VPL-editor, en de cursors van de broncode-editor en deVPL-editor lopen synchroon. Door op F9 te drukken komt u in deze modus. Als deze modus reeds actief is schakelt u hiermee over van de ene weergave naar de andere. De cursor blijft op dezelfde plek in uw document.
Het interval waarmee de VPL-editor en de broncode-editor ververst worden is instelbaar. Kies ->. Kies de tab . U kunt kiezen of u deweergave automatisch wilt verversen, of alleen als u erop klikt. Als u voor automatisch kiest, kunt u een interval instellen. Kies een kleiner getal voor snellere computers en een groter getal voor langzamere computers.
De modus VPL- & broncode-editors.
Laten we als voorbeeld kijken naar het wijzigen van de titel van uw webpagina. Ga naar ->. Met dit gereedschap kunt u “onzichtbare” tags wijzigen als u in de VPL-editor werkt. Het dialoogvenster Documenteigenschappen wordt ook geopend als u een nieuw document aanmaakt vanuit de VPL-editor. Op deze manier wordt de hoeveelheid letterlijke code die u moet intypen verminderd. U kunt de volgende dingen bewerken:
De titel van het document.
Meta-tags bevatten informatie over het document zelf, bijv. trefwoorden voor zoekmachines op Internet. U kunt meta-items toevoegen of verwijderen met behulp van de twee knoppen onderaan, en u kunt ze wijzigen door op de lijst te klikken: bijv. voer“keywords” in in de kolom “naam”, en “woord1 woord2” in de kolom “inhoud”.
CSS-regels vormen een nieuwe manier om uw webbrowser te vertellen hoe een pagina weergegeven moet worden. U kunt CSS-regels toevoegen of verwijderen met behulp van de knoppen onderaan. U kunt ook de velden invullen als bij meta-items. Het bewerken van CSS-regels wordt nog niet ondersteund.
U kunt ook een extern CSS-stijlblad koppelen. Kies de knop Bladeren en zoek het gewenste bestand op.
U kunt de cursor net als in een tekstverwerker verplaatsen met behulp van de pijltjestoetsen. Er is een fout bekend waardoor het verplaatsen niet geheel gaat zoals u zou willen. Ook selecteren werkt als gewoonlijk. Voeg tekst in door te typen en verwijder het met de toetsen Backspace en Delete.
Het invoegen van tags (afbeeldingen, applets, tekstopmaak en dergelijke) gaat met dezelfde werkbalken als in de broncode-editor. Let op dat het invoegen van een tag niet de voorgaande soortgelijke tags weghaalt, bijv. als u een anker om een tekstblok invoegt, wordt niet een reeds bestaandanker weggehaald.
Sommige werkbalkitems worden uitgeschakeld, zoals de Tabelassistent of de Lijstassistent. Deze zullen in een latere versie wel werken in VPL. Gebruikt u in deze versie de werkbalken Tabellen of Lijsten.
Om een tag te bewerken schakelt u over naar de Attribuut-boomstructuur, die u bereikt via ->. Klik op de tag die u wilt wijzigen, of op een ingesloten object als u er niet direct bij kunt. De attribuut-boomstructuur toont de naam van de huidige tag en een lijst van alle bovenliggende tags en attributen. VPL ondersteunt nog niet (bijvoorbeeld) XHTML+MathML, maar u kunt wel namespaces met deze weergave bewerken. Klik op het veld Waarde en wijzig dit naar eigen wens. Als u een bovenliggende tag wilt bewerken, selecteert u die waarop de attribuut-boomstructuur deze weergeeft.
Om een tag te verwijderen kunt u ook de Attribuut-boomstructuur gebruiken, en wel de twee rode kruisjes in de rechterbovenhoek. De eerste verwijdert alleen de huidige tag. Als de HTML/XHTML-specificatie niet toetstaat dat de onderliggende tags onderliggend worden aan de tag boven de te verwijderen tag, worden ook die tags verwijderd, enzovoort. Het tweede kruisje verwijdert de geselecteerde tag en alle onderliggende.
Dit hoofdstuk beschrijft de verschillende functies die vanuit de menubalk aangeroepen kunnen worden.
Maakt een nieuw, leeg bestand aan.
Blader het systeem door om een bestaand bestand te openen.
Snellijst met de laatste bestanden die u geopend hebt. Als u een bestand opent dat niet in de lijst staat wordt dit toegevoegd en wordt het oudste bestand uit de lijst verwijderd.
Slaat de wijzigingen in het actieve bestand op.
Slaat het actieve bestand onder een andere naam op.
Hiermee kunt u codefragmenten en hele bestanden als een sjabloon opslaan voor later gebruik. Zie de sectie over sjablonen. Als u het geselecteerde bestand buiten de lokale of project-sjabloonmap probeert op te slaan krijgt u een foutmelding.
Hiermee kunt u het bestand als een lokaal sjabloon opslaan.
Hiermee kunt u het bestand als een projectsjabloon opslaan.
Hiermee kunt u de geselecteerde tekst (bijv. een codefragment) opslaan in een lokaal sjabloonbestand.
Hiermee kunt u de geselecteerde tekst (bijv. een codefragment) opslaan in een projectsjabloonbestand.
Slaat alle gewijzigde bestanden op.
Herlaadt het huidige document.
U kunt uw documenten ook afdrukken. Dit maakt gebruik van de interface van kprinter.
Sluit Quanta Plus af.
Maakt de laatste handeling ongedaan.
Voert de laatste ongedaan gemaakte handeling opnieuw uit.
Knipt de geselecteerde tekst en plaats deze op het klembord.
Kopieert de geselecteerde tekst naar het klembord.
Voegt de inhoud van het klembord op de huidige cursorpositie in.
Voegt de inhoud van het klembord in en zet speciale HTML-tekens omnaar HTML-entiteiten zodat deze correct worden weergegeven en niet als tags worden beschouwd door de webbrowser.
Zet de tekst van het klembord om naar URL-codering (om speciale tekens en spaties in URL-adressen goed weer te geven). Voornamelijk gebruikt om een URL in een anker-tag te plakken.
Selecteert alle tekst in het huidige document.
Deselecteert alle tekst in het huidige document.
Schakelt blokselectiemodus in of uit. U kunt hiermee tekstblokken selecteren met het toetsenbord zonder de Shift-toets ingedrukt te houden.
Tussen invoeg- en overschrijfmodus schakelen.
Een tekenreeks of reguliere expressie die in het huidige document gezocht moet worden.
Herhaalt de vorige zoekactie naar beneden vanaf de huidige locatie.
Herhaalt de vorige zoekactie naar boven vanaf de huidige locatie.
Vervanging van een tekenreeks of reguliere expressie in het huidige bestand.
Gaat direct naar een bepaalde regel. Dit is nuttig als uw PHP-script incorrect werkt!
Zoekt een tekenreeks of expressie in bestanden in de geselecteerde map. Een soort grep- of sed-opdracht in de GUI, met een paar voorgedefinieerde patronen.
Expandeert de afkortingen. Afkortingen kunnen worden gedefinieerd in het dialoogvenster .
Schakelt de weergave van de bestanden-boomstructuur in of uit.
Schakelt de weergave van de project-boomstructuur in of uit.
Schakelt de weergave van de sjablonen-boomstructuur in of uit.
Schakelt de weergave van de script-boomstructuur in of uit.
Schakelt de weergave van de documentstructuur-boomstructuur in of uit.
Schakelt de weergave van de attribuut-boomstructuur in of uit.
Schakelt de weergave van de documentatie-boomstructuur in of uit.
Schakelt de weergave van de werkbalk in en uit.
Schakelt de weergave van het berichtenvenster in en uit. In dit venster ziet u de uitvoer van scriptacties en de debugger.
Schakelt de weergave van Probleemrapportage onderaan het Quanta Plus-venster in en uit. Probleemrapportage wordt actief als u naar de Structuur-boomstructuur overschakelt.
Schakelt weergave van de pictogramrand aan de linkerkant van het editorvenster in en uit. Met deze balk kunt u met �n klik bladwijzers plaatsen en verwijderen.
Schakelt de weergave van regelnummers langs de zijkant van het editorvenster in en uit.
Schakelt de regelafbreking op een bepaalde tekstbreedte in en uit.
Schakelt over naar de broncode van het document om dit te bewerken.
Schakelt over naar de VPL-editor om een document te bewerken.
Schakelt over naar een gesplitst scherm om een document te bewerken.
Toont een voorbeeld van het document.
Gaat een stap terug in de voorbeeldweergave.
Gaat een stap vooruit in de voorbeeldweergave na een stap terug te zijn gegaan.
Herlaadt de voorbeeldweergave.
Bekijk het huidige bestand in Konqueror.
Bekijk het huidige bestand met Mozilla®.
Bekijk het huidige bestand in Netscape®.
Bekijk het huidige bestand in Opera.
Bekijk het huidige bestand in Lynx (een webbrowser in tekstmodus).
Stelt een bladwijzer in op de huidige regel in het huidige bestand.
Verwijdert alle ingestelde bladwijzers in het huidige document.
Als u bladwijzers in het huidige bestand hebt, verschijnen deze in het menu samen met een item Vorige of Volgende, afhankelijk van de cursorpositie in het document.
Als u bladwijzers in andere geopende documenten hebt, verschijnen deze in het menu, gegroepeerd naar bestandsnaam van de documenten.
Hoe u projecten in Quanta Plus kunt gebruiken, wordt beschreven in de paragraaf “Projecten”.
Start de projectassistent.
Opent een bestaand project van schijf. Projecten in Quanta Plus hebben de extensie .webprj.
Geeft u een lijst met recent geopende projecten voor snelle toegang.
Sluit het huidige project.
Open een “weergave”, een combinatie van geopende bestanden die u eerder hebt opgeslagen.
Slaat de geopende bestanden op als een “weergave”.
Slaat de geopende bestanden op als een “weergave” onder een andere naam.
Verwijdert een “weergave”.
Laat een dialoogvenster zien waarmee u bestanden aan uw huidige project toe kunt voegen. Deze bestanden worden dan gekopieerd naar de projectmap.
Voegt een map en alle inhoud toe aan het huidige project.
Leest de projectmap opnieuw in om nieuwe bestanden te vinden. Hiermee kunt u afbeeldingen in (een submap van) uw projectmap plaatsen en ze aan het project toevoegen.
Verzendt de bestanden in uw project naar de server. De lijst met beschikbare manieren waarop u dit kunt doen hangt af van de KDE-versie die u heeft, en of u extra KIO-slaves hebt toegevoegd.
Instellingen met betrekking tot het beheer van projecten door Quanta Plus. Zie de sectie Projecten in Quanta Plus voor meer informatie.
Laadt een globale werkbalk in. Deze bevinden zich standaard in $
. KDEDIR
/share/apps/quanta/toolbars
Laadt een lokale werkbalk in. Deze bevinden zich standaard in $
. HOME
/.kde/share/apps/quanta/toolbars
Laadt een projectwerkbalk in. Deze bevinden zich in
. Deze optie is alleen beschikbaar als het gebruik van projectwerkbalken in dit project ingesteld is. Projectmap
/toolbars
Een dialoog voor het opslaan van uw werkbalken. U kunt het type kiezen: lokale werkbalk of projectwerkbalk.
Opslaan als een lokale werkbalk in $
HOME
/.kde/share/apps/quanta/toolbars
Opslaan als een projectwerkbalk in Projectmap
/toolbars
Opent een dialoogvenster voor het toevoegen van een werkbalk. Dit maakt alleen de werkbalk zelf aan, acties moeten worden toegevoegd via het menu ->. Werkbalken worden opgeslagen via ->. Ook wordt bij het afsluiten gevraagd of niet-opgeslagen werkbalken opgeslagen moeten worden.
Verwijdert een werkbalk voor gebruik. Dit verwijdert de werkbalk niet van schijf. Als u de werkbalk nog niet opgeslagen heeft, wordt u eerst gevraagd of u dit wilt doen.
Hiermee kunt u een werkbalk hernoemen.
Hiermee kunt u uw werkbalk naar iemand opsturen (misschien het Quanta Plus-team voor in de volgende versie!). Er wordt een e-mailvenster geopend en uw werkbalkbestand wordt automatisch als bijlage toegevoegd.
Hiermee kunt u een werkbalk naar de hoofdbronnenserver verzenden. Zie de paragraaf “Bronnen delen”.
Hiermee kunt u werkbalken vanaf Internet downloaden. Zie de paragraaf “Bronnen verkijgen”.
Opent een dialoogvenster waarmee u de DTD van het huidige document kunt wijzigen.
Maakt het mogelijk om het instellingenbestand description.rc voor een DTEP te wijzigen.
Laadt een DTD die u of iemand anders gemaakt heeft en zet deze om naar het eigen beschrijvingsformaat van Quanta Plus.
Laadt een eigen DTEP.
Stuur uw DTEP naar iemand op met KMail.
Hiermee kunt u DTEP's uploaden. Zie de paragraaf “Bronnen delen”.
Hiermee kunt u DTEP's vanaf Internet downloaden. Zie de paragraaf “Bronnen verkijgen”.
Dit menu bevat een lijst met de elementen van de momenteel geladen werkbalken. Als u de werkbalk Standaard (HTML) geladen hebt, bevat het menu een submenu dat een lijst met tags en acties van die werkbalk bevat.
Hiermee kunt u de instellingen van de huidige opmaaktag bewerken. Dit item is altijd aanwezig, gevolgd door de DTD-specifieke submenu's.
Accentueert het huidige tag-gebied. Het tag-gebied begint op de plaats van de muiscursor.
Activeert/deactiveert het intelligent invoegen van tags. Momenteel werkt dit alleen in (X)HMTL DTD's. Intelligent invoegen betekent dat Quanta Plus weigert een tag via de werkbalk in te voegen als de tag niet op de huidige locatie aanwezig kan zijn.
Het menu bevat een lijst met beschikbare plugins. U kunt hiermee de plugins activeren en deactiveren.
Kies de accentueringmodus voor het huidige bestand. De lijst met mogelijke schema's hangt af van uw versie van Kate.
Kies het teken waarmee het einde van een regel aangegeven wordt. Nuttig als u op diverse OS-platforms ontwikkelt. U kunt kiezen uit , en .
Verplaatst het geselecteerde tekstblok een tabbreedte naar rechts.
Verplaatst het geselecteerde tekstblok een tabbreedte naar links.
Verwijdert alle inspringposities.
Maakt commentaar van de geselecteerde tekst.
Verwijdert commentaar van de geselecteerde tekst.
Breekt de tekst in het huidige venster af op een bepaalde breedte.
Controleert de spelling in het huidige document.
Bewerkt specifieke eigenschappen van een document bij het gebruik van de VPL-editor.
Zet alle tags en/of attributen van hoofd- in kleine letters om of omgekeerd.
Vergelijkt de syntax van het huidige document met de gebruikte DTD met gebruikmaking van de externe toepassing tidy
.
Sluit het huidige tabblad (document, plugin, voorbeeldweergave of documentatie).
Sluit alle geopende tabbladen.
Direct overschakelen tussen verschillende UI-modi. Door een aantal beperkingen in de KDE-bibliotheken, kan het overschakelen tijd kosten en lelijke artefacten achterlaten. De aanbevolen modi zijn IDEAl-modus die de standaard is of Tabbladenmodus, dezelfde modus als in Quanta Plus 3.2 en eerdere versies.
Verder bevat dit menu een item voor elk geopend tabblad. Door zo'n item te kiezen wordt het geselecteerde tabblad actief.
Toon of verberg de niet-gebruikergedefinieerde werkbalken.
Schakelt de weergave van de DTD-specifieke werkbalk in en uit.
Schakelt de weergave van de statusbalk onderaan het Quanta Plus-venster in en uit.
Stelt het gedrag van Quanta Plus in.
Stel het gedrag van de geïntegreerde voorbeeldweergave in.
De veranderingen die in dit dialoogvenster worden gemaakt hebben invloed op alle toepassingen die van KHTML gebruik maken, inclusief de webbrowser Konqueror.
Hier stelt u de acties voor gebruik op de werkbalken in. Zie de paragraaf “Gebruiker-gedefinieerde acties”.
Hier kunt u plugins definiëren en wijzigen.
Stelt het gedrag van het editorvenster in. Zie het handboek van Kate voor meer details.
Een dialoog waarmeee u items kunt toevoegen aan of verwijderen van werkbalken en de volgorde waarin de pictogrammen staan kunt aanpassen.
Hiermee kunt u de vele editor-sneltoetsen voor Quanta Plus instellen.
Quanta Plus bevat een menu zoals standaard in KDE, met de volgende extra items:
Dit geeft hulp gebaseerd op de context rond de huidige cursorpositie. Toen dit geschreven werd was deze functie nog niet ge�plementeerd.
Quanta Plus is een product van hoge kwaliteit dat vrij beschikbaar is, maar net zoals alle andere 'open-source' projecten, kunnen de ontwikkelaars altijd hulp gebruiken. Als u Quanta Plus op een financi�e manier wilt steunen, kunt u hier vinden hoe dat kan.
De standaard menu-items van het menu Help in KDE zijn als volgt:
Roept het handboek van dit programma op (dit document).
Verandert de muiscursor in de combinatie pijltje en vraagteken. Het klikken op items in dit programma zal een tekstballon tonen (als er een beschikbaar is voor dat specifieke item) met een omschrijving van de functie van dat item.
Opent het bugrapport-dialoogvenster waar u een een bug kunt melden of een “suggestie” kunt indienen die deze toepassing beter, handiger of nuttiger zou kunnen maken.
Deze optie zal informatie over de versie en de auteurs tonen.
Dit zal de KDE-versie en andere standaardinformatie tonen.
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u het gedrag van Quanta Plus kunt instellen.
De dialoogvensters met instellingen zijn beschikbaar vanuit het menu Instellingen. Hier worden er slechts een aantal besproken, de ander zijn niet Quanta Plus-specifiek en worden kort beschreven in de paragraaf “Het menu ”.
Het instellingen-dialoogvenster wordt opgeroepen met +. Het dialoogvenster heeft diverse pagina's die één voor één besproken zullen worden.
U kunt het gedrag van Quanta Plus met betrekking tot tags en auto-aanvulling wijzigen. De items zijn:
Tag hoofd- of kleine letters: of automatisch ingevoerde tags met hoofd- of kleine letters geschreven moeten worden. Standaard hoofd-/kleine letter betekent dat de tags ingevoegd worden zoals ze in de tagXML-bestanden beschreven zijn.
Hoofd- of kleine letter voor attribuut: of de automatisch ingevoegde attributen met hoofd- of kleine letters geschreven moeten worden. Standaard hoofd-/kleine letter betekent dat de attributen ingevoegd worden zoals ze in de tagXML-bestanden beschreven zijn.
Aanvoerteken bij attributen: welk soort aanhalingstekens er gebruikt wordt bij attributen die door Quanta Plus ingevoegd worden.
Optionele tags automatisch sluiten: als dit ingeschakeld is, worden tags waarvoor de sluittag optioneel is automatisch gesloten zodra de > die de tag sluit ingevoerd wordt.
Niet-enkelvoudige en niet-optionele tags automatisch sluiten: hetzelfde als hierboven voor de rest van de tags, met uitzondering van enkelvoudige tags.
Automatisch aanvullen gebruiken: schakel auto-aanvulling in/uit voor tags, attributen, functies, enzovoort.
Openen/sluiten van tags automatisch verversen: als dit ingeschakeld is, wordt een sluittag automatisch bijgewerkt als u de openingstag wijzigt, en omgekeerd.
Automatische vervanging van geaccentueerde lettertekens: als dit ingeschakeld is, worden geaccentueerde letters vervangen door hun codes terwijl u typt.
Een pagina om de omgeving in te stellen samen met wat standaardinstellingen.
Mime-bestandstypen: mime-bestandstypen die gebruikt worden om diverse soorten bestanden te herkennen. Gebruik de knop Naar standaard terugzetten om de standaardinstellingen in te vullen.
Standaard tekenset: de codering van nieuw aangemaakte bestanden, of van bestanden die anders geladen worden dan met -> (waar u de codering kunt instellen). Deze instelling wordt overschreven door dezelfde instelling in Projecteigenschappen als er een project geladen is.
Standaard DTD: de DTD die gebruitk wordt voor nieuwe bestanden of voor bestanden waarvan de DTD niet herkend werd. Deze instelling wordt overschreven door dezelfde instelling in Projecteigenschappen als er een project geladen is.
Een reservekopie aanmaken: Quanta Plus zal regelmatig reservekopiebestanden aanmaken, dus in het geval van een stroomstoring of crash kan het document hersteld worden vanuit deze reservekopie. Dit is niet hetzelfde als de reservekopie die bij het opslaan van een bestand gemaakt wordt. Zelfs voor niet-opgeslagen documenten wordt een reservekopie gemaakt.
Opstartopties: zelfverklarende opties die bepalen wat er bij het opstarten gebeurt.
Hier kunt u het uiterlijk van Quanta Plus instellen.
De voorbeeldweergave en de documentatie kunnen in het editorgebied of in een aparte hulpmiddelenweergave verschijnen, in welk geval het mogelijk is om de documentatie/voorbeeldweergave en de broncode tegelijk te kijken.
Het is ook mogelijk om het uiterlijk van de hulpmiddelenweergave en de documenttabladen in te stellen.
Vensterindeling herstellen naar de standaard bij de volgende start is nuttig als u met de gebruikersinterface hebt zitten rommelen door de MDI-modes te wijzigen en de hulpmiddelenweergaves te (ont)dokken. Dit is hetzelfde als de optie --resetlayout op de opdrachtregel.
Dit is ook de plaats waar u het gedrag van de bestandsbomen instelt.
De sectie Waarschuwingsberichten is nuttig om de waarschuwingen met de optie Volgende keer niet meer tonen in of uit te schakelen.
De plaats om het gedrag van de VPL te wijzigen. U kunt een pictogram in plaats van een script laten weergeven en de synchronisatie van VPL- en broncodeweergave in de gesplitste modus instellen. Zie de paragraaf “Het menu ” over hoe u de verschillende modi activeert.
Hier kunt u de ontleder en de structuurboom, de visuele representatie van de ontleedknopen in het document, fijn instellen.
Bij Klikt op boomstructuur-items kunt u de acties aanpassen die aan de muisknoppen zijn toegekend als u op de structuurboom klikt.
Bij Boomstructuur Uiterlijk & gedrag kunt u instellen welke soorten knopen in de boom zichtbaar zijn, hoe vaak de boom wordt bijgewerkt onder het bewerken en hoe diep de structuurboom automatisch moet openklappen nadat deze is bijgewerkt. Lege knopen zijn witruimte-knopen, lege groepen zijn groepen waarvoor geen element in het huidige document gevonden is.
De plaats om afkortingen (een soort sjablonen) in te stellen, die geëxpandeerd kunnen worden naar grotere tekst tijdens het bewerken. Afkortingen worden georganiseerd in groepen, elke groep kan geldig zijn voor meer dan één DTEP. Dit betekent dat u een groep kunt hebben die geldig is voor PHP waarbij het afkortingssjabloon "ifclause" iets anders betekent dan in een groep die geldig is voor JavaScript.
Het maken en bewerken van gebruikergedefinieerde acties wordt beschreven in de paragraaf “Gebruiker-gedefinieerde acties”.
Hier kunt u uw plugins beheren. Plugins zijn door derden geschreven KPart-toepassingen die in elke toepassing die van KParts gebruik maakt, herbruikt kunnen worden, met als bekendste voorbeeld Konqueror. Als u een plugin maakt moet u het volgende specificeren:
Naam: de voor de gebruiker zichtbare naam
Uitvoervenster: plugins kunnen in een tabblad van het editorvenster verschijnen of in een aparte hulpmiddelenweergave onderaan
Locatie: het pad naar de plugin, als deze zich niet in een standaardlocatie bevindt als $
.KDEDIR
/lib
Bestandsnaam: het relatieve pad en de bestandsnaam naar het "libtool"-bestand van de plugin, zoals kde3/libcervisiapart.la
.
Invoer: de plugin krijgt deze informatie bij het opstarten, zodat deze het Huidige bestand, de map van het huidige bestand (Huidig bestandspad) of de Projectmap kan openen.
Alleen-lezen gedeelte: schakel dit in als de plugin weigert te laden. Alleen-lezen KParts weigeren normaal te laden zonder deze optie.
Plugin valideren: als dit ingeschakeld is, controleert Quanta Plus of de ingevoerde informatie correct is of niet. Schakel dit uit als de plugin nog niet beschikbaar is, maar u deze later zult installeren, zodat u het dialoogvenster kunt sluiten.
Zie de paragraaf “Het menu ” en de paragraaf “Plugins gebruiken” voor meer informatie over het gebruik van plugins.
Dit hoofdstuk beschrijft de uitgebreide mogelijkheden van Quanta Plus en hoe u deze kunt gebruiken.
Versie 3.2 van Quanta Plus bevat veel nieuwe XML-hulpmiddelen en -mogelijkheden. Deze hulpmiddelen zijn op een unieke manier geïntegreerd met Quanta Plus. Al deze hulpmiddelen gebruiken Kommander als frontend en libxml2 en libxslt als backends. Deze combinatie zorgt voor snelle, efficiënte, productieve en complete hulpmiddelen.
Quanta Plus ondersteunt de twee belangrijkste documentatiehulpmiddelen van KDE: meinproc en checkXML.
Iedereen die een keer met KDE-documentatie gewerkt heeft, kent meinproc en weet hoe goed dit programma is. Het gebruik hiervan wordt met een grafische interface nog gemakkelijker! U hoeft niet langer een shell te gebruiken; klik op het processor-pictogram en u bent klaar!
Deze toepassing verwacht een bestand index.docbook
in een map. Als index.docbook
zich in de huidige werkmap bevindt, kunt u Huidige werkmap ingeschakeld laten. Als het zich daar niet bevindt, schakel danHuidige werkmap uit, en vul bij Andere werkmap de map in die u wilt gebruiken.
Uitvoerbestanden worden in dezelfde map geplaatst als de bronbestanden. Elke keer dat meinproc uitgevoerd wordt, worden alle HTML-bestanden verwijderd.
Iedereen die een keer met KDE-documentatie heeft gewerkt, kent deze nuttige toepassing. Quanta Plus biedt hier een goede grafische frontend voor.
Als index.docbook
het huidig geopende bestand is, laat dan Huidige werkmap ingeschakeld. Als dit niet het geval is, schakel danHuidige werkmap uit en voer de map in waar index.docbook
gevonden kan worden.
Als er uitvoer is, is uw bestand ongeldig. Verbeter de aangegeven fouten en probeer het dan opnieuw.
Quanta Plus biedt een goede toepassing voor XML-validatie, die xmllint als backend gebruikt.
Als het te valideren bestand op het moment actief is in Quanta Plus, laat dan Huidig bestand ingeschakeld. Als dat niet het geval is, schakel dan Huidig bestand uit en kies het te valideren bestand bij Ander bestand.
Als u alleen wilt weten of het bestand correct is, schakel danAlleen correctheid testen in.
Als u een DTD gebruikt die gespecificeerd is binnen het XML-bestand, kies dan DTD (intern) (standaard), kies anders DTD (extern) en geef de plaats van de DTD aan bij Definitie-URI-adres. ZowelW3C® XML Schema en RelaxNG-validatie moeten extern gedefinieerd zijn bij Definitie-URI-adres.
Quanta Plus heeft ook een hulpmiddel voor XSL-verwerking! Hierbij wordt het xsltproc-hulpmiddel gebruikt dat meegeleverd wordt met libxml2.
Als het te verwerken bestand op het moment actief is in Quanta Plus, laat dan Huidig bestand ingeschakeld. Als dat niet het geval is, schakel dan Huidig bestand uit en kies het te verwerken bestand bij Ander bestand.
Kies het XSL-bestand dat u wilt gebruiken.
Voer de naam in waaronder u het resulterende bestand wilt opslaan. Het bestand wordt standaard in uw persoonlijke map opgeslagen.
Deze toepassing is nog niet erg flexibel. Onze excuses hiervoor.
Quanta Plus kan gebruik maken van KParts. Het KPart-raamwerk is een zeer krachtig raamwerk van KDE. Een KPart is een relatief klein, herbruikbaar deel met een bepaalde functionaliteit. Het biedt KDE-ontwikkelaars de mogelijkheid om eenvoudig gebruik te maken van het werk van andere programmeurs.Quanta Plus is hier zelf een voorbeeld van. Quanta Plus gebruikt het Kate-KPart voor het bewerken van de tekst. Het Kate-KPart bevatte reeds veel functies die voor Quanta Plus nodig waren, zoals accentuering. Het samenvoegen hiervan in Quanta Plus zorgde ervoor dat de Quanta Plus-ontwikkelaars zich konden toeleggen op wat Quanta Plus moest kunnen, in plaats op het oplossen van de vele problemen die zouden optreden als er een volledig nieuwe tekstverwerker-KPart geschreven had moeten worden.
Quanta Plus kan KParts laden die niet per se voor Quanta Plus zelf benodigd zijn. Dat maakt Quanta Plus erg flexibel, want u kunt gebruik maken van extra functionaliteit en hoeft niet te wachten tot iemand het in Quanta Plus integreert. De KParts kunnen in een aantal GUI-elementen geladen worden.
U installeert een plugin (KPart) via het menu ->. Het volgende dialoogvenster verschijnt dan:
Het dialoogvenster Plugins bewerken.
In dit dialoogvenster kunt u alle reeds gedefinieerde plugins beheren en nieuwe toevoegen. Elk GUI-element wordt hieronder beschreven:
Hier kunt u een zoekpad invullen. Als u een plugin zonder een Locatie toevoegt, zal Quanta Plus deze paden doorzoeken om de plugin te vinden.
Hiermee verschijnt een dialoogvenster waarmee u een nieuwe plugin kunt toevoegen.
Hiermee kunt u de instellingen van een plugin aanpassen.
Hiermee verwijdert u de huidige plugin.
Ververst het dialoogvenster.
Lees de paragraaf “Plugins instellen” voor meer informatie over plugins.
Vaak werken er meer dan één mensen aan een project en bestaat er een soort hiërarchische relatie tussen hen. Quanta Plus ondersteunt het begrip van teamleden en deze zijn instelbaar in het dialoogvenster -> (Shift+F7).
Het dialoogvenster "Teamleden bewerken"
De items naam en email zijn zelfverklarend.
Rol specificeert de rol van het projectlid en kan één van de volgende zijn:
Teamleider
Subprojectleider
Takenleider
Eenvoudig lid
Taak is een beschrijving van de taak die aan dit lid is toegewezen.
Subproject: u kunt een lijst van subprojecten selecteren. Subprojecten kunnen worden ingesteld en aangemaakt met de knop Subprojecten bewerken. Elk subproject heeft een voor de gebruiker zichtbare naam en een locatie-item, dit laatste specificeert een relatief pad naar een map onder de projectboom. Dit betekent dat een subproject een map onder uw hoofdproject is. Het hoofdproject kan bijvoorbeeld de website van uw bedrijf zijn, terwijl een subproject de website voor het intranet kan zijn, die zich in de map intranet
in het project bevindt.
Een lid kan meer dan één rol hebben in het project, bijvoorbeeld zowel teamleider en subprojectleider.
Afgezien van het kunnen bijhouden van uw team, is er nog een voordeel aan het instellen van teamleden: u kunt een gebeurtenis instellen die de teamleiders informeert als er een bepaalde actie plaatsvindt. Zie de paragraaf “Gebeurtenisacties” voor hoe u dat doet.
Gebeurtenisacties zijn acties die worden uitgevoerd als er een gebeurtenis plaatsvindt in het project. Een voorbeeld is bijhouden wanneer het project geopend en gesloten is, zodat later bekeken kan worden hoe lang men eraan gewerkt heeft, of een e-mailbericht sturen als een bestand is opgeslagen, of het bestand aan CVS toevoegen met hulp van een script als het bestand aan het project is toegevoegd, en de lijst kan doorgaan.
Op de pagina Gebeurtenissen instellen van het dialoogvenster -> (Shift+F7) kunt u gebeurtenisacties aanmaken, bewerken en verwijderen.
Het dialoogvenster Gebeurtenissen bewerken.
De items in het dialoogvenster zijn:
de actie wordt uitgevoerd als de uit de lijst geselecteerde gebeurtenis plaatsvindt. De gebeurtenisnamen zijn zelfverklarend.
het soort uitgevoerde actie. De mogelijke keuzes zijn
een actie die geen gebruikergedefinieerde scriptactie is. Zie de paragraaf “Gebruiker-gedefinieerde acties” voor gebruikersacties.
Actienaam specificieert de actie die uitgevoerd moet worden als de gebeurtenis optreedt.
een e-mail wordt als de actie optreedt verstuurd naar de ontvanger die gekozen is in de lijst Ontvanger. De ontvanger kan een team- of subprojectleider zijn. Zie de paragraaf “Teamontwikkeling” voor het definiëren van zulke leiders.
de gebeurtenis wordt gelogd in een bestand. De argumenten voor deze actie zijn:
de bestandsnaam met volledig pad
Hoeveel informatie de log moet bevatten
Of een bestaand logbestand overschreven moet worden of dat de nieuwe gebeurtenis eraan toegevoegd moet worden.
een gebruikergedefinieerde scriptactie. Zie de paragraaf “Gebruiker-gedefinieerde acties” voor gebruikersacties.
Actienaam specificieert de actie die uitgevoerd moet worden als de gebeurtenis optreedt.
De andere items hangen af van het soort Actie zoals beschreven.
In Quanta Plus versie 3.3 is de debugger opnieuw geïmplementeerd. Ondersteuning voor de, nu verouderde, ingebouwde PHP (3)-debugger is beëindigd, net als ondersteuning voor de dbg-debugger. In plaats daarvan is een algemeen systeem voor debug-plugins ontwikkeld, om andere plugin-implementaties mogelijk te maken.
Op het moment is er slechts één plugin beschikbaar, die ondersteuning voorGubed PHP Debugger binnen Quanta Plus toevoegt.
Om een debugger voor uw project te gebruiken, opent u de projectinstellingen en kiest u een geschikte debugger-plugin. Om instellingen voor een specifieke debugger te wijzigen, klikt u op de knop 'Opties' naast de lijst met debuggers.
Zodra een debugger voor een project gekozen is, verschijnen er een paar extra items in de gebruikersinterface van Quanta Plus:
Er verschijnt een nieuw waarin u het grootste deel van de debugger-functionaliteit kunt vinden.
Een werkbalk met toegang tot de meest gebruikte debugging-opdrachten.
Een hulpmiddelenweergave waarin de waarde van geobserveerde variabelen wordt getoond. Verschijnt normaliter in het paneel links.
Een hulpmiddelenweergave waarin alle regelbreekpunten en voorwaardelijke breekpunten worden getoond. Verschijnt normaliter in het paneel onderin.
Een hulpmiddelenweergave waarin de uitvoer (HTML) van de debugger wordt getoond. Verschijnt normaliter in het paneel onderin.
Afhankelijk van wat de debugger-plugin ondersteunt, zal niet alle onderstaande functionaliteit beschikbaar zijn.
Deze actie wordt gebruikt om, indien nodig, met de debugger te verbinden, of om de plugin te vragen om op debug-verzoeken te wachten. Deze actie wordt uitgevoerd zodra een project wordt geopend waaraan een debugger is gekoppeld, dus u hoeft hier meestal geen aandacht aan te schenken.
Het tegenovergestelde van ->->. Sluit een verbinding met de debugger of beëindigt het wachten op verzoeken.
Verzendt een HTTP-verzoek naar de server om een debug-verzoek te starten. Dit is gelijkwaardig aan een browser opstarten om het document te bekijken. De uitvoer van het verzoek verschijnt in het paneel Debuguitvoer.
Pauzeert een lopend script.
Vraagt de debugger om het script uit te voeren en tijdens het proces informatie te sturen over geobserveerde variabelen en de huidig uitgevoerde regel. Als deze opdracht gekozen wordt als een script gepauzeerd is, wordt de uitvoering voortgezet. Als deze opdracht gekozen wordt voordat een debug-verzoek is gestart, wordt het script gestart zodra het verzoek is gestart.
Vraagt de debugger om het script uit te voeren zonder informatie over geobserveerde variabelen en de huidig uitgevoerde regel te versturen. Als deze opdracht gekozen wordt als een script gepauzeerd is, wordt de uitvoering voortgezet. Als deze opdracht gekozen wordt voordat een debug-verzoek is gestart, wordt het script gestart zodra het verzoek is gestart.
Vraagt de debugger om de volgende instructie in het script uit te voeren, zonder functies of ingevoegde bestanden binnen te gaan.
Vraagt de debugger om de volgende instructie in het script uit te voeren, waarbij functies of ingevoegde bestanden binnengegaan worden voorzover dat mogelijk is.
Vraagt de debugger om door te gaan met uitvoeren totdat de huidige functie verlaten wordt.
Vraagt de debugger om de volgende instructie over te slaan en verder te gaan met de instructie daarna.
Vraagt de debugger om het huidig uitgevoerde script te beëindigen.
Opent een dialoogvenster waarin u voorwaardelijke breekpunten kunt opgeven.
Zet een breekpunt aan of uit op de huidige regel.
Wist alle breekpunten.
Opent een dialoogvenster waarin u een variabele of expressie kunt opgeven die u wilt observeren. De waarde van het geobserveerde item verschijnt in de hulpmiddelenweergave voor variabelen.
Opent een dialoogvenster waarin u een variabele en een daaraan toe te wijzen waarde kunt invoeren.
KXsldbg is gemaakt door Keith Isdale, net als dit deel van dedocumentatie. KXsldbg is een KDE frontend en een KPart voor xsldbg, dat u op http://xsldbg.sf.net kunt vinden, samen met veel ander werk van Keith.
Om KXsldbg te starten, kiest u ->.
Zie de KXsldbg-documentatie voor verdere informatie omtrent het gebruik ervan.
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u Quanta Plus aan uw eigen wensen kunt aanpassen en hoe u kunt helpen Quanta Plus te verbeteren.
Document Type Editing Packages (DTEP's) worden in Quanta Plus gebruikt om ondersteuning voor opmaak- en scripttalen en CSS te bieden. Ze zorgen ervoor dat Quanta Plus auto-aanvulling en 'node'-boomstructuren kan bieden. Omdat ze eenvoudig en flexibel zijn, is Quanta Plus een snelle en gebruiksvriendelijke IDE voor webontwikkelaars. Ze zorgen ervoor dat Quanta Plus een eenvoudig te gebruiken en productieve omgeving is.
Er zijn twee soorten DTEP's. 'Family 1' voor opmaak en 'Family 2' voor scripting en CSS. DTEP's bestaan uit twee delen: de Tagmap en de Werkbalken. Tagmappen bestaan op hun beurt uit twee soorten bestanden: het bestand description.rc en TagXML-bestanden met de extensie .tag. Werkbalken zijn de handige pictogrambalken (boven het editorvenster) die tekst in een document kunnen plaatsen sneller dan de gebruiker kan typen.
DTEP's kunnen handmatig worden gemaakt (zie onder), gedownload worden, of automatisch worden aangemaakt vanuit een bestaande DTD. Zie de paragraaf “Een DTD naar een DTEP omzetten” voor details over deze omzetting.
Dit document beschrijft hoe u TagXML-bestanden, het bestand description.rc en werkbalken maakt. Kortweg een DTEP.
TagXML-bestanden (.tag) definiëren de attributen die specifiek voor een tag zijn en de opmaak en inhoud van het eigenschappenvenster dat Quanta Plus voor de tag opent. Het bestand bevat regels description.rcen informatie voor de DTEP zelf. Werkbalken bieden een snelle mogelijkheid om tags in een document in te voegen zonder angst voor typefouten en dergelijke.
Tagmappen zijn eigenlijk gewoon mappen. Ze bestaan echter alleen uit het bestand en de TagXML-description.rcbestanden. De naam van een tagmap geeft de opmaaktaal en de gebruikte versie daarvan aan. Bijvoorbeeld html-4.01-strict.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de elementen die in TagXML gedefinieerd zijn en of deze verplicht zijn of niet. Hoewel niet alle elementen verplicht zijn, wordt het aanbevolen dat u er zo veel mogelijk gebruikt, opdat andere gebruikers er beter mee kunnen werken.
Element | Standaardgebruik | Gebruik |
---|---|---|
TAGS | verplicht | altijd |
tag | verplicht | altijd |
label | optioneel | verplicht voor het aanmaken van een eigenschappenvenster |
attr | optioneel | verplicht voor het definiëren van een attribuut |
tooltip | optioneel | verplicht als het eigenschappenvenster een hulpballon moet weergeven |
whatsthis | optioneel | verplicht als het eigenschappenvenster een “Wat is dit?” moet weergeven |
list | optioneel | verplicht als een attribuut van het type “list” is |
item | optioneel | verplicht als <list > gebruikt wordt |
textlocation | optioneel | altijd |
location | optioneel | verplicht als label gebruikt wordt |
text | optioneel | verplicht als label gebruikt wordt |
children | optioneel | lijst met tags die binnen de gedefinieerde tag gebruikt kunnen worden |
child | verplicht | een children-item |
stoppingtags | optioneel | lijst met tags waardoor een andere tag gesloten wordt |
stoppingtag | verplicht | een stoppingtags-item |
De volgende secties beschrijven elk element in detail. Alles, van waar ze gebruikt kunnen worden tot wat ze kunnen bevatten, wordt op een eenvoudige manier aangegeven.
Dit is het basiselement van een TagXML-document. Het mag slechts één keer in een document voorkomen. Het kan meerdere tagdefinities bevatten. Dit element kan alleen andere elementen bevatten.
Bovenliggende items | Subitems |
---|---|
GEEN | tag |
Omliggende definitie van de tag. Dit element kan alleen andere elementen bevatten.
Bovenliggende items | Subitems |
---|---|
TAGS | label, attr, stoppingtags |
Attribuut | Type | Waarden | Standaard | Gebruik | Beschrijving |
---|---|---|---|---|---|
name | string | verplicht | De naam van de tag. | ||
single | boolean | optioneel | Geeft aan of de tag een sluittag (</tagnaam >) vereist. | ||
type | string | xmltag | optioneel | Het type van de tag. | |
xmltag | Het type van de tag is XML-gebaseerd (alleen Family 1). | ||||
entiteit | De tag beschrijft een entiteit (alleen Family 1). | ||||
property | Het type van de tag is CSS-gerelateerd (alleen Family 2). | ||||
function | Het type van de tag is een scriptfunctie. In dit geval worden <attr> als argumenten van de functie gebruikt. (Alleen Family 2.) | ||||
class | Het type van de tag is een scriptklasse. (Alleen Family 2.) | ||||
method | Het type van de tag is een klassemethode. (Alleen Family 2.) | ||||
returnType | string | void | optioneel | Het 'returntype' van de tag. | |
void | Het type retourneert void. | ||||
int | Het type retourneert een int. | ||||
float | Het type retourneert een float. | ||||
long | Het type retourneert een long. | ||||
string | Het type retourneert een string. | ||||
version | string | optioneel | Geeft de versie van de taal aan waarvoor deze tag geldig is | ||
extends | string | optioneel | Alleen geldig als het type van de tag "class" is. De naam van de basisklasse voor deze klasse. (Alleen Family 2). | ||
class | string | optioneel | Alleen geldig als het type "method" is. De naam van de basisklasse voor deze methode. (Alleen Family 2). | ||
common | boolean | optioneel | bij "ja" specificeert de tag een gemeenschappelijke attribuutgroep en kunnen de attributen in deze tag op elke andere tag toegepast worden. (Alleen Family 1.) | ||
comment | string | optioneel | De commentaar-tekenreeks verschijnt bij de tagnaam in het aanvullingskader. |
Plaats een label in het dialoogvenster. De tekst wordt aangegeven in de tag <text>. Dit element kan alleen andere elementen bevatten.
Bovenliggende items | Subitems |
---|---|
tag | text, location |
Geeft een attribuut van de tag aan. Voor elk attribuut wordt dit element opgegeven, dat de naam en het type van het attribuut aangeeft. Het bevat tevens tags die bijvoorbeeld aangeven hoe het attribuut moet worden weergegeven. In dit element kunnen alleen andere elementen voorkomen.
Bovenliggende items | Subitems |
---|---|
tag | location, list, tooltip, whatsthis, textlocation |
Attribuut | Type | Waarden | Standaard | Gebruik | Beschrijving |
---|---|---|---|---|---|
name | string | verplicht | Geeft de naam van het attribuut aan. | ||
type | string | input | verplicht | Geeft het type van het attribuut aan. | |
input | Het veld ondersteunt willekeurige tekst (tekstveld). | ||||
check | De veldwaarde is een boolean (selectievakje). | ||||
color | De veldwaarde is een kleur. | ||||
url | De veldwaarde is een URL (lokaal bestand om naar te verwijzen). | ||||
list | De veldwaarde is een item van een opgegeven lijst. | ||||
status | string | optioneel | verplicht | Geeft aan of het argument wel of niet verplicht is (alleen Family 2). | |
optioneel | Het argument is optioneel. | ||||
verplicht | Het argument is verplicht. | ||||
implied | Het argument is impliciet. | ||||
bron | string | optioneel | Specificeert de bronnen die gebruikt worden om het attribuut in te vullen in het editor-dialoogvenster en de attributen-boomstructuur. | ||
selection | De geselecteerde tekst wordt als bron gebruikt | ||||
dcop | Het resultaat van een DCOP-methode wordt als bron gebruikt. | ||||
interface | string | optioneel | Vereist source="dcop". De DCOP-interface vanuit Quanta Plus die gebruikt wordt om de brondata te verkrijgen. | ||
method | string | optioneel | Vereist source="dcop" en een interfacenaam. De DCOP-methodenaam vanuit Quanta Plus die gebruikt wordt om de brondata te verkrijgen. | ||
argumenten | string | optioneel | Vereist source="dcop", een interface en een methodenaam. De argumenten die aan de methode worden meegegeven. Dit kan leeg zijn of "%tagname%" voor de nam van de huidige tag. |
Definieert de tekstballon voor een veld in het dialoogvenster. Dit element kan alleen tekst bevatten.
Op het moment wordt alleen platte tekst ondersteund (u kunt geen opmaak gebruiken).
Bovenliggende items | Subitems |
---|---|
attr | GEEN |
Definieert de 'Wat is dit'-hulptekst voor een veld in het dialoogvenster. Dit element kan alleen tekst bevatten.
Op het moment wordt alleen platte tekst ondersteund (u kunt geen opmaak gebruiken).
Bovenliggende items | Subitems |
---|---|
attr | GEEN |
Een tag die de items samenvoegt in een lijst. Kan slechts één keer voorkomen per attribuutbeschrijving. Dit element kan alleen andere elementen bevatten.
Bovenliggende items | Subitems |
---|---|
attr | item |
Definieert een item in een lijst. In dit element kan alleen tekst voorkomen.
Bovenliggende items | Subitems |
---|---|
list | GEEN |
Geeft de positie van de attribuuttekst van de tekst aan in een dialoogvenster. Deze tag kan slechts één keer per attribuut in het dialoogvenster voorkomen (bijv. één keer per <attr > tag). Dit element is leeg (kan niets bevatten).
Bovenliggende items | Subitems |
---|---|
attr | GEEN |
Attribuut | Type | Gebruik | Beschrijving |
---|---|---|---|
row | nonNegativeInteger | verplicht | Geeft de rij in de dialoogopmaak van een veld of label aan. |
col | nonNegativeInteger | verplicht | Geeft de kolom in de dialoogopmaak van een veld of label aan. |
rowspan | nonNegativeInteger | optioneel | Geeft het aantal rijen aan dat een veld moet overspannen. |
colspan | nonNegativeInteger | optioneel | Geeft het aantal kolommen aan dat een veld moet overspannen. |
Geeft de positie en grootte van een veld in het dialoogvenster aan. Deze tag dient één keer per veld in het dialoogvenster voor te komen (één keer voor elke <attr> of <label> tag). Dit element is leeg (kan niets bevatten).
Bovenliggende items | Subitems |
---|---|
label, attr | GEEN |
Attribuut | Type | Gebruik | Beschrijving |
---|---|---|---|
row | nonNegativeInteger | verplicht | Geeft de rij in de dialoogopmaak van een veld of label aan. |
col | nonNegativeInteger | verplicht | Geeft de kolom in de dialoogopmaak van een veld of label aan. |
rowspan | nonNegativeInteger | optioneel | Geeft het aantal rijen aan dat een veld moet overspannen. |
colspan | nonNegativeInteger | optioneel | Geeft het aantal kolommen aan dat een veld moet overspannen. |
Geeft de tekst voor een label of selectievakje aan. Dit element kan alleen tekst bevatten.
Bovenliggende items | Subitems |
---|---|
label, attr | GEEN |
Geeft een lijst van elementen aan die binnen de tag kunnen voorkomen. In dit element kunnen alleen andere elementen voorkomen.
Bovenliggende items | Subitems |
---|---|
tag | child |
Definieert een subtag. Dit element is leeg.
Bovenliggende items | Subitems |
---|---|
children | GEEN |
Attribuut | Type | Waarden | Gebruik | Beschrijving |
---|---|---|---|---|
name | string | verplicht | Geeft een tag aan die binnen een andere tag kan voorkomen. | |
gebruik | string | optioneel | Geeft de relatie met de bovenliggende tag aan. | |
verplicht | De bovenliggende tag moet minstens één kind met deze naam hebben. |
Geeft een lijst met elementen aan die het einde van een tag dwingen. In dit element kunnen alleen andere elementen voorkomen.
Bovenliggende items | Subitems |
---|---|
tag | stoppingtag |
Alle TagXML-bestanden moeten beginnen met de XML-declaratie: <?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?> en moeten correct genest en gesloten zijn.
U kunt veilig witruimte gebruiken, maar let wel op de tekens & en <. Deze dient u te vervangen door & respectievelijk < in elementen als <tooltip >, <whatsthis > en <text >. Als u dit niet doet zal er geen crash optreden, maar u zult wel delen van uw werk verliezen.
Om uw TagXML-bestanden te valideren kiest u “Gereedschap” bovenaan het venster van Quanta Plus en kiest u daar “Valideren”. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u alleen maar de aanwijzingen hoeft op te volgen.
Op het moment is deze functie nog niet aanwezig. Validatie vindt nu plaats op het moment dat een TagXML-bestand in Quanta Plus wordt ingeladen.
Hieronder ziet u een geldig Family 1-TagXML-bestand. Dit bestand beschrijft W3C® XML Schema's element <schema >. De bestandsnaam van dit fragment zou schema.tag zijn. Simpel, nietwaar?
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?> <!DOCTYPE TAGS> <TAGS> <tag name="schema"> <label> <text >id</text> <location col="0" row="0"/> </label> <attr name="id" type="input"> <tooltip >Een uniek ID-nummer voor het element.</tooltip> <whatsthis >Een uniek ID-nummer voor het element.</whatsthis> <location col="1" row="0"/> </attr> <label> <text >version</text> <location col="0" row="1"/> </label> <attr name="version" type="input"> <tooltip >Versie van het schema.</tooltip> <whatsthis >Versie van het schema.</whatsthis> <location col="1" row="1"/> </attr> <label> <text >targetNamespace</text> <location col="0" row="2"/> </label> <attr name="targetNamespace" type="input"> <tooltip >URI-verwijzing naar de namespace van dit schema.</tooltip> <whatsthis >URI-verwijzing naar de namespace van dit schema.</whatsthis> <location col="1" row="2"/> </attr> <label> <text >xmlns</text> <location col="0" row="3"/> </label> <attr name="xmlns" type="input"> <tooltip >URI-verwijzing naar een of meerdere namespaces om in dit schema te gebruiken. Als geen voorvoegsel is opgegeven, mogen componenten van de betreffende namespace ongekwalificeerd gebruikt worden.</tooltip> <whatsthis >URI-verwijzing naar een of meerdere namespaces om in dit schema te gebruiken. Als geen voorvoegsel is opgegeven, mogen componenten van de betreffende namespace ongekwalificeerd gebruikt worden.</whatsthis> <location col="1" row="3"/> </attr> <label> <text >attributeFormDefault</text> <location col="0" row="4"/> </label> <attr name="attributeFormDefault" type="list"> <items> <item >qualified</item> <item >unqualified</item> </items> <tooltip >Standaardvorm voor alle atrributen in dit schema.</tooltip> <whatsthis >Standaardvorm voor alle attributen in dit schema.</whatsthis> <location col="1" row="4"/> </attr> <label> <text >elementFormDefault</text> <location col="0" row="5"/> </label> <attr name="elementFormDefault" type="list"> <items> <item >qualified</item> <item >unqualified</item> </items> <tooltip >Standaardvorm voor alle elementen in dit schema.</tooltip> <whatsthis >Standaardvorm voor alle elementen in dit schema.</whatsthis> <location col="1" row="5"/> </attr> <label> <text >blockDefault</text> <location col="0" row="6"/> </label> <attr name="blockDefault" type="input"> <location col="1" row="6"/> </attr> <label> <text >finalDefault</text> <location col="0" row="7"/> </label> <attr name="finalDefault" type="input"> <location col="1" row="7"/> </attr> </tag> </TAGS>
Hieronder vindt u een geldig Family 2-TagXML-bestand. Dit fragmentbeschrijft PHP's functie overload. De bestandsnaam hiervoor zou overload.tag zijn.
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?> <!DOCTYPE tags> <tags> <tag name="overload" type="function" returnType="void"> <attr name="class_name" type="string" status="optional"/> </tag> </tags>
Het bestand description.rc is ook redelijk eenvoudig en er is een editor voor beschikbaar vie ->. Hiermee bewerkt u de description.rc voor een DTEP die u uit een lijst kunt kiezen. Om de description.rc voor een nieuwe DTEP te bewerken is het handig om een eenvoudige description.rc te maken met het volgende:
[General] Version = Gebruik 1 voor Quanta Plus versie <=3.1.2 en 2 voor een nieuwere versie. Name = DTD-definitie. (-//W3C®//DTD HTML 4.01 Transitional//EN) NickName = De mooier gemaakte naam van de DTD. (HTML 4.01 Transitional). Als dit niet opgegeven is wordt Name gebruikt als NickName.
Als u deze aangemaakt hebt en naast de tagbestanden hebt geplaatst, laadt u de nieuw aangemaakte DTEP emt -> en nadat deze ingeladen is kunt u doorgaan met het wijzigen van de instellingen van de DTEP. Kijk naar de ballonhulp en de "watisdit"-teksten in het editor-dialoogvenster om de betekenis van elk item te begrijpen. U kunt ook het bestand quanta/data/dtep/dtd-description.txt
uit het bron-tar-archief lezen dat een beschrijving van het formaat bevat.
Acties komen veel in toepassingen vaak voor. U komt ze vaak tegen als u een toepassing gebruikt. Op een werkbalkpictogram klikken, een menu-item selecteren of een sneltoets gebruiken voert normaal gesproken een actie uit. In Quanta Plus worden acties op een hoger niveau geplaatst. In plaats van acties die door de programmeur van de applicatie vastgelegd zijn, kan de gewone gebruiker acties aanmaken en bewerken, en op deze manier nieuwe functionaliteit aan Quanta Plus toevoegen. Veel standaardacties binnen Quanta Plus zijn gebruiker-gedefinieerd en u kunt deze dan ook zelf bewerken.
Er zijn drie soorten gebruiker-gedefinieerde acties:
U kunt een actie aanmaken via ->. Klik op en u krijgt een vergelijkbaar dialoogvenster:
De naam van de actie zoals de gebruiker die ziet.
Het pictogram voor deze actie. Klik op het pictogram om het te wijzigen.
Korte beschrijving van wat de actie doet.
De sneltoets die aan deze actie wordt toegewezen. Klik op Aangepast of de knop bij Aangepast om een sneltoets toe te wijzen, klik op Geen om de huidige sneltoets te verwijderen.
De gebruikergedefinieerde werkbalken waar deze actie voorkomt. Zie de paragraaf “Werkbalken aanmaken”.
Specifieke instellingen voor de verschillende soorten acties. Zie hieronder.
Nuttig om XML-tags in te voegen, maar u kunt ze natuurlijk ook voor andere doelen gebruiken.
De naam van de tag.
Als de actie wordt uitgevoerd, wordt deze tekst als sluittag ingevoegd. Als er een gebied in uw document geselecteerd is op het moment dat de actie wordt uitgevoerd, wordt <tag> voor, en </tag> na het geselecteerde gebied geplaatst.
Als er een tagXML-bestand voor deze tag beschikbaar is, wordt er een dialoogvenster getoond waarin u de tag kunt bewerken, voordat de tag daadwerkelijk wordt ingevoegd.U kunt de attributen van de tag zo handmatig bewerken.
Voer eerst de naam van uw script in, inclusief de interpreter. Bijvoorbeeld sh /home/mijnmap/mijnscript.sh.
Hoewel u volledige paden kunt gebruiken, wordt het aanbevolen om de variabele %scriptdir te gebruiken, zoals in sh %scriptmap/mijnscript.sh. Quanta Plus zal dan uw script op de volgende locaties zoeken:
globale scriptmap: $KDEDIR
/share/apps/quanta/scripts
lokale scriptmapr: $KDEHOME
/share/apps/quanta/scripts
uw pad: $PATH
%f: wordt vervangen door de URL van het huidige document. Als u een lokaal document aan het bewerken bent zal het voorvoegsel file:/ weggehaald worden.
%input: wordt vervangen door de geselecteerde invoer. Zie hieronder.
%projectbase: wordt vervangen door de URL van het huidige project (is leeg als er geen project geladen is).
%pid: wordt vervangen door het PID van het huidigeQuanta Plus-proces. Als Quanta Plus in unieke modus wordt uitgevoerd, wordt de tekst "unique " voorgevoegd aan het PID-getal.Dit is nuttig als u DCOP gebruikt om Quanta Plus vanuit externe scripts aan te sturen.
%userarguments: nuttig in het geval van gebeurtenissen. Dit wordt vervangen door de eigenschappen van de gebeurtenis, in deze volgorde:
Het unieke id van het script
de gebeurtenisnaam
de parameters voor de gebeurtenis, normaal de bestandsnaam van het huidige document of het pad naar het projectbestand.
Naast de bovenstaande methodes kan het script ook invoer van Quanta Plus ontvangen via standaardinvoer. In de keuzelijst Invoer kunt u kiezen wat er via standaardinvoer aan het script verzonden moet worden. U kunt kiezen uit:
Geen: er wordt niets verzonden.
Huidig document: het gehele document wordt verzonden.
Geselecteerde tekst: het geselecteerde gebied in het doucment wordt naar het script verzonden. De variabele %input is meestal alleen nuttig als u deze optie kiest.
Analoog aan het sturen van Invoer kunt u ook de uitvoer van de uitgevoerde applicatie ontvangen. Er zijn twee soorten uitvoer:
normale uitvoer (via standaarduitvoer);
foutmeldingen (via standaardfoutuitvoer).
Geen: de uitvoer wordt genegeerd.
Bij cursorpositie invoegen: de uitvoer wordt op de huidige cursorpositie in het document ingevoegd.
Selectie vervangen: het geselecteerde gebied in hetdocument wordt vervangen door de uitvoer.
Selectie vervangen: het geselecteerde gebied in hetdocument wordt vervangen door de uitvoer.
Nieuw document aanmaken: een nieuw document wordt aangemaakt dat de uitvoer van het script bevat.
Huidig document vervangen: de volledige inhoud van het huidige document wordt vervangen door de uitvoer.
Berichtenvenster: de uitvoer verschijnt in het venster Berichten.
Voor de standaardfoutuitvoer (Fout) kunt u dezelfde keuzes maken als voor de gewone uitvoer.
Het volgende deel laat u zien hoe u werkbalken voor een DTEP aanmaakt. Werkbalken zijn grafische elementen die aan acties worden toegewezen.In Quanta Plus vormen acties de basis voor bijna alle uitbreidingendie in Quanta Plus beschikbaar zijn of zullen worden. Hetzelfdemechanisme dat een actie in Quanta Plus definieert, maakt ook autoaanvulling en tagdialoogvensters mogelijk. U kunt met acties bijna alles doen wat u wilt. Als voorbeeld gebruiken we HTML tidy op onze webpagina's.
Als eerste hebt u een gebruiker-werkbalk nodig. Kies->.
Als er veel tags in de opmaaktaal zitten, wordt het aanbevolen dat u de tags in logische groepen verdeelt. Voor elke groep is dan een nieuwe gebruiker-werkbalk benodigd. In dit geval zijn er niet veel tags, dus maken we één werkbalk en geven die de naam van de opmaaktaal.
Nadat uw werkbalken aangemaakt zijn, moeten er acties worden toegevoegd en ingesteld. Kies hiervoor -> .
Dit venster is redelijk zelfverklarend. Kies onderaan het venster om over te schakelen naar de bewerkmodus.
Vul alle verplichte velden in en voeg de tag toe aan de gewenste werkbalk(en).
Vul de overige velden in, en als de tag attributen bevat die u telkens wilt gebruiken, activeert u Dialoogvenster "Tag bewerken" starten indien beschikbaar.
U zou nu iets moeten hebben dat erg op het volgende lijkt.
Klik op de knop en u zult de actietoegevoegd zien aan de werkbalk(en) die u gekozen had.
Hmmm... dat is een afschuwelijk pictogram. Hoe kunnen u en anderen onthouden welke actie er bij welk pictogram hoort? Laten we het vervangen voordat er problemen ontstaan.
Om een pictogram te maken dat de actie nauwkeuriger weergeeft, maken we gebruik van KIconEdit. Start dit via het -menu, -> (of waar uw distributie het ook geplaatst heeft).
KIconEdit maakt standaard pictogrammen van 32x32 pixels, maar wij hebben 22x22 nodig. Verander dit met ->.
Onthoud dat u een pictogram maakt dat niet alleen uzelf eraanherinnert welke actie erbij hoort, maar ook andere gebruikers van de DTEP.
Omdat de tag waar ik een pictogram voor nodig heb “start” heet, heb ik besloten om een “start-teken” te maken. Met de kleur groen (die veel gebruikt wordt voor “gaan”, “starten” of “doorgaan”) zal de gebruiker snel zien dat dit de tag <start> in het huidige document plaatst. (Althans, dat is de bedoeling.)
Nu het pictogram klaar is, sla ik het op.
Als u klaar bent met het aanmaken van uw pictogram(men), moet het pictogram nog aan de actie gekoppeld worden. Kies hiervoor -> (in Quanta Plus) en selecteer de actie waarvoor het pictogram bedoeld is. Naast het veld Tekst bevindt zich een knop. Klik daarop.
Kies Andere pictogrammen en vervolgens .
Ga naar de map waarin u het pictogram hebt opgeslagen, selecteer het pictogram en klik .
Kies en doe hetzelfde voor de andere tags (voorzover die er zijn), of kies om af te sluiten.
Laten we zeggen dat u een aantal veelgebruikte functies uit Quanta Plus aan uw werkbalk wilt toevoegen, of misschien wilt u de werkbalk op een andere manier indelen, met een paar scheidingen om de acties te groeperen. Open het dialoogvenster Werkbalken instellen via->. Zorg ervoor dat uw werkbalk geselecteerd is.
Ik voeg een scheiding (bovenaan de linkerkolom) toe aan mijn werkbalk. Als u het item hebt geselecteerd dat u aan uw werkbalk wilt toevoegen, klikt u op de pijl naar rechts. Hiermee voegt u het toe.
Ik wil graag een snelle manier om het voorbeeld in Konqueror te bereiken. Ik voeg het daarom aan de werkbalk toe.
Merk op hoe de scheiding de groepen aangeeft. Iemand die mijn werkbalk niet kent, zou misschien kunnen denken dat de Konqueror-knop iets te maken had met de startknop.
Pas de wijzigingen toe, en klik als u klaar bent op om af te sluiten.
Ah, kijk eens naar die werkbalk. Zo is hij een stuk handiger.
Vergeet niet uw werkbalk te testen door alle knoppen een keer uit te proberen, zodat u weet dat de uitvoer correct is.
Om de werkbalk op te slaan kiest u ->->.
Sla in de juiste map op. Omdat NeXML niet bestaat, sla ik het maar in de hoofdmap op, maar uw werkbalk(en) moet(en) in de goede map opgeslagen worden. Zorg ervoor dat u uw description.rc aanpast zodat uw werkbalken geladen worden als een nieuw bijbehorend bestand aangemaakt wordt.
Waarschijnlijk is de meest opvallende toevoeging aan Quanta Plus voor de gewone gebruiker, het toevoegen van documentatie voor de opmaak- of scripttaal die u het beste bevalt. Hiertoe laat dit hoofdstuk zien hoe ik de PHP-documentatieboom voor mijn eigen gebruik aanmaak.
Voordat u uw eigen documentatie maakt, is het wellicht handig om op de Quanta Plus repository te kijken of iemand anders dit set misschien al gedaan heeft.
Dit proces bestaat uit twee delen. Eerst moet u de bestaande documentatie voor de opmaak-/script-/etc. taal ophalen. Daarna moet het bestand docrc
aangemaakt worden. We beschrijven hier alleen het tweede deel.
Het bestand docrc ziet er als volgt uit:
#KDE Config File
[Tree]
Doc dir=pad, relatief aan dit bestand, naar de html-bestanden van de documentatie
bijv. php42/
#top level elements
Top Element=Uw beschrijving van deze documentatie
bijv. PHP 4.2 documentation
Section 1=Section1.html
Section 2=#Sec2.1,#Sec2.2,#Sec2.3
Sec2.1=Sec2.1.html
Sec2.2=Sec2.2.html
Sec2.3=Sec2.3.html
...
[Context]
ContextList=func1,func2,tag1,tag2,tag3
func1=func1.html
func2=func2.html
tag1=tag1.html
tag2=tag2.html
tag3=tag3.html
Het bestand docrc
is verdeeld in twee secties: Tree en Context.
De sectie Tree bepaalt het uiterlijke aspect van de documentatie in de documentatie-tab. Bijvoorbeeld, in de documentatie van PHP zult u iets als dit hebben:
We combineren dit met het bovenstaande: mijn PHP docrc
ziet er als volgt uit:
#KDE Config File [Tree] Doc dir=php42/ #top level elements Top Element=PHP 4.2 documentation PHP 4.2 documentation=Table of Contents,#Getting Started,#Language Reference Table of Contents=index.html Getting Started=Introduction, ... Introduction=introduction.html ... Language Reference=Basic syntax, ... Basic syntax=language.basic-syntax.html ...
Let op de #
voor “Getting Started” en “Language Reference”. Dit geeft aan dat deze subcontainers zijn die zelf inhoud hebben. Er is geen vastgesteldemaximale diepte — gebruik uw gezond verstand.
U zult merken dat naar de inhoudsopgave direct als bestand wordtverwezen en dus onderaan de boomstructuurweergave verschijnt (mappen eerst!).
Spaties vormen geen probleem, maar kijk uit voor de tekens & en <. Vervang deze door & respectievelijk < in alle XML-gebaseerde bestanden in Quanta Plus.
De sectie Context is het deel van het bestand docrc dat context-gevoelige hulp biedt. Bijvoorbeeld: u schrijft een PHP-script en wilt de documentatie voor de functiemysql_fetch_array
zien. U selecteert defunctie en drukt dan Ctrl+H voor contexthulp. De documentatie voor mysql_fetch_array
verschijnt direct. Er zijn hier maar twee soorten items: ContextList en de regels met bestandsassociaties.
Dit is slechts een door komma's gescheiden lijst van de contextitems die u ter beschikking wilt hebben (voor PHP zijn dit de PHP-functies).
Deze zijn opgebouwd als context-item=html-bestand. bijv. acos=function.acos.html
Een verkleinde versie van de sectie Context in mijn bestand docrc
ziet er als volgt uit:
#Keywords for context help [Context] ContextList=abs,acos,acosh,addcslashes,addslashes,... abs=function.abs.html acos=function.acos.html acosh=function.acosh.html addcslashes=function.addcslashes.html addslashes=function.addslashes.html ...
Sla nu uw bestand docrc
op in de directory$
of HOME
/.kde/share/apps/quanta/doc$
voor lokaal respectievelijk globaal gebruik. Maak dan een map aan zoals u die in hetbestand KDEDIR
/share/apps/quanta/docdocrc
hebt opgegeven, in dezelfde map als waar het bestand docrc
zich bevindt, en kopieer daar uw HTML-pagina's heen.
U dient Quanta Plus opnieuw op te starten om uw documentatie te kunnen lezen.
Als u er zeker van bent dat ze goed zijn en de moeite van het delen waard,stuur dan uw bestand docrc
samen met wat informatie over de documentatie die u gebruikt heeft, naar het Quanta Plus repository opdat de rest van de Quanta Plus gemeenschap er ook gebruik van kan maken. U zult niet rijk worden, maar wel een goed gevoel krijgen in de wetenschap dat u heeft bijgedragen aan het beste webontwikkelingsplatform dat er is.
Met Quanta Plus bent u niet alleen. Het is mogelijk om de diverse bronnen (DTEP-pakketten, werkbalken met acties, scripts, sjablonen) te delen met anderen. Hier zijn twee manieren voor:
U kunt de bronnen per e-mail naar uw vrienden, partners, of wie u ook wilt, verzenden. U komt het menu-item Via e-mail verzenden op diverse plaatsen tgen, zoasl ->, ->, in het contextmenu van de bestanden en mappen in de boomstructuren Werkbalken en Scripts.
De bronnen kunnen naar onze hoofd-repository worden verzonden, waarvandaan alle andere gebruikers van Quanta Plus ze kunnen downloaden. De inzendingen worden gecontroleerd en alleen beschikbaar gesteld als ons team ze correct en bruikbaar vindt. Om een geldige inzending te hebben, wordt het aanbevolen om de bronnen te ondertekenen, waarvoor u een GPG/PGP-sleutel nodig hebt. Deze informatie wordt door ons team en de downloaders gebruikt om de oorsprong van de bronnen te controleren.
Zie de paragraaf “Bronnen verkijgen” over het verkrijgen van bronnen van de hoofdserver.
Als u bestanden verzendt, wordt u gevraagd het wachtwoord voor uw geheime GPG-sleutel in te voeren (het wachtwoord wordt niet opgeslagen), of als u meer dan één sleutel hebt, kunt u degene kiezen die u wilt gebruiken. In het dialoogvenster Leuk nieuw spul delen vult u de invoervelden in (Voorbeeld-URL mag leeg blijven) en u start het verzenden door op OK te klikken.
Verzenden kan worden gestart met ->, ->, in het contextmenu van bestanden en mappen in de boomstructuren voor Sjablonen en Scripts.
U kunt Quanta Plus bijwerken zonder een nieuwe versie te hoeven installeren, door nieuwe bronnen als DTEP-pakketten, werkbalken met acties, sjablonen, scripts en documentatie te verkrijgen. Een mogelijkheid is dat u de bronnen per e-mail hebt ontvangen of dat u ze hebt gedownload vanaf een webserver, in welke gevallen u ze normaal gesproken handmatig moet installeren. In een enkel geval krijgt u er ook een installatiescript bij, als u geluk hebt. Maar Quanta Plus biedt een toegewijde server die bronnen bevat die ofwel niet werden meegeleverd vanwege de grootte of infrequent gebruik, of doordat ze later door gebruikers zijn aangeboden, en deze worden automatisch geïnstalleerd. Download zulke bronnen via de diverse menu-items downloaden.... U vindt deze in ->, ->, in het contextmenu van een leeg gebied of bovenste item in de structuurbomen van Sjablonen, Scripts en Documentatie.
Nadat een bron gedownload is, maar voordat deze geïnstalleerd wordt, verifieert Quanta Plus of de bron geldig is, door de integriteit en handtekening te controleren. Bij problemen wordt u gewaarschuwd en kunt u beslissen om al dan niet door te gaan. Lees de waarschuwingsdialogen zorgvuldig. Als de integriteit correct is en de bron goed ondertekend is, krijgt u een informatievenster, waarin u kunt zien wie de bron gemaakt heeft.
Installeer bronnen, met name werkbalken en scripts, alleen vanaf vertrouwde locaties!
Het is mogelijk om met XML-talen te werken die momenteel niet door Quanta Plus worden ondersteund door een DTEP-pakket te maken. Maar het aanmaken hiervan kan veel tijd kosten, omdat u wellicht honderden tagbestanden in tagXML-formaat moet schrijven. Er is hier een betere manier voor, namelijk het automatisch omzetten van de DTD in een DTEP-pakket.
U kunt de omzetting starten met ->. Kies het .dtd
-bestand waarin de te gebruiken DTD staat, u ziet daarna het volgende dialoogvenster:
De items zijn:
Naam doelmap: de nieuwe DTEP wordt onder deze naam in de map
opgeslagen. $KDEHOME
/share/apps/quanta/dtep
Naam: de naam (definitie-tekenreeks) van de DTD
Nickname: de voor de gebruiker zichtbare naam van de DTEP
!DOCTYPE definitieregel: de tekenreeks die in de tag !DOCTYPE moet verschijnen, zoals HTML PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.01 Transitional//EN" "http://www.w3.org/TR/html4/loose.dtd"
DTD URL:: het URL-adres van het DTD-bestand
Standaard extensie: de extensie die normaal gebruikt wordt voor bestanden met deze DTD
Hoofdlettergevoelige tags en attributen: zelfverklarend, over het algemeen geldig voor XML-taalvarianten
DTEP fijn aanpassen na conversie: als dit is aangevinkt, opent Quanta Plus de description.rc-editor nadat de conversie gedaan is, zodat u de nieuwe DTEP kunt aanpassen. Dit wordt aanbevolen.
Excuses als ik iemand vergeten ben of iemands naam verkeerd gespeld heb!
Veel dank aan iedereen die de tijd heeft genomen om een bijdrage te leveren!
Het Quanta Plus ontwikkelteam:
Oorspronkelijke CSS-bewerker.
Kommander, diverse functionaliteit, bugreparaties.
Opstartscherm van veel versies
VPL & 'ongedaan maken/opnieuw'-systeem
PHP4-debugger
Frame-assistent
Diverse reparaties, het codefundament voor het ontleden van DTD en ander DTD-gerelateerd werk.
Deense vertaling
'The Anal XML Guy' & documentatie
XSL 1.0 DTEP, KXsldbg
Documentatie, bugreparaties en het raamwerk voor de PHP-debugger.
Projectmanager en website-beheerder.
Core Developer
Code, originele TagXML-documentatie, en meer
Documentatie
Documentatie
Toevoegen en onderhouden van DTDs
Ex-kernontwikkelaar — vertrokken om aan de commerciële versie te werken
Boomstructuur-gebaseerd uploadvenster
Ex-kernontwikkelaar — vertrokken om aan de commerciële versie te werken
Speciale dank aan:
De makers van libxml2 en libxslt.
Quanta Plus © 2000, 2001, 2002, 2003 Quanta Plus ontwikkelteam.
Handboek van Quanta Plus © 2002, 2003 Quanta Plus ontwikkelteam.
Deze documentatie valt onder de bepalingen van de GNU vrije-documentatie-licentie.
Deze toepassing valt onder de bepalingen van de GNU General Public License.
dit programma is een onderdeel van het KDE-project http://www.kde.org/.
dit programma is een onderdeel van de module kdewebdev. Deze module kunt u vinden op de FTP-site van het KDE-project: ftp://ftp.kde.org/pub/kde/.
Er zijn een aantal stappen nodig om dit programma op uw systeem te compileren en te installeren. Voer de volgende commando's uit in de hoofdmap van de broncode van dit programma:
%
./configure
%
make
%
make install
Aangezien dit programma autoconf en automake gebruikt, zouden er bij de compilatie geen problemen mogen voorkomen. Indien u toch problemen tegenkomt, meldt u ze dan in de betreffende KDE-mailinglists.
Het is niet ondenkbaar dat u de locatie van de Quanta Plus-bestanden op uw systeem wilt aanpassen. Hiertoe bevat autoconf een aantal opties die aan het script configure doorgegeven kunnen worden. Voor een complete lijst van beschikbare opties, typt u ./configure --help
.
Als u problemen hebt met het goed uitvoeren van Quanta Plus, controleer dan uw pad om te kijken of de map bin
van KDE 3 daarin staat. Let ook op dat u geen oudere versies van KDE heeft die in het PATH
staan voor de map bin
van KDE 3. Hetzelfde geldt voor Qt™.
Een geldige expressie die aangeeft welke gegevens benodigd zijn. Zie de W3C® website
Een volledig gekwalificeerde naam. Bijvoorbeeld xsl:mijnvariabele. Zie de W3C® website
Would you like to make a comment or contribute an update to this page?
Send feedback to the KDE Docs Team